Op het strand van Umm al Tuyur in Syrië zijn de tentjes weer open. De boulevard loopt vol, de chalets zijn verhuurd, de parkeerplaatsen zijn bezet. Overal langs de weg wordt gebakken: brood, kip of versgevangen vis. Ook het restaurant van Ahmed doet goede zaken. ‘Dat is wel eens anders geweest. Er waren dagen dat ik hier niet eens naar buiten durfde’, vertelt hij.
Ahmed is Turkmeens, evenals het merendeel van de ruim 1100 inwoners van het kustplaatsje in het noordwesten van Syrië, gelegen in de provincie Latakia. Hij is er geboren en getogen, net als veel andere Turkmenen. Hij voelt zich als een vis in het water van deze Mediterrane kust, grapt hij. En nu, sinds de val van het Assad-regime, kan hij eindelijk zichzelf zijn.
De vlag hangt uit in het dorp. De Turkse, om precies te zijn. Overal zie je de witte maan en ster, te midden van het wapperende rood. Vaak wappert ernaast de Syrische vlag, waar de bovenste rode strook juist is vervangen met de groene kleur, om een nieuw Syrië in te luiden. De vlaggen hangen verbroederend naast elkaar, alsof het lot van Syrië is verbonden met dat van Turkije.
‘We voelen ons verbonden met deze vlag’
‘Toen het regime omver werd geworpen, veranderde onze toekomst. We konden eindelijk vrij zijn. Dit is hoe we onze blijdschap uiten. We voelen ons verbonden met deze vlag’, zegt Ahmed. ‘Maar ik ben een Syriër, hoor.’

Honderden jaren geleden
De Turkmenen vormen een minderheidsgroep in Syrië. Hun voorouders streken hier neer in de 11e eeuw, sindsdien zijn ze er blijven wonen. Er zijn geen officiële cijfers, omdat Syrië geen etnische census uitvoert. De Syrische Turkmenen zelf schatten hun aantal op ongeveer 3.5 miljoen, waarvan 1.5 miljoen nog de Turkse taal spreken. Ze wonen voornamelijk in het noorden van Syrië: op de Turkmenberg bij Latakia, rond Aleppo, Idlib, Homs, Tartus, maar ook rondom Damascus. Sommigen assimileerden en hebben nog weinig binding met de Turkse taal en cultuur, maar in deze kustplaats is die nog volop in leven.
Dat is ook niet gek, legt Ahmed uit. ‘Jarenlang mochten we onze taal niet spreken. We moesten onze identiteit verbergen, want we konden elk moment worden opgepakt. We hielden ons letterlijk verstopt in onze huizen. We durfden nauwelijks de straat op te gaan’.
Het is de eerste keer dat hij hierover praat met een persoon van buiten zijn gemeenschap, vertelt hij. Dit blijkt ook uit de verhalen van niet-Turkmenen, die naar het strand zijn gekomen voor een dagje weg. Verbaasd kijken ze naar de Turkse vlaggen. ‘Het zijn er wel veel’, mompelt een voorbijganger. ‘Mijn familie komt hier al jaren, maar wist nooit van de Turkmenen. We hadden geen idee dat ze hier woonden en wat ze meemaakten onder het Assad-regime’, vertelt Noor al-Din, een toerist uit Damascus.
‘Mijn moedertaal is Turks, mijn Arabisch is beperkt’
Onder zowel Hafez als Bashar al‑Assad werden de Turkmenen systematisch gemarginaliseerd. Ze werden niet erkend als etnische minderheid, want het regime wilde een Arabische nationale identiteit opleggen. Hun taal was verboden in het onderwijs en in de media, maar ook in het dagelijks leven durfden ze nauwelijks Turks praten, want discriminatie was alom. ‘Mijn moedertaal is Turks, mijn Arabisch is beperkt. Als ik een kapotte koelkast had, dan kon ik niet zomaar een nieuwe kopen. Als er iets kapot was in mijn huis, dan kon ik geen aannemer bellen. We leefden jaren met kapotte spullen’, vertelt Ahmed.

Tijdens de burgeroorlog werd de situatie voor de Turkmenen onhoudbaar. In Latakia en op de Turkmenberg voerden Rusland, dat het Assad-regime te hulp schoot, luchtaanvallen en bombardementen uit. Circa 300.000 Turkmenen werden gedwongen te vluchten. In 2015 vluchtten alleen al zo’n 1.500 Turkmenen over de grens naar Turkije. Turkije had het over een etnische zuivering, omdat de acties gericht leken te zijn op het verdrijven van soennitische gemeenschappen van strategische gebieden. Alawietische gemeenschappen werden vervolgens aangemoedigd in de leegstaande dorpen te gaan wonen.
Nu veel Turkmenen weer terugverhuizen naar hun oorspronkelijke dorpen in Syrië, zijn er veel spanningen tussen de oude en nieuwe bewoners, vertelt Keram uit de pittoreske kustplaats Burj al-Islam op de Turkmenberg. Hij remigreerde onlangs van Turkije naar zijn dorp, waar hij een charmant restaurant opende aan een van de stranden die vroeger het exclusieve eigendom was van de Assad-familie. Sinds de machtsovername is het strand openbaar en Syrische toeristen komen er massaal op af.
‘De zaken gaan goed, maar we voelen ons niet veilig hier. Onlangs stonden de bergen hier in brand. We geloven niet dat dit komt door hitte, het is aangestoken om ons hier weg te krijgen. Toen de brand geblust was, vonden we een tekst in de bergen. ‘Jullie hebben de vrijheid om te reizen, wij hebben de vrijheid om te verwoesten’, stond er. Dat was voor ons bedoeld.’

Erkenning als etnische groep
Toch heerst er onder veel Turkmenen nog steeds een feeststemming. De machtswisseling wordt gezien als een overwinning. Veel Turkmenen sloten zich tijdens de burgeroorlog aan bij de oppositie. Politiek organiseerden ze zich ook. In 2012-2013 werd de Syrian Turkmen Assembly (STA) opgericht. Vertegenwoordigers van deze organisatie namen deel aan vredesgesprekken, waarin ze hun visie op de toekomst van Syrië uiteen zetten.
De organisatie bestaat nog steeds en ook nu hebben ze een duidelijke boodschap aan regeringsleiders. Ze willen als etnische groepering in de nieuwe grondwet opgenomen worden, met expliciete rechten. Ze willen hun taal en cultuur behouden, politieke representatie, onderwijs in het Turks en erkenning als onderdeel van de Syrische etnisch-religieuze compositie.
Deze eisen, die veel lijken op eisen van andere etnische minderheden zoals de Koerden, zijn tot dusver niet ingewilligd. De Turkmenen nemen geen deel aan de interim-regering en waren niet uitgenodigd voor het Nationale Dialoog Congres in februari, waarin de toekomst van Syrië werd besproken. Er zijn weliswaar gesprekken geweest tussen interim-president Ahmed al-Sharaa en de STA, maar dit heeft nog niet geleid tot concrete resultaten.
‘Ik hoor bij deze zee’
Toch zullen Turkmenen minder snel geneigd zijn hun onvrede te laten blijken door middel van protest of geweld. Ze genieten de steun van Turkije, een bondgenoot van de Syrische regering, die op verschillende plekken in het noorden van Syrië een flinke vinger in de pap heeft. Een Turkse delegatie van het YTB — een Turkse overheidsinstantie gericht op Turken in het buitenland, kwam afgelopen februari nog op bezoek in Umm al-Tuyur en Burj Islam om te zien en horen wat de inwoners nodig hadden. Of en wat er van deze steun terechtkomt, moet nog blijken. De invloed van Turkije in Syrië is bovenal ondergeschikt aan de eigen strategische belangen.
Voor Ahmed uit Umm al Tuyur hoeft het allemaal niet zo hoog op te lopen. Op de vraag of hij in Syrië meer Turkse invloed zou willen zien, haalt hij de schouders op. ‘Ik heb geen idee, ik heb nooit in Turkije gewoond. Ik weet niet hoe het is om onder Turks gezag te leven.’ Hij had bovendien de keuze kunnen maken om naar Turkije te verhuizen, het land waarmee hij zich verbonden voelt in taal, cultuur en identiteit. Toch was er geen haar op zijn hoofd die hem hiertoe kon verleiden, vertelt hij. ‘Ik ben een Turkmeense Syriër. Dit is mijn thuis. Ik hoor bij deze zee. Ik zou nooit ergens anders willen wonen.’

Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!