Echte diversiteit in de politiek betekent macht delen en plekken vrijmaken. Niet wachten tot iemand precies in de partijcultuur past, maar die cultuur openen zodat meer mensen kunnen aansluiten, schrijft Jonas van Hest.
Progressieve partijen zeggen dat ze staan voor inclusie en representatie. Ze willen dat iedereen kan meedoen, ongeacht afkomst, kleur of achtergrond. En dat geloof ik ook. Maar zodra de lokale kieslijst verschijnt, ontstaat er een ander beeld. De eerste plekken, waar de macht en zekerheid liggen, worden nog altijd gevuld door dezelfde vertrouwde gezichten. De mensen die al jaren in het netwerk zitten, die de taal van het bestuur spreken. De diversiteit begint pas daarbuiten. Niet in de kern, maar op de drempel.
Op landelijk niveau zie je wel verandering. Bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen stond een kandidaat met een Nederlands-Marokkaanse achtergrond op plek 2 bij GroenLinks-PvdA. Dat is belangrijk en symbolisch tegelijk. Maar juist lokaal, waar politiek het dichtst bij mensen hoort te staan, blijft de vertegenwoordiging achter. Terwijl daar de meeste levens zich afspelen, de gesprekken aan keukentafels plaatsvinden en vertrouwen gebouwd of gebroken wordt.
Het wringt. Mensen met een bi-culturele achtergrond worden vaak gezien als waardevol: ze bereiken andere gemeenschappen, spreken meerdere talen, brengen een ander verhaal. Dat is oprecht en goed bedoeld. Maar zodra het gaat om de plekken waar besluiten genomen worden, wordt de diversiteit minder. Je mag zichtbaar zijn, maar niet vanzelfsprekend meebeslissen. Je bent welkom, maar wel op afstand.
En dat raakt aan iets groters. Want het gaat hier niet om één lijst of om wie er waar staat. Het gaat over geloofwaardigheid. Hoe geloofwaardig ben je als je zegt dat iedereen meetelt, maar de eerste zes of zeven plekken op de lokale lijst bestaan uit mensen die allemaal min of meer hetzelfde profiel hebben? Hoe overtuigend is je boodschap van inclusie als de vertegenwoordiging in je eigen fractie daar niet op lijkt?
Het betekent dat je ook ruimte moet maken voor stemmen die anders klinken
Voor veel mensen met een migratieachtergrond is dit herkenbaar. Je wordt gewaardeerd om wat je toevoegt, maar niet als vanzelfsprekend onderdeel van de vaste kring. Je mag bruggen slaan, helpen om kiezers te bereiken, laten zien dat de partij divers is. Maar het blijft bij: meedoen, niet meebeslissen. Herkenbaar zijn, maar geen richting geven. Het verschil tussen gezien worden en echt gehoord worden.
Progressieve partijen lopen hier vast in hun eigen symboliek. Diversiteit is niet moeilijk om over te praten, maar wel om te leven. Want het betekent dat je ook ruimte moet maken voor stemmen die anders klinken. Voor mensen die niet de vanzelfsprekende partijtaal spreken. Voor ongemak aan tafel. En dat is iets anders dan een inclusieve slogan op een verkiezingsposter.
Toch is dat ongemak precies de plek waar iets kan veranderen. Representatie betekent niet dat je van iedereen een kopie maakt, maar dat je leert omgaan met verschil. Dat je vertrouwt dat iemand met een andere achtergrond ook verantwoordelijkheid kan dragen, ook al kent diegene het spel nog niet van binnenuit. Dat je begeleiding biedt in plaats van drempels. En dat je vraagt: wil je meedoen en meedenken? In plaats van: wil je ons helpen diverser te lijken?
Ze herkennen zichzelf zelden in de mensen die over hun buurt beslissen
In veel gemeenten verandert de samenleving sneller dan de politiek. Mensen met Turkse, Marokkaanse, Syrische, Poolse of Eritrese roots wonen er, werken er, sturen hun kinderen naar dezelfde scholen. Ze leven in dezelfde dorpen en wijken, maar herkennen zichzelf zelden in de mensen die over hun buurt beslissen. En dat doet iets met vertrouwen. Je voelt dat het systeem zegt: je hoort erbij, maar tegelijk: niet te dichtbij.
Echte inclusie vraagt iets van mensen die al binnen zitten. De bereidheid om macht te delen, om stoelen aan tafel vrij te maken. Dat betekent soms dat iemand op een zekere plek komt, niet omdat diegene het hele systeem al kent, maar omdat je wilt dat de raad echt een afspiegeling wordt van de samenleving. Niet wachten tot iemand perfect past in de partijcultuur, maar die cultuur iets opener maken zodat meer mensen passen.
Diversiteit is geen aanvulling, maar een beginpunt. Het is niet iets dat je laat zien op een foto, maar iets dat zichtbaar wordt in wie mag spreken, beslissen en vertrouwen krijgt.
Als progressieve partijen echt willen staan voor inclusie, dan begint dat niet met de buitenwereld overtuigen, maar met de eigen lijsten, de eigen fracties, de eigen vergadertafels. Zolang daar vooral dezelfde mensen blijven zitten, blijft diversiteit een mooi woord in een programma, maar geen werkelijkheid in de politiek.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!

