Op zaterdagavond gebeurde wat al dagen in de lucht hing. Iran viel Israël aan. Het was alsof er die avond een theaterstuk in première ging, waarvan iedereen het scenario al kende. Want de aanval was onvermijdelijk nadat Israël het Iraanse consulaat in Damascus had vernietigd, zo gonsde het vorige week.
Net als bij een goed toneelstuk wordt het publiek geraakt, ook al is het verhaal reeds bekend. De vijand laat zich zien, de verontwaardiging is groot. We voelen empathie met het slachtoffer, ondanks zijn of haar gebreken. Fictie? Niet op het wereldtoneel.
Ondanks de kritiek op Israël voor de gruwelijkheden in Gaza stonden westerse en Arabische bondgenoten het land zaterdagavond bij. Iran was de vijand, zo klonk het verhaal. Vannacht vond er een (beperkte) tegenaanval plaats. Was het Israël hierom te doen toen het land de diplomatieke onschendbaarheid aan zijn laars lapte en het Iraanse consulaat in Syrië onder vuur nam? En is Iran wel de vijand in dit verhaal?
Niet over nagedacht
De eerste vraag is lastig te beantwoorden, al is het alleen maar omdat Israël de aanval nooit officieel heeft opgeëist. Maar het effect is er in ieder geval, zo stelt Erwin van Veen, senior onderzoeker bij het Clingendael Instituut.
‘Er zijn twee hypotheses in omgang’, vertelt hij. Een daarvan is dat Israël inderdaad een reactie wilde uitlokken om daarmee de aandacht te verschuiven van Gaza naar Iran. Een andere hypothese is dat Israël er onvoldoende over na heeft gedacht dat haar actie Iran in feite zou dwingen om te reageren.’
‘Je zou kunnen zeggen dat Iran zich inhield’
Van Veen neemt ons even mee in de tweede hypothese. De aanval van Israël op het consulaat was een vervolg op eerdere aanvallen op de Revolutionaire Garde van Iran. In december en wederom in januari doodde Israël al hooggeplaatste leden van deze belangrijke militaire organisatie. Iran reageerde hier mondjesmaat en indirect op via gewapende groepen in Libanon en Irak. ‘Je zou kunnen zeggen dat Iran zich inhield’, legt Van Veen uit.
‘De aanval op het consulaat was een vervolg in deze serie, maar wel een escalatie. Het is een doelwit dat onschendbaarheid geniet onder de Weense conventie. Je weet dat daar problemen van komen. Daarom lijkt deze hypothese mij niet zo waarschijnlijk.’
Een symbolische aanval
Ook over de tegenaanval van Iran op Israël doen verschillende interpretaties de ronde. Daags na de aanval doen tal van westerse analisten hun best om het gevaar van Iran te duiden. Hoe gevaarlijk is Iran ook alweer? Waartoe is het in staat? Hoe zat het ook alweer met het nucleaire programma, waar we zo bang voor waren?
‘Het was vooral een signaal richting Israël, om te laten zien waartoe Iran in staat was’
Mehran Kamrava denkt dat de aanval op zaterdag niet erg gevaarlijk was. ‘Dit was vooral een symbolische aanval.’ Kamrava is directeur Iraanse Studies bij het Arabische Centrum voor Onderzoek en Beleidsstudies Iran in Qatar. Hij beschrijft de aanval van Iran als doelbewust berekend, bedoeld om een signaal af te geven in plaats van schade aan te richten. ‘Iran kondigde de aanval drie dagen van tevoren aan bij Koeweit, Irak en Turkije, wetende dat ze deze informatie door zouden spelen aan de Amerikanen.’
‘Het was misschien een manier om met eigen ogen te zien waartoe het Israëlische luchtafweersysteem in staat was. Maar het was vooral een signaal richting Israël, om te laten zien waartoe Iran in staat was, zonder daadwerkelijk burgerdoelen te raken’, zo stelt hij.
Als deze uitleg klopt, dan is het geheel in lijn met het buitenlandbeleid van Iran in de afgelopen jaren: zo veel mogelijk zeggen door zo weinig mogelijk te doen. ‘Over het algemeen is het Iraanse buitenlandbeleid in het Midden-Oosten vrij pragmatisch en realistisch, er is weinig ideologisch aan. Er is geen vooropgezet plan om de Iraanse invloed uit te breiden, Iran reageert over het algemeen redelijk defensief’, zegt Van Veen.
‘Neem de aanval op de Amerikaanse bases in Irak eerder dit jaar’, voegt Kamrava toe. ‘Ook hier gaven ze de Irakezen een waarschuwing, waardoor de Amerikanen genoeg tijd hadden om zich te verplaatsen. Hierdoor vielen er geen doden. Dit is het patroon van de manier waarop Iran reageert op Israël.’
Geen applaus
Het lijkt koorddansen, maar het applaus ontbreekt. Vooral in eigen land is er nog weinig begrip vanuit de bevolking voor wat Iran nu eigenlijk heeft gedaan, vertelt Kamrava. ‘Er heerst vooral onbegrip over de aanval, er zijn veel vragen. Iran legt niet aan het volk uit wat de ware intentie was van deze aanval, waardoor het lijkt op een mislukking. In Iran zelf wordt de aanval van zaterdagavond geridiculiseerd.’
‘In Iran zelf wordt de aanval van zaterdagavond geridiculiseerd’
Dit betekent niet dat het Iraanse volk oorlog wil, gaat hij verder. In de dagen na de aanval kwamen juichende Iraniërs in beeld op verschillende media. Hierdoor zou de indruk ontstaan dat Iran inderdaad uit is op oorlog, maar volgens Kamrava is dit een verkeerd beeld. ‘Iran wil geen escalatie.’
Het Westen interpreteerde de Iraanse actie tegen Israël niet als een symbolische daad maar als een doelbewuste aanval. ‘Dit is niet een kwestie van verkeerd begrijpen, maar van verkeerd willen neerzetten’, zegt Van Veen. ‘Als je een beetje moeite doet Iran beter te begrijpen, dan kom je met een paar vrijdagmiddagen een heel eind.’
Het vijandsbeeld
Van Veen maakt een uitstapje in de geschiedenis. De highlights: de Iran-Irak oorlog (1980-1988) en de inval van de Amerikanen in respectievelijk Afghanistan (2001) en Irak (2003). In geen van deze oorlogen was Iran de agressor, maar ze verhoogden wel het dreigingsbeeld in Iran, zo legt Van Veen uit. ‘Daarnaast werd de Iraanse veiligheidselite die op het moment aan de macht is gevormd tijdens de Iran-Irak oorlog. Dit was een periode van enorme verwoesting in Iran, waarbij Irak wordt bijgestaan door grote delen van het Westen. Dit terwijl Irak de agressor was. Ironisch genoeg was het juist Israël dat Iran steunde, omdat het Saddam Hoessein als het grote gevaar beschouwde. Israël leverde hier op grote schaal wapens aan Iran.
Dit is de lens waardoor vervolgens in Tehran de oorlogen in Irak en Afghanistan geïnterpreteerd worden, gaat hij verder, Amerikaanse invasies van Iran’s buurlanden. ‘Tussentijds voegt de Amerikaanse president George W. Bush Iran ook nog eens toe aan ‘de axis of evil’, terwijl datzelfde Iran net de Amerikanen in Afghanistan heeft geholpen, onder diezelfde generaal Qasem Soleimani die de VS in 2020 doodt bij het vliegveld van Bagdad. Het label ‘schurkenstaat’ verklaart mede waarom Iran de Amerikanen keihard tegenwerkt in Irak en hier in feite een machtspositie in haar achtertuin creëert.’
Israël heeft een goede propagandamachine’
‘Amerika heeft daarnaast zelf last van een soort van collectieve psychose ten aanzien van Iran na 1979, toen de Iraanse revolutie een einde maakte aan het regime van de sjah. Sindsdien hebben de VS Iran niet willen accepteren als een volwaardige speler in het Midden-Oosten’, stelt Van Veen. En dat resulteert in een reflex waarbij de Verenigde Staten Iran proberen te isoleren en neer te zetten als een kwaadwillende speler. Na de Amerikaanse inval van Irak in 2003 – die veel door Iran gesteunde weerstand ondervond – is dit alleen maar sterker geworden. En Israël heeft een goede propagandamachine, die zich sinds 2010, zeker onder Netanyahu, sterk heeft ingezet om Iran in een overdreven kwaad daglicht te stellen.’
Dreiging aanwezig
In sommige opzichten begrijpt Van Veen wel dat Iran als dreiging gezien wordt door Israël. Bijvoorbeeld in Syrië, waar Iran een grote rol speelt in de burgeroorlog. Als buurland van Israël is wat daar gebeurt ook een kwestie van nationale veiligheid voor Tel Aviv. Syrië is echter geen buurland van Iran, waardoor defensieve argumenten voor Iraanse inmenging niet overtuigen. En ook in Libanon heeft Israël wel redenen om zich zorgen te maken, want Hezbollah is een serieuze dreiging.’
Bovendien is er ook het een en ander veranderd sinds de Israëlische campagne in Gaza, gaat hij verder. ‘Wat de regionale context van Gaza heeft laten zien is dat het As van Verzet (Iran en diens bondgenoten Hamas, Hezbollah en de Houthi’s) redelijk gesynchroniseerd opereert. Het beeld dat dat allemaal proxies zijn van Iran klopt niet, maar er is wel coördinatie van Iran en Hezbollah tussen al die partijen. Dat blijkt best aardig te functioneren. Ik denk dat er in Israël daardoor wel de nodige alarmbellen zijn afgegaan na 7 oktober. Dit is echter nog geen reden om een consulaat plat te leggen.’
Onvoorwaardelijke steun
Verbazingwekkend vindt hij het niet dat westerse landen klakkeloos meegaan in het huidige narratief van Israël. ‘Landen als Nederland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten hebben zich ook voor deze recente uitwisseling van aanvallen praktisch onvoorwaardelijk achter Israël geschaard. En dat ondanks de enorme verwoestingen in Gaza, dat bovendien kampt met een ernstige hongersnood.’
‘Het Westen heeft zich toch altijd achter Israël geschaard?’
Van Veen zoomt in op Nederland. ‘De staat gaat in cassatie (in hoger beroep bij de Hoge Raad, red.) tegen het exportverbod voor F-35 reserveonderdelen. Het ministerie van Buitenlandse Zaken schort toekomstige hulp aan de VN-hulporganisatie UNRWA op, met het volle inzicht in wat voor humanitaire gevolgen dat kan gaan hebben. Nederland onthoudt zich bovendien steeds weer van stemming in de Algemene Vergadering van de VN wanneer resoluties oproepen tot een staakt-het-vuren. Vanuit een dergelijke mate van steun is het logisch mee te gaan in het narratief van het goede Israël tegenover het slechte Iran en de dreiging die van het laatste land uitgaat.’
Ook Kamrava is niet verbaasd over de westerse opstelling. ‘Welke verschuiving van de opinie? Het Westen heeft zich toch altijd achter Israël geschaard?’ merkt hij cynisch op. ‘De Europese Unie heeft blijkbaar geen moeite met de genocide in Gaza. De EU heeft de Israëlische aanval op de Iraanse ambassade niet veroordeeld, hoewel Iran daar wel om heeft gevraagd. Dat is de hypocrisie van de westerse regeringen.’
Een bestaand patroon
Het is een patroon dat ten tijde van grote conflicten zichtbaarder wordt en waar ook de Arabische landen zich naar voegen. Hoewel Saoedi-Arabië toenadering blijft zoeken tot Iran lichtte het koninkrijk de VS wel in over de naderende Iraanse drone- en raketaanval op Israël. En ofschoon Jordanië het geweld van Israël in Gaza de afgelopen maanden sterk veroordeelde haalde dit koninkrijk meerdere Iraanse raketten uit de lucht in zijn eigen luchtruim. ‘Jordanië is uiteindelijk een vrij autoritaire monarchie, waarbij de elite militair afhankelijk is van de Verenigde Staten en financieel van Saoedi-Arabië’, legt Van Veen uit. ‘En omdat het Iraanse regime zijn aanval op Israël al ruim van te voren had aangekondigd was het makkelijk punten te scoren bij de VS.’
‘Iran was altijd de favoriete boeman van het Midden-Oosten’
‘Iran was altijd de favoriete boeman van het Midden-Oosten’, zegt Kamrava en hoewel dit even op de achtergrond leek te zijn verdwijnen sinds de oorlog in Gaza staat deze boeman nu weer volop in de spotlights. Kamrava gelooft ook dat dit conflict voorlopig nog wel even voortduurt. ‘Ik hoop dat ik ongelijk heb, maar ik denk dat we aan het begin staan van een vicieuze cirkel van Israëlische aanvallen en Iraanse tegenaanvallen.’
Zolang Israël het nodig vindt
Israël heeft laten weten dat het de Iraanse aanval in ieder geval zal vergelden, tegen het advies van de Amerikaanse president Joe Biden in. Op donderdagnacht heeft Israël vermoedelijk een aanval uitgevoerd op een locatie in Iran. En Iran zal daar weer op moeten reageren, verwacht Kamrava. Zal het dan weer gaan om een symbolische aanval? ‘Dat hangt af van de schade die Israël aanricht. Als Israël een aanval pleegt waarbij doden vallen dan zal Iran misschien wel een tegenaanval verrichten die gelijk daaraan staat.
Volgens Van Veen kan dit spel nog wel even duren, hoewel hij eerder verwacht dat er meer symbolische aanvallen zullen volgen dan acties waarbij daadwerkelijk op grote schaal doden vallen. ‘Dit kan duren zolang Israël het nodig vindt de aandacht af te leiden van de verwoestingen en de hongersnood in Gaza. De Israëlische premier Benjamin Netanyahu heeft een constante serie aan gebeurtenissen nodig om verdere internationale veroordeling van Israël te voorkomen.’
Israël bewandelt immers een doodlopend pad, aldus Van Veen. Er is nu een enorm Palestijns vluchtelingenprobleem. Gaza kampt met een hongersnood. Er lopen bovendien twee rechtszaken tegen Israël en Hamas niet vernietigd. Ook Hezbollah blijkt een taaie tegenstander en Israël is intern diep verdeeld. Dus wat kan Israël doen? ‘Alles wat je kunt doen om je eigen problemen te verhullen met nieuwsberichten over een ander probleem, waar je zelf beter uitkomt, is mooi meegenomen.’