Home Columns Hoe actueel mag de Tweede Wereldoorlog zijn?

Hoe actueel mag de Tweede Wereldoorlog zijn?

Met het verstrijken der jaren zijn er steeds minder mensen die de Tweede Wereldoorlog nog bewust hebben meegemaakt. Ondertussen heeft, door de sindsdien sterk gewijzigde etnische samenstelling van de bevolking, dat verleden ook voor veel Nederlanders aan relevantie ingeboet.

Die oorlog is de hunne niet. En evenmin die van hun voorouders – en als dat wel het geval is, dan toch vaak vanuit een heel ander familiair perspectief dan het Nederlandse van driekwart eeuw terug. Dat is ook van invloed op de vraag welke vorm de plechtigheden rond 5 mei dienen aan te nemen: exclusief gericht op 1940-1945, of breder?

Oorspronkelijk hadden de herdenkingen slechts betrekking op de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog, met sterke nadruk op de militaire. Daar kwamen al spoedig de gesneuvelde soldaten in Indonesië, Korea en daarna bij, waarbij de eerste categorie inmiddels behoorlijk omstreden is geraakt. De verschuiving in betiteling van ‘politionele acties’ naar ‘koloniale oorlog’ geeft daar uitdrukking aan.

Wat betekent ‘van het verleden leren’ nog, als die lijn niet doorgetrokken mag worden naar actuele politieke overwegingen?

Een ander heikel punt: in hoeverre ook vergelijkingen met het heden getrokken mogen worden. Een heikel punt, omdat dat vrij snel politieke kritiek op hedendaags beleid impliceren kan.

Maar wat betekent de steeds impliciet uitgedragen boodschap dat we van het verleden moeten leren nog, als die lijn niet doorgetrokken zou mogen worden omdat de nabestaanden – menselijk zeer begrijpelijk – vooral hun omgekomen familieleden willen herdenken, en daarin niet door actuele politieke overwegingen wensen te worden gestoord?

Vandaar dat altijd met een zekere spanning gewacht wordt op wat de ingehuurde ‘Bekende Nederlander’ in zijn 4 mei-lezing te berde brengen zal. Zeker met het oog op Oekraïne: 24 februari 2022 niet als een tweede 11 september, maar als een tweede 1 september – 1 september 1939 welteverstaan, de dag van Hitlers overval op Polen.

Ditmaal was de historicus Hans Goedkoop de genodigde. En inderdaad: hij kraakte een aantal kritische noten.

Over het huidige Nederland, en het huidige Nederlandse beleid, waar het de omgang met Rusland betrof en betreft, nu inzake Poetin-Rusland Goed en Kwaad even scherp tegenover elkaar staan als in 1939 inzake Hitler-Duitsland. Over de moeizame effectuering van de sancties (Wopke, luister je even mee)?

Over bedrijven, die in abstracto sancties steunen, maar voor zichzelf om uitzonderingen vragen – wie denkt dan niet aan Ben van Beurden van Shell, die nog even snel een profijtelijk oliedealtje met Moskou sloot?

Over wetten, ‘die nog maar kort geleden ingevoerd zijn om een prettig vestigingsklimaat te scheppen voor het geld van de agressor, waarvan we ook toen al wisten dat het dievengeld was. Nu we met een nieuw oog vaststellen wat er niet mag, blijkt dat we vastzitten aan regels en routines die zich voordoen als het recht, maar net de geest daarvan ontberen. De banaliteit van het kwaad – nazisme heb je er niet eens voor nodig’.

Mark Rutte heeft het tot nu toe beter gevonden daar niet op te reageren – maar het is evident dat Goedkoop een mentaliteit en een beleid bekritiseert, dat door hem als geen ander wordt belichaamd.

Van Beurden – een van degenen achter de mislukte poging tot afschaffing van de dividendbelasting – beschikt, anders dan de meeste toeslagenouders, vanzelfsprekend over het mobiele nummer van zijn in het Torentje gestationeerde dienstbode, die als geen ander de afgelopen decennia voor een ‘prettig vestigingsklimaat’ heeft gezorgd en elke controle op fout geld aan de Amsterdamse Zuidas heeft gefrustreerd.

Voor mij persoonlijk is wat Goedkoop aankaart, indirect een beetje een déjà vu. Elf jaar geleden viel mij de eer te beurt in Haarlem de zogeheten Arondéuslezing te houden. Dat leidde tot de nodige heibel, omdat ik er ook niet meende aan te kunnen ontkomen om een lijn naar het heden te trekken.

Het was het eerste jaar waarin de VVD, ten einde de PvdA buiten te kunnen sluiten om de miljonairsvillasubsidie te redden, dat beruchte gedoogpact met Wilders sloot. Inderdaad: de banaliteit van het kwaad – nazisme heb je er niet eens voor nodig. Hebzucht volstaat.

De hoofdverantwoordelijke in 2011: Mark Rutte, kersvers premier. Ook toen al niet gehinderd door de aanwezigheid van enig moreel kompas dat economisch egoïsme van het eigen electoraat te boven gaat.