Vorig jaar schreef ik op deze plek ten aanzien van de Palestijns-Israëlische kwestie dat het een vraagstuk is dat toen – vóór 7 oktober – al zo precair was, dat erover berichten evenwichtskunst vergde. Bij dit onderwerp luistert elk woord nauw. We willen er onpartijdig over schrijven, schreef ik toen.
Na 7 oktober is dat nog moeilijker geworden met de toegenomen polarisatie. We konden destijds niet vermoeden dat het Palestijns-Israëlische conflict een jaar later het nieuws gruwelijk zou domineren. Ging het toen over het provocerende bezoek van een Israëlische minister aan de Tempelberg, nu gaat het over de aanslag van Hamas en het daaropvolgende ongekende Israëlische wraakgeweld en tienduizenden burgerslachtoffers.
In mijn omgeving hoor en zie ik dat de polarisatie in onze samenleving zulke vormen heeft aangenomen dat men het onderwerp in het openbaar beter vermijdt. Onze demissionaire regering vaart een pro-Israëlische koers. Op sociale media vliegen de verwijten heen en weer. De afkeuring van het geweld tegen de Palestijnse burgers kan zomaar als toejuichen van geweld tegen Israëliërs worden opgevat – en vice versa.
Het grote stille midden van Nederland houdt de mond. Zij staan versteld, betreuren de doden aan beide kanten of willen simpelweg niet meedoen aan een oneindige zinloze discussie over de kleur van het leed. Een demonstratie tegen de oorlog in Gaza slaan ze over. Niet omdat zij niet meeleven met de Gazanen, maar uit angst dat de sfeer omslaat in een antisemitische manifestatie. Ze willen hun joodse en Israël-gezinde kennissen niet kwijtraken. Ze willen hen in de ogen kunnen kijken. Ik denk dat dit een moreel dilemma is voor velen onder ons.
Het grote stille midden van Nederland houdt de mond
Tegelijkertijd moet je zelfs over deze kwestie, hoe moeilijk het ook is, op een respectvolle manier van mening kunnen verschillen. Wanneer het grote midden echter stil is, wordt het podium gedomineerd door de flanken die de polarisatie en haat verder opvoeren.
Het grote midden bestaat uit mensen met allerlei achtergronden en juist meer genuanceerde geluiden klinken te weinig tijdens het oorlogsgekletter. In mijn omgeving veroordelen bijna alle moslims de aanslag van Hamas op Israëlische burgers, maar ze willen ook over de duizenden omgekomen onschuldige Palestijnse kinderen, vrouwen en burgers spreken. Ze houden echter hun mond, omdat ze bang zijn dat ze dan gezien worden als pro-Hamas en antisemiet.
Ooit was het begrip ‘emotionele intelligentie’ populair: emotioneel worden op het juiste moment, in de juiste mate, op de juiste wijze. Vooral dat ‘op de juiste wijze’ is essentieel.
Ook voor de Kanttekening is het belangrijk om kalm te blijven. De emotie wel voelen en benoemen, maar niet de emotie worden. Hoe moeilijk dat soms ook is. De gebeurtenissen in de wereld emotioneren ons. Wij zijn ook mensen en in sommige gevallen hebben we een emotionele band met de slachtoffers. Wij zien de video´s die worden gedeeld en volgen de berichtgeving.
Daarom is het verstandig om je eigen kompas te volgen. Liefst een moreel kompas waarin medemenselijkheid het zwaarste weegt.
Laten we ons inspireren door de vermoorde journalist en vredesactivist Hrant Dink, waarover Tayfun Balcik schreef. Dink zette zich in voor de Turks-Armeense verzoening en vond dat die twee naties met elkaar moesten praten ondanks een genocide en vijandigheid in het verleden.
Hoe moeilijk het ook is, vergevingsgezindheid en verzoening zijn de enige oplossingen om conflicten en oorlogen te stoppen. Sinds de couppoging in Turkije in 2016 ben ik honderden keren door een aantal vrienden, kennissen en zelfs sommige familieleden beschuldigd van landverraad, terrorisme, betrokkenheid bij de coup, zionisme, lidmaatschap van de Mossad, spionage voor Amerika en Israël, afvalligheid, enzovoort. Tot nu toe heb ik nooit gereageerd en ben ik geen enkele discussie aangegaan. Ik heb altijd geloofd dat de tijd de beste genezer is en dat uiteindelijk duidelijk zal worden wie gelijk heeft. Niet iedereen, maar sommigen hebben mij inmiddels gebeld om zich te verontschuldigen voor hun eerdere uitspraken. Kortom, verbreek het contact niet en blijf in gesprek.
Het is essentieel dat Palestijnen en Israëliërs zo snel mogelijk met elkaar in gesprek gaan en proberen de oorlog te beëindigen. Anders vrees ik dat het conflict niet alleen daar, maar ook hier de diepe kloof zal verbreden en de polarisatie zal vergroten.
Dialoog is uiteindelijk de enige weg die we ook in Nederland moeten afleggen.
We moeten over onze schaduw heenstappen en in gesprek raken. Dat is iets anders dan zwijgen omdat het onderwerp te gevaarlijk is.