In het Amsterdamse cultuurcentrum De Nieuwe Liefde kwam gisteren de crème de la crème van de allochtone intelligentsia bijeen om het nieuwe boek Galmende geschiedenissen van antropoloog Sinan Çankaya te bespreken. Het werd een indrukwekkend pleidooi voor meer opstandigheid tegen de zogenaamde beschaving van het Westen, die de genocide in Gaza laat gebeuren.
De grote zaal van De Nieuwe Liefde is tot de nok toe gevuld. Veel jongeren van kleur zijn afgekomen op de boekpresentatie Galmende geschiedenissen van Sinan Çankaya, met, in de woorden van moderator Charisa Chotoe, een ‘Lowlands-achtige line-up’ van sprekers.
Als eerste komt Çankaya’s redacteur Katrijn van Hauwermeiren van De Bezige Bij kort aan het woord. Ze vertelt dat ze vanaf het begin ‘binnenstebuiten’ werd gekeerd en vaak tegen zichzelf aanliep door de ‘seismograaf van onze tijd’.
Woede spat ervan af
Het was geen gemakkelijke opgave om degene te redigeren die zelfs Adriaan van Dis ‘de racist in zichzelf zou laten zien’, zegt ze, en geeft dan snel het woord aan de man van het uur: Sinan Çankaya.
Çankaya benoemt eveneens de worsteling met de redactie. ‘De eerste reacties na het indienen van mijn manuscript waren termen als ‘rommelig’ en dat ‘het spettert’.’ Hij vroeg om uitleg. ‘De woede spat ervan af,’ kreeg hij te horen.
‘Tja, wat verwacht je als er een genocide plaatsvindt die tot de totale ineenstorting van westerse instituties heeft geleid’, neemt Çankaya ons mee in de worsteling met zijn redacteuren. Dat is ook in het boek te lezen, en hij deelt grijnzend mee dat Van Hauwermeiren daarin als ‘Esther’ opduikt.
‘De institutionele kramp tegenover de genocide in Gaza is overal waar te nemen’, stelt Çankaya. ‘Bij de reacties op de studentenprotesten – dat is gewoon staatsgeweld – de censuur en repressie in de media, de opdracht dat we ons als personen van kleur gematigd moeten opstellen bij het betreden van witte instituties. Dat je constant sommige woorden moet inslikken. Velen moeten grote delen van zichzelf achterlaten bij de poorten van de witheid. Ik praat anders, ik kleed me anders.’
De genocide in Gaza is een centraal punt in zijn betoog, en hij neemt geen blad meer voor de mond. Ook niet over de zogenoemde instrumentalisering van de Holocaust. ‘Het laatste westerse taboe, het hoogste in de pikorde – de Holocaust – is politiek gemaakt’, vertelt hij. Het drukt alle andere herinneringen aan massaal geweld weg, zoals de genocide op de Roma en Sinti en de slavernij.
Over antisemitisme en de ‘Europese ereschuld tegenover Joden’ stelt hij dat er inmiddels iets anders aan de hand is, namelijk het etaleren van witte onschuld na 1945. Het hele ‘zelfgenoegzame’ idee dat antisemitisme na de oorlog is gestopt en dat racisme iets van vroeger was. Ook de ontkoppeling van antisemitisme van de bredere strijd tegen racisme is hem een doorn in het oog.
Door dit alles blijft Palestina letterlijk en figuurlijk in Europa’s dode hoek. ‘Het zijn de slachtoffers van slachtoffers’, citeert hij de Palestijns-Amerikaanse literatuurwetenschapper Edward Said.

Maar Çankaya is klaar met de ‘verhullende taal’ over de genocide in Gaza. ‘De oorlog in het Midden-Oosten’ of ‘het Palestijns-Israëlische conflict’ dekt volgens hem geenszins de lading van het genocidale Israëlische geweld. Onder deze omstandigheden is er volgens hem ook geen recht op Israëlische zelfverdediging. ‘Het bezette Palestijnse volk heeft dat wel.’
Hij herinnert zich het wandelen in Amsterdam met een gebroken hart, maar haalt daarna weer fel uit. ‘Ik hoef er niet meer bij te horen, bij de zogenaamde beschaving op westerse voorwaarden.’ Over de volgende generaties zegt hij: ‘Zij zullen terugkijken en zich afvragen: Waarom grepen er niet meer mensen in?’
Çankaya krijgt een daverend applaus voor zijn scherpe uitspraken. De zaal verheugt zich op meer ‘allochtone waarheid’ in een panel met bestuursadviseur Tofik Dibi, fotograaf Çigdem Yüksel en journalist Lotfi el Hamidi. Hoe gaan zij om met de weerstand als ze over het lijden in Gaza willen praten?
‘Je kunt niet ongeschonden blijven wanneer je klappen blijft vangen,’ vertelt Lotfi el Hamidi mysterieus over zijn vertrek bij NRC. Hij schrijft nu voor De Groene Amsterdammer.
Opklimmen
Voordat hij daar verder op in kan gaan, wil Çankaya nog kwijt dat hij ook weerstand voelde om over zijn kindertijd te praten, zowel bij de psycholoog als in het boek. Het zou symbool staan voor het idee dat zijn woede op de maatschappij alleen een persoonlijk probleem is.
‘Ik wilde vooral een politiek verhaal vertellen. Sociale problemen kunnen we niet individualiseren. Mijn boosheid komt niet door mijn kindertijd. Ik ben boos om dat Palestijnen worden afgeslacht.’
Daarop trekt een ‘getriggerde’ Tofik Dibi een boekje open over ‘standaardverhalen’ van personen van kleur die opklimmen. ‘Dat kennen we nu wel’, zegt hij. ‘Verhalen over Aboutaleb die het gelukt is om burgemeester te worden. Prima.’
El Hamidi heeft met Generatie 9/11 ook geen standaard migrantenboek geschreven. ‘Het moest eruit, niet zomaar een coming-of-age’, zegt hij sarcastisch. ‘Het is wel belangrijk om het persoonlijke politiek te maken.’
Tussen het allochtone mannengeweld luistert fotograaf Yüksel aandachtig. Wanneer haar werk Je moest eens weten ter sprake komt, deelt ze mee dat ze het stereotiepe beeld van moslimvrouwen op straat met boodschappentassen heeft willen corrigeren. ‘Dit, de blik van witte Nederlandse fotografen, mocht niet het enige beeld zijn dat volgende generaties van deze generatie vrouwen zouden hebben.’
Van Aboutaleb tot Bolkestein
De moderator wil meer weten over de dubbele strijd van sociale klimmers van kleur die een tweefrontenoorlog voeren. Çankaya geeft toe dat hij in dat proces het racistisch neerkijken op de eigen gemeenschap heeft verinnerlijkt. ‘Over Turken, over religie.’
Dibi herkent het in de lof die hij kreeg nadat hij uit de kast kwam. ‘Van Aboutaleb tot Bolkestein. Ik was de meest geïntegreerde Marokkaan ooit, op een ex-moslim na. Maar het duurde maar één tweet over Palestijnse doden, en ineens was ik een Hamas-terrorist. Ik wist altijd al dat het vrijblijvend was, het was geen echte connectie, het waren vooral Nederlandse zelffelicitaties.’
De moderator vraagt Dibi hoe het is om in Marokkaanse kringen de ander te zijn. Hij denkt even na en zegt dat het hem toch makkelijker afgaat. ‘Mijn familie pretendeert niet constant een democratische rechtsstaat te zijn’, zegt hij en krijgt de lachers mee.
Dibi deelt mee dat hij zich heeft neergelegd bij het feit dat Joodse levens in Nederland hoger worden gewaardeerd dan andere levens. ‘Ongeloof, woede en verdriet. Dat is wat ik voel. Constant. We zijn met veel minder. En de enige momenten van verlichting zijn zulke avonden van waarheid.’
Yüksel meldt dat de tweefrontenoorlog soms ‘schizofreen’ kan aanvoelen, maar dat ze altijd kan thuiskomen bij familie. Dit terwijl ze de publieke ruimte, de straat onveiliger dan ooit ervaart.
‘Als ik het genocide wil noemen, dan moet dat gewoon kunnen’
Terug bij El Hamidi, die openhartig vertelt over zijn tijd bij NRC. ‘Ik zei tegen mijn collega-redacteur: van 9 tot 5 draag ik een pet, maar zodra ik het pand verlaat, stap ik de echte wereld in met de naakte waarheid die je op Al Jazeera over Gaza ziet.” Hij ontwikkelde een strategie van pick your battles.
‘Want anders verspeel je bij het eerste het beste meningsverschil al je kaarten. Sommige mensen willen het gewoon niet begrijpen. Daar lijkt het op. En als ik het genocide wil noemen, dan moet dat gewoon kunnen. Mijn maatstaf was mijn dochter van tien. Kun je al die verminkte lichamen uitleggen aan kinderen? Nee, dus ik ben niet degene die gek is.’
Op de vraag wat uiteindelijk tot zijn vertrek heeft geleid, is hij eerlijk. ‘Een vrijgekomen vacature bij De Groene Amsterdammer. Tja, de huur moet worden betaald.’
Dibi vertelt daarop dat hij veel voetballers en andere beroemdheden kent die om dezelfde reden stil blijven. ‘Ik heb net een contract’, kreeg hij vaak te horen toen hij acties over Gaza wilde opzetten.
‘Hoe lang zijn we nog veilig hier?’
Yüksel legt een link tussen het geweld in Gaza en de situatie hier. ‘Hoe lang zijn we nog veilig hier? Elk jaar verschijnt er wel een rapport over moslimdiscriminatie dat niet serieus genomen wordt.’
Çankaya vindt het ‘betalen van de huur’ te makkelijk als een genocide plaatsvindt. Hij stelt voor om ons collectief beter te organiseren. ‘Dus mocht iemand hierdoor ontslagen worden, dan zou dat opgevangen kunnen worden’. Aansluiten bij een vakbond dus.
‘Dat is de reden waarom ik de banden met mijn gemeenschap, de moskee, nooit heb verbroken’, reageert El Hamidi. ‘Ik maakte me nooit illusies en heb daarom altijd twee paspoorten behouden.’
‘Waar ga je überhaupt naartoe?’, wil Dibi van El Hamidi weten. Dubai? Weer gelach in de zaal.
‘Ik maakte me nooit illusies’
‘Nee, gewoon Marokko’, zegt hij en uit opnieuw zijn ontgoocheling en verontwaardiging over ‘de uitroeiing van Palestijnen als beesten’. Hij richt zich direct tot de zaal. ‘Als dit een rechtbank was, dan was het het hele kabinet schuldig aan medeplichtigheid en ontkenning van genocide.’
Luid applaus volgt. El Hamidi roept iedereen tenslotte op door te gaan met ‘je blijven uitspreken’, en deel te nemen aan ‘sit-ins’ en demonstraties. ‘Geef vooral niet op’, aldus El Hamidi.
Gaza als catharsis
Na het panel neemt de dichter Nisrine Mbarki het woord en ook in haar voordracht is de teleurstelling met Nederland en het Westen diep. ‘Ben ik blind geweest de afgelopen 45 jaar. Gaza is de catharsis geworden voor het failliet van het Westen. Ik hoor en hoor niet bij dit systeem’, zegt ze.
Het einde van de avond is weer voor de man van het uur. ‘’Hoe kun je nog in het Westen en het internationaal recht geloven? Wij moesten integreren. Wij, de barbaren, die mens moesten worden. Het waren allemaal luchtkastelen, van anti-moslim, anti-Arabisch en anti-Palestijns racisme.’
Çankaya omarmt daarom liever de excommunicatie als ‘barbaar’, die opstaat tegen de genocide in Gaza, dan de ‘beschaving van