Home Columns Kan een Turk wel begrijpen wat een Koerd voelt?

Kan een Turk wel begrijpen wat een Koerd voelt?

Kan een Turk wel begrijpen wat een Koerd voelt? Het is een vraag die de laatste jaren steeds meer door mijn hoofd spookt. Bijna in alles dat over de ‘Koerdische kwestie’ gaat, wat eigenlijk veel meer een Turkistische kwestie is waarbij Turken zich vastklampen aan hun racisme en fascisme, neem ik nu eerst een moment van rust om een ‘ommetje langs Koerdistan’ te maken: hoe zou een Koerd dit zien?

Het is een aangeleerde oefening, die ook onder druk van de zwart-witdiscussie in Nederland is ontstaan. Hier wordt dikwijls de vraag geopperd of een ‘witmang’ zwarte pijn kan voelen. Het überhaupt stellen van deze vraag en daarover schrijven is mijlenver verwijderd van het verbale en non-verbale geweld dat Koerden en zwarte mensen dagelijks ondergaan.

De vernietigende impact van vernederende grapjes, minachtende opmerkingen en criminalisering in de media neemt geen ‘moment van rust’. Dit zijn koloniale handelingen die in een split second worden begrepen door de slachtoffers, zonder dat ze daarbij een moer zouden moeten uitleggen aan Turken of witte mensen.

Alleen na jarenlange studie, gesprekken en associatie met mensen die een geproblematiseerde afkomst hun leven lang dragen, begin ik een beetje achter hun pijn te komen. Identiteitspijn bestaat, en voelt soms als een uitgegumde naam, soms als een afgehakte ledemaat.

Ik moet hierbij denken aan wat onlangs is gebeurd in Turkije. Ruim tachtig politici van de Koerdische HDP zijn gearresteerd vanwege ‘banden met de PKK’ en ‘het aanzetten van mensen tot protesten’ tijdens de ISIS-aanval op Kobane in 2014. Het is niet vreemd als u hier niks over heeft vernomen. De NOS heeft er niet over bericht, de Volkskrant ook niet. Bij de Turkse staatstelevisie was sowieso niets hierover te vinden. Moet je nagaan als in Nederland meer dan tachtig gekozen volksvertegenwoordigers allemaal gelijktijdig worden opgepakt door arrestatieteams.

Identiteitspijn bestaat, en het voelt soms als een uitgegumde naam, soms als een afgehakte ledemaat

‘Banden met de PKK’, het ‘aanzetten tot protesten’: als dat de ware aanklachten zijn, zouden Erdogan en zijn handlangers al lang gearresteerd moeten zijn. In 2014 onderhandelde Turkije met de PKK voor een vredesakkoord: zonder ‘banden met de PKK’ is dat moeilijk te doen. En in 2016 riep Erdogan tijdens de couppoging hoogstpersoonlijk mensen op de straten op te gaan. De arrestaties zijn andermaal een poging om de Koerdische beweging politiek te liquideren. Sinds 2016 zitten al meer dan duizenden mensen vast, waaronder voormalig HDP-leiders Selahattin Demirtas en Figen Yüksekdag. Al vier jaar van hun vrijheid beroofd, alleen maar omdat ze een meningsverschil hebben met het eenpersoonsregime van Erdogan.

Voor Turken is het T-woord – ‘terrorisme’ – genoeg om het allemaal goed te praten. Of het K-woord: ‘Koerd’. Onlangs zag ik een filmpje van een man met een Koerdisch voetbalshirt, die wilde laten zien hoe hij in het dagelijks leven door Turken wordt bejegend als hij met Koerdische parafernalia rondloopt. En dus ging-ie op de Turkse versie van Chatroulette, een website die willekeurige personen koppelt via de webcam. Het werd een aaneenschakeling van gescheld op Koerden, symptomatisch voor de alledaagse Koerdische pijn in Turkse contexten.

Die pijn zit bijna overal: in de Turkse geschiedenis, de Turkse taal, het vermijden van onderwerpen. Het is overweldigend en traumatisch, zo erg dat ik heel goed kan begrijpen dat mensen er liever nooit meer over willen praten. Dat ze er gevoelloos voor worden, wegstoppen, verdringen. En uiteindelijk hun Koerdische identiteit moeten verbergen.

Ik hoor in Nederland mijn hele leven dat ‘allochtonen’ moeten ‘integreren’, terwijl met de nadruk op ‘onze normen en waarden’ eigenlijk assimilatie wordt verwacht. Een Turk met een grote bek is niet geïntegreerd, een witte man met een grote bek is een bezorgde burger. We hebben hier last van, ik als Turkse Nederlander en moslim ook, en dit dient aangepakt te worden. Maar het is niet te vergelijken met de bulldozerpolitiek in Turkije.

Je zou denken dat Turkse Nederlanders door hun ervaring hier meer empathie zouden voelen met het Koerdische onbehagen. Helaas. De Turkse haat is sterker gebleken.

Alleen een leven lang het Turkistische denken wegwassen schept ruimte voor meer liefde voor Koerden. Als we het niet proberen, zal het nooit gebeuren ook.