16.6 C
Amsterdam

Koerden in Diyarbakir verlangen naar langdurige vrede

Pina Bontius
Pina Bontius
Journalist

Lees meer

Pina Bontius verbleef in mei en juli in de overwegend Koerdische stad Diyarbakir, in het zuidoosten van Turkije, en peilde er de stemming. Daar zorgt Öcalans oproep tot ontwapening van de PKK voor hoop, maar ook voor twijfel.

Op 27 februari 2025, bijna een decennium na het einde van het laatste officiële vredesproces tussen de Turkse staat en Koerdische groepen, doet Abdullah Öcalan een uitspraak die zorgt voor een nieuwe wending en een golf van hoop in Diyarbakir. In een brief van anderhalve pagina roept Öcalan tijdens het Koerdisch Nieuwjaar, Newroz, op tot ontwapening van de PKK, de gewapende Koerdische arbeiderspartij, waarna de PKK twee maanden later inderdaad haar wapens neerlegt. Naar eigen zeggen heeft de groep ‘zijn historische missie vervuld’. Betekent demilitarisering een werkelijke ommezwaai in de Koerdische kwestie, waarbij Turkse en Koerdische partijen dichter bij elkaar komen, of is het eenvoudigweg een andere draai in een decennialange, omstreden geschiedenis?

In de overwegend Koerdische stad Diyarbakir, in het zuidoosten van Turkije, leeft hoop dat dit keer meer mogelijk is dan tijdens eerdere onderhandelingen tussen Koerdische en Turkse groepen. Toen in oktober 2024 Devlet Bahçeli, leider van de nationalistische politieke partij MHP, in het parlement pleitte voor een mogelijke vrijlating van Öcalan, leek de deur naar een onderhandelingsproces definitief opengezet. ‘Laat de leider van de PKK roepen dat het terrorisme over is’, opperde Bahçeli in het parlement. Voor de publieke oproep tot ontwapening had Öcalan brieven gestuurd naar talloze betrokkenen in Turkije en de Koerdische regio’s, waarna de verklaring uiteindelijk eind februari 2025 openbaar werd gemaakt.

Koerdische vrouwen zitten buiten bij een theehuis in Diyarbakir. Beeld: Pina Bontius

Een algemeen secretaris van de lokale gemeente benadrukt dat er een verzachting van de Turks-Koerdische relaties aan de gang is. ‘De Turkse overheid heeft gezegd: ‘Kom, laten we praten en oplossen!’. Mijn verwachting is dat op korte termijn meer autonomie zal volgen; autonomie in de vorm van vrijheid om cultuur met minder of zelfs zonder restricties uit te oefenen.’

Ook binnen de Koerdisch-gezinde Dem-partij klinkt optimisme. Omgeven door campagneaffiches in de groene en paarse kleuren van de partij, stelt Celal Alphan, vicepresident van de Diyarbakir-afvaardiging, dat nu de PKK de wapens heeft neergelegd de kans op een succesvolle uitkomst van de vredesonderhandelingen groter is. ‘Als Öcalan bevrijd wordt, zal het vertrouwen in het proces en in de politiek significant stijgen. Zijn gezag blijft groot. Voor ons zullen de woorden, daden en bevelen van Abdullah Öcalan altijd doorslaggevend zijn. Er is hoop dat we ditmaal niet alleen praten, maar echte stappen zetten.’

Beladen onderwerp

Ontwapening blijft een beladen onderwerp in de context van de PKK. Vahap Cosgun, een bekende hoogleraar aan de Dicle Universiteit in Diyarbakir, waarschuwt dat het ontbreken van wettelijke bescherming voor voormalige strijders een obstakel kan zijn voor een effectieve en duurzame oplossing tussen de PKK en de Turkse staat. ‘Het elimineren van wapens creëert ruimte voor dialoog, maar garanties voor Koerden zijn er nooit. Het vredesproces anno 2025 is onvergelijkbaar met eerdere vredesonderhandelingen, zoals bijvoorbeeld tussen 2013 en 2015. Ditmaal zijn er geen verzoeken van de Koerdische kant, we willen enkel vrede.’

Toch heerst er teleurstelling onder Koerden in de stad vanwege het ontbreken van werkelijke concessies door de Turkse staat in de afgelopen maanden. De kans bestaat dat de Koerden met lege handen achterblijven als de PKK zich zonder gestelde voorwaarden ontwapent.

