In Turkije en via de Diyanet-moskeeën in Europa blijven politiek en religie sterk met elkaar verweven. Aan de vooravond van de herdenking van de couppoging op 15 juli richten Turkse imams in Europa zich in hun vrijdagpreken opnieuw tegen Gülen-sympathisanten. Dat is te zien in meerdere versies van de vrijdagpreek (hutbe).
‘Het is alweer negen jaar sinds ons glorieuze verzet tegen de valstrikken van de verraders. We hebben ze uitgeschakeld met Allahs genade, de veerkracht van onze staat en de moed van onze geliefde natie’, staat in de preken die vandaag in Turkije worden gehouden.
De harde woorden zijn gericht tegen Gülen-sympathisanten, die worden uitgemaakt voor ‘FETÖ-terroristen’ – een term die buiten de Turkse invloedssfeer niet wordt gebruikt. Ze worden zonder uitzondering beschuldigd van de mislukte couppoging van 15 juli 2016.
‘Die nacht stonden we schouder aan schouder, man en vrouw, jong en oud, hand in hand tegen de interne en externe vijanden die het gemunt hadden op onze onafhankelijkheid en onze toekomst’, luidt het in de Turkse preek.
De islamitische religie wordt vervolgens direct verbonden met de politiek geïnspireerde couppoging, waarvan nog steeds onduidelijk is wat er precies is gebeurd. Een parlementair onderzoek daarnaar werd tegengehouden door de partijen AKP en MHP.
‘Het verraad van 15 juli heeft ons laten zien dat authentieke religieuze kennis, gebaseerd op de Koran en de Soenna, onmisbaar is. In de Hadith die ik aan het begin van mijn preek voorlas, waarschuwt onze geliefde Profeet (vrede zij met hem) ons als volgt: ‘Ik heb jullie twee dingen nagelaten, en zolang jullie je daaraan vasthouden, zullen jullie nooit afdwalen. Dit zijn: het Boek van Allah en de Soenna van Zijn Profeet.”
Opvallend is dat in de preken van Turks-Nederlandse Diyanet-moskeeën een afgezwakte vorm van deze haatretoriek tegen Gülen-sympathisanten wordt gehanteerd. De scherpe kanten, zoals hierboven beschreven, zijn weggelaten. De couppoging komt pas aan het einde van de preek aan bod. Maar ook daar wordt nog steeds een verband gelegd tussen ‘religieuze kennis’ als bescherming tegen staatsgrepen door ‘misbruikers van religie’ en ‘dwaallichten’.
‘… de mensen die het snelst misleid kunnen worden, zijn degenen die niet genoeg kennis hebben over de waarheid van de islam. Daarom moeten we in Turkije wetenschappelijk en intellectueel voorbereid zijn op bewegingen die de eenheid en het voortbestaan van onze natie hebben aangevallen, zoals op 15 juli.’
In de Nederlandse versie wordt ‘FETÖ’ niet genoemd, maar in de preek wordt nog steeds nadrukkelijk afstand genomen van Gülen-sympathisanten.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!