De dagen vóór de verkiezingen stond mijn telefoon roodgloeiend. Tientallen kennissen en vrienden belden en appten: ‘Wat gebeurt er? Wordt de PVV weer de grootste? Wat betekent dat voor ons land?’ Het onderwerp leefde. Mensen maakten zich zorgen, maar waren ook nieuwsgierig en betrokken. Mijn antwoord bleef steeds hetzelfde: lees de partijprogramma’s, stem niet uit angst maar uit overtuiging. En als je met je stem invloed wilt uitoefenen en verlangt naar stabiliteit, rechtvaardigheid en redelijkheid, kies dan voor een van de drie grote redelijke partijen: GroenLinks-PvdA, D66 of het CDA. Voor de rechtsstaat. Voor democratie en gelijkheid. Voor harmonie. Voor fatsoen, zoals Bontenbal het noemde.
Vandaag, nu de stemmen bijna geteld zijn en we nog steeds niet weten wie de grootste is geworden, kunnen we zeggen: er is reden tot hoop. Nederland heeft niet gekozen voor woede, maar voor positiviteit en redelijkheid. D66 van Rob Jetten wist zelfs PVV-stemmers aan zich te binden met een optimistisch verhaal: ‘Het kan wel.’ Al twintig jaar was dit linkse, progressieve en middenpartijen niet gelukt. Zo ontwikkelt zich een effectief contra-narratief tegen radicaalrechts.
De afgelopen weken zagen we een opmerkelijke wending in de politiek. Zelfs Dilan Yesilgöz liet de harde toon varen, omdat de VVD op tijd zag dat dit averechts werkte. De debatten gingen niet meer voornamelijk over angst, haat, asiel en islamofobie, wat twee jaar terug hoofdthema’s waren. Wilders kreeg de ruimte niet van redelijke partijen. Chapeau!
Er waait een nieuwe wind door het land: de hunkering naar stabiliteit en positiviteit.
En die hunkering heeft zich vertaald in de uitslag. Redelijke partijen staan, naast de PVV, bovenaan. En hoewel de strijd tussen D66 en de PVV nog niet beslist is, is één ding helder: radicaalrechts stagneert.
De kiezer heeft laten zien dat het midden ertoe doet
De PVV heeft veel zetels verloren en zit niet meer in het centrum van de macht. Dat is de grootste winst, voor nu. Ook omdat de vier grote partijen Wilders hebben uitgesloten. Dat is een terugkeer naar de cordon sanitaire-politiek, zoals destijds met de Centrumdemocraten, en dus winst voor ons mooie Nederland.
Ik denk dat dit een keerpunt is. Nederland kiest massaal voor verbinding en stuurt de uitsluitende partijen naar de radicaalrechtse hoek van de Kamer. De kiezer heeft laten zien dat het midden ertoe doet. Ondanks het feit dat GroenLinks-PvdA veel heeft verloren, bracht die partij het sociaal geweten terug in de politiek, terwijl het CDA ons eraan herinnerde dat fatsoen een politieke waarde is en blijft.
Ina Brouwer, mede-oprichter van GroenLinks, zei terecht in een reactie op de verkiezingsuitslag: ‘We moeten niet denken in links of rechts, maar in bewegingen. Er zijn veel overeenkomsten tussen D66, CDA en GroenLinks-PvdA. Het gaat om oplossingen die bij deze tijd passen.’ Dit is de essentie, denk ik: de zoektocht naar positiviteit en redelijkheid als antwoord op extremen.
Maar we moeten waakzaam blijven. De structurele groei van radicaalrechts is niet voorbij. De vraag is niet alleen wie wint, maar wie het vertrouwen waard blijft. Zoals een gezegde luidt: ‘Woorden die verbinden, zijn zaadjes van vrede.’ Laten we zorgvuldig woorden van liefde planten.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!




 
                                    


