Home Columns Morele superioriteit smoort de discussie over gelijkheid

Morele superioriteit smoort de discussie over gelijkheid

Dat petities vaak sneuvelen door gebrek aan politieke wil is een bekend gegeven, zelfs al is de petitie ondertekend door 200.000 personen, zei politicoloog Menno Hurenkamp onlangs nog in het Parool. Een debat over godslastering naar aanleiding van de petitie over het strafbaar stellen van het beledigen van de profeet – zelfs van álle profeten, zoals in de petitie stond te lezen – viel dan ook niet te verwachten.

Toch kwam deze petitie zelf wel ter sprake bij het afgelopen Kamerdebat over de vrijheid van meningsuiting – althans, dat wat een debat had moeten voorstellen. Wat we zagen was een schouwspel van verontwaardigde, stampende Kamerleden, geleid door het schreeuwende Kamerlid Madeleine van Toorenburg (CDA) en Farid Azarkan (Denk) als een zich kranig verdedigend lijdend voorwerp.

Azarkan had tijdens het debat begrip getoond voor de moslimgemeenschap om de petitie te starten. Dit veroorzaakte een storm van woede, waarin Kamerleden zich beriepen op de onbeschaamde ‘timing’ om de petitie te starten en aan de orde te stellen. Over de redenen van de petitie werd niet gedebatteerd, maar het was duidelijk dat het initiatief was ingegeven door aanhoudende kwetsingen van moslims in de samenleving. Hoe haaks deze ongelijke behandeling ook staat op de kernwaarden van de democratie, de petitie werd door de hele Kamer afgeserveerd met als argument dat de ‘timing’ niet goed was.

De timing-kaart is niets minder dan een morele terechtwijzing

Deze timing-kaart is niet nieuw en wordt vaker ingezet om discussies te smoren over ongelijkheid. Het meest bekende voorbeeld is de discussie over Zwarte Piet. Er is nooit een ‘goed’ moment om het erover te hebben of om acties op te zetten. De zomer en de herfst worden beschouwd als te vroeg, en in december mag men het er niet over hebben omdat anders het kinderfeest wordt verpest. Demonstraties worden al helemaal veroordeeld. De timing-kaart is niets minder dan een morele terechtwijzing.

Wie wijst terecht? Degene die boven je staat: je ouders, de schoolmeester, de politieagent, je baas, dus iemand die jou beoordeelt en niet zelf wordt beoordeeld. Over morele superioriteit is bekend dat die voortkomt uit het zelfbeeld erg rechtvaardig, deugdzaam en moreel hoogstaand te zijn. Kenmerkend is ook dat mensen die zich moreel superieur voelen weinig empathisch vermogen hebben. Althans, ze vinden het meestal niet nodig om die te tonen. Daardoor staat morele superioriteit elk debat in de weg: het staat haaks op gelijkwaardigheid, het kernbeginsel van de democratische rechtsstaat.

Deze attitude van morele superioriteit was zichtbaar bij een blaffende Van Toorenburg, gedrag dat overigens opvallend genoeg door de Kamervoorzitter Khadija Arib werd toegestaan. In de uitzending van Buitenhof van afgelopen zondag werd Arib op deze opmerkelijke tolerantie aangesproken. Ze probeerde haar permissiviteit uit te leggen met het argument dat de emotie in de samenleving ook in Kamer moet worden toegelaten. Zou dat ook gelden voor racisme, vernederingen en andere ongelijkheden?

Een democratie dient gelijkwaardigheid als belangrijkste principe te hebben. De Tweede Kamer zou de plek moeten zijn waar men dit grondbeginsel hoog houdt. De Kamer is een politieke arena waarin mensen uit verschillende werelden, met verschillende perspectieven, en verschillende achtergronden elkaar ontmoeten. Juist dáár zou men moeten proberen elkaar te begrijpen en sámen bekijken wat er speelt en welke kant we op moeten gaan. Maar het ‘debat’ in de Kamer liet wederom zien dat juist daar bijna niemand bereid is om het op democratische wijze te voeren.

Zolang morele superioriteit overheerst en laatdunkendheid een geaccepteerde norm is, wordt het principe van gelijkwaardigheid aangetast. Juist nu de polarisatie in de samenleving sterk is toegenomen, is het belangrijk dat niet vanuit morele superioriteit, maar vanuit principes van gelijkwaardigheid en empathie van gedachten wordt gewisseld en gehandeld.

Eerlijk is eerlijk: de zichtbare ontlading van Van Toorenburg is een spotprent waard die ‘zelfs’ bij moslims niet verkeerd zou vallen.