Het vredesproces in 2025 wordt sterk beïnvloed door de nadruk van de Turkse staat op nationale veiligheid. Al meer dan twee decennia beschouwt het bestuur in Ankara de PKK als de grootste binnenlandse dreiging. Deze benadering leidde ertoe dat Koerdische culturele uitingen in het publieke domein verbonden worden met de PKK als ‘terroristische organisatie’. De algemeen secretaris van de lokale gemeente Diyarbakir benadrukt dat deze associatie diep ingrijpt in het vertrouwen van de bevolking in de Turkse nationale wet.

‘Werk dat niets met politiek te maken heeft, wordt onder de PKK  geschaard’

Ondanks de hoop na de oproep van Öcalan blijft de dagelijkse realiteit voor velen in Diyarbakir bedrukt. Uitingen van Koerdische taal en cultuur worden nauwlettend in de gaten gehouden door Turkse diensten. Omar Fidan, werkzaam bij de gemeente Kayapinar in Diyarbakir, legt uit hoe Koerdische expressie structureel in verband wordt gebracht met de PKK. ‘Het is ingrijpend dat we het Koerdisch niet vrijuit kunnen spreken. Culturele evenementen die met Koerdische taal of geschiedenis te maken hebben, worden gekort onder het mom van ‘bezuinigingen’. Zelfs werk dat niets met politiek te maken heeft, wordt onder de PKK en dus het ‘terroristen-narratief’ geschaard.’

De dynamiek illustreert een bekend patroon in de verhouding tussen Koerden en Turken, waarbij de Turkse staat weigert Koerden te erkennen en meer autonomie te geven, uit vrees voor ontwrichting en onsamenhangendheid in het land. Herhaaldelijk leidt de onenigheid hierover tot nieuw geweld en onaangekondigde repressie en beperkingen.

Schoolgebouw met vlinders

De Zarokistan Perperike-school, een lieflijk aandoend schoolgebouw met een door vlinders gedecoreerde ingang, tevens in de gemeente Kayapinar en omgeven door grijze hoogbouw, is een zeldzaam voorbeeld van culturele ruimte. Jonge kinderen krijgen er les in diverse dialecten Koerdisch, wat volgens docente Medya Yerlikoya ‘revolutionair’ is. Uitgebreid toont ze kleurrijke werkboeken in Kurmanci en Zazaki, de twee meest gesproken Koerdische dialecten in Diyarbakir.

De Koerdische taal blijft toenemend kwetsbaar. Uit onderzoek van het Kurdish Studies Center blijkt dat slechts 9 procent van de ouders thuis nog consequent Koerdisch met hun kinderen spreekt, terwijl slechts één op de vijf kinderen onder de elf de taal vloeiend spreekt.

Ondanks beperkingen op de Koerdische taal blijven lokale actoren in Diyarbakir veelvuldig actie ondernemen om de Koerdische identiteit in het dagelijks bestaan te verweven. In een map laat de secretaris van de lokale gemeente voorbeelden zien van beleidsrapporten waarin ze Koerdische woorden en namen heeft opgeschreven, in plaats van de Turkse taal te hanteren.

‘Voor ons doen de verschillen er niet toe’

Voor Koerden in Diyarbakir blijft de vraag leven of de ontwapening en nieuwe gesprekken leiden tot een werkelijk duurzame vrede of opnieuw stranden in politieke en economische kwelling. De herinnering aan de mislukking van het vredesproces in 2015 weegt zwaar, evenals de heftige destructie die in de nasleep ervan plaatsvond en nog altijd zichtbaar is in de oude stad van Diyarbakir.

Beeld: Pina Bontius

Naast pijnlijke herinneringen blijft scepsis aanwezig door gebeurtenissen als de arrestatie en vervanging van prominente politici met een Koerdische achtergrond, zoals Selahattin Demirtaş in 2015 en recenter Ekrem Imamoglu in maart dit jaar. De Turkse politieke ruimte is beperkt en Diyarbakir ademt in het najaar van 2025 zowel verwachting als voorzichtigheid, hoewel er zowel lokaal als institutioneel besef leeft dat er een kans ligt om wonden te helen.

Op de campus van de Dicle Universiteit zit een groepje bevriende studenten te kletsen, een deel van hen blijkt Koerdisch, de anderen Turks. ‘Het is goed dat er op politiek niveau weer gesproken wordt, maar voor ons doen de verschillen er niet toe. Onze vriendschap is wat altijd blijft tellen.’

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -