21.4 C
Amsterdam

Wat leren ongeïnformeerde Nederlanders van de slavernijherdenking? 

Chris Aalberts
Chris Aalberts
Journalist en auteur van o.a. ‘De puinhopen van rechts’. Doceert Media & Journalistiek aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Lees meer

Een paar weken geleden was ik in Suriname om de parlementsverkiezingen te verslaan. Op een vrije dag gingen we per boot naar het district Commewijne en bezochten onder andere Frederiksdorp. Deze voormalige plantage is tegenwoordig een vakantieresort, maar de huizen ademen nog steeds de koloniale tijd. Een gids leidde ons rond en vertelde over de suikerplantages, het werk wat tot slaaf gemaakten moesten uitvoeren en hoe onmenselijk dat was.

We stonden bij een pers waarmee vroeger suikerbieten werden vermalen. Het kwam weleens voor dat er een hand klem kwam te zitten. Het was dan heel gewoon om de arm van de tot slaaf gemaakte af te hakken. Het was niet de bedoeling dat de productie werd vertraagd. Als er niet hard genoeg werd gewerkt, konden tot slaaf gemaakten ook in een ketel kokende suiker worden gegooid. Het zijn maar twee kleine voorbeelden van de ellende die Nederland hier heeft aangericht.

Na zo’n rondleiding kijk je toch anders naar de Nationale herdenking van het slavernijverleden op 1 juli. Partijen als GroenLinks-PvdA en D66 vinden dat dit een vrije dag moet worden, maar deze herdenking betekent voor veel Nederlanders maar weinig. Deze gaat niet over hun voorouders en hoeveel weten we nou eigenlijk van wat de slavernij precies inhield en aanrichtte? Dit is waar de herdenking op dinsdagmiddag voor een groot deel om draait: bewustwording en erkenning.

Terecht doel

Een mooi en terecht doel, maar voelt iedereen mee? De meeste twijfel zie je bij de toespraak van premier Schoof, die vertelt over Sint Eustatius, waar hij een bezoek bracht aan het Slavenpad, een weg die tot slaaf gemaakten dagelijks in de brandende zon moesten afleggen. Slavernij, zo zegt Schoof, is een geschiedenis die we gezamenlijk onder ogen moeten zien. We gaan samen op weg naar heling, erkenning en herstel. Er klinkt wat boe-geroep: hoe oprecht is de premier van wat tot voor kort een PVV-kabinet was?

De meeste twijfel zie je bij de toespraak van premier Schoof

We horen burgemeester Halsema zeggen dat er stappen vooruit worden gezet, maar dat het soms ook de verkeerde kant op gaat. Je zou bijna denken dat ze de opkomst van de PVV bedoelt. Racisme is er nog steeds, aldus Halsema, die spreekt over de nog altijd aanwezige gevoelens van witte superioriteit en het racisme dat nog steeds in instituties aanwezig is. Historisch leed wordt niet opgelost, niet iedereen wordt hier in gelijke mate door geraakt, maar erkenning is wel een gezamenlijke opgave.

Dat schuurt. Door mijn bezoek aan Suriname weet ik hoe weinig ik van het slavernijverleden wist en weet. Een vertegenwoordiger van de marron-gemeenschap in Nederland vertelt in het Oosterpark over de marrons die in Suriname zijn gevlucht: een daad van verzet en hoop. In Suriname heb ik over de marrons geleerd. Als ik er niet was geweest, gaat dit het ene oor in en het andere oor uit. Hier realiseer je je: zonder onderwijs wordt het niets met die bewustwording, laat staan met erkenning.

Meer dan erkenning

Wat zou een buitenstaander die zich nooit in het slavernijverleden heeft verdiept van deze herdenking leren? Het ongemakkelijke antwoord is: de pleidooien die het meest in het oog springen gaan verder dan herdenking en erkenning. Meerdere sprekers praten over de excuses van de Nederlandse regering en het belang daarvan, maar dat die excuses niet een punt zijn, maar een komma. Het echte werk begint nu pas: er moet recht worden gedaan aan historisch onrecht. Het woord herstelbetalingen valt.

Als mensen niets weten van het slavernijverleden, blijft alleen deze term hangen: een politieke discussie waarbij iedereen elkaar de tent kan uitvechten. Of die betalingen er moeten komen? Dat oordeel laat ik graag over aan anderen, maar zolang de kennis bij het grote publiek ontbreekt, zal deze roep om genoegdoening per definitie geen vruchtbare bodem vinden. Wat dat betreft zijn de excuses van de Nederlandse regering inderdaad geen punt, maar een komma.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -