Home Columns Je geld of je leven

Je geld of je leven

Zo af en toe speelde ik in mijn jeugd met andere kinderen het spel ‘cowboy en indiaantje’. Ik was zelf liever indiaantje dan cowboy, vermoedelijk omdat ik al vroeg een zwak had voor de underdog. ‘Handen omhoog of ik schiet!’ was een veelgehoorde uitspraak tijdens dit spel. Net als ‘Je geld of je leven!’. Ik koos doorgaans voor de eerste optie, want menig kind wist dat geld ondergeschikt was aan een mensenleven. Serieuze taal voor kinderen in een fictief Wilde Westen te midden van de onschuldige, oer-Hollandse polder.

Bij het recente politieke en maatschappelijke debat over het klimaat moet ik vaker terugdenken aan deze uitspraak: ‘Je geld of je leven!’. Het redden van de planeet staat voor mij vrijwel gelijk aan het redden van de mensheid. De belangrijkste tegenstanders en sceptici van dergelijke preventieve maatregelen lijken daarentegen meer waarde te hechten aan het behouden van hun huidige materiële levenswijze. Deze apologeten van het door de Telegraaf aangevoerde anti-klimaatakkoordgeloof kiezen niet voor hun en andermans leven, maar voor het geld.

Ik ben geen anti-kapitalist en ook geen communist. Verre van dat zelfs. Wel plaats ik kritische kanttekeningen bij de verslaving van de moderne westerse mens aan economische groei en het grenzeloos consumeren. Welvaart lijkt steeds meer te prevaleren boven welzijn. De waarde van de moderne mens wordt in sommige kringen zelfs afgelezen aan zijn inkomen, baan en opleidingsniveau. De minister-president van ons land vertoont meer kenmerken van een financieel gedreven bedrijfsleider van de bv Nederland dan van een waardegedreven leider, met expliciet oog voor de zwakkeren in de samenleving. Het belang van het behouden van een vestigingsklimaat voor enkele multinationals weegt zwaarder dan dat van mensen die voor hun leven afhankelijk zijn van hun medemensen, van ons als samenleving.

We moeten meer oog hebben voor de zwakkeren. Mensen die verward op straat lopen, chronisch zieken en gehandicapten. Kinderen die afhankelijk zijn van de jeugdzorg om te kunnen rekenen op een enigszins veilige jeugd. Ouderen die blij moeten zijn met slechts twee pyjamadagen per week en de kans om elke twee dagen te worden gewassen. Echte vluchtelingen die op zoek zijn naar veiligheid, onderdak en een boterham, maar door de samenleving worden gecriminaliseerd. In een land waarin de vrije markt alles dicteert, zijn de grootste verliezers altijd de kleine luyden, het gewone volk, de mensen die meer pech dan geluk hebben in hun leven. Zij betalen letterlijk en figuurlijk de prijs voor de economische voorspoed van hun medemensen.

Tegelijk zeggen steeds meer politici tegen dit ‘gewone volk’: ‘Jullie moeten de rekening niet betalen voor de kosten van de klimaataanpak, zoals de klimaatdrammers dat voorstellen.’ Als het aan deze politici ligt, wordt die rekening namelijk door vrijwel niemand betaald. Dan gaat het aantal klimaatregelen drastisch omlaag om maatschappelijke weerstand (lees: weglopende kiezers) te voorkomen.

Waar is het moreel gedreven leiderschap gebleven? Het leiderschap dat nodig is om dat gewone volk eerlijk te vertellen dat het in het belang van hun kinderen en kleinkinderen absoluut noodzakelijk is om de klimaatverandering een halt toe te roepen. Aan dit verhaal hangt een prijskaartje. Want als we als samenleving doorgaan op de huidige weg van produceren en consumeren, verandert er niets aan het welzijn van onze planeet. We zullen dus allemaal onze verantwoordelijkheid moeten nemen, maar het meest beschaafde zou zijn als de sterkste schouders de zwaarste klimaatlasten voor hun rekening nemen. Te beginnen bij de (zware) industrie.

‘Je geld of je leven!’ Laten we als beschaafd land kiezen voor de meest waardevolle weg: ons leven en dat van ons nageslacht. Het geld is van ondergeschikt belang. Dat is toch kinderspel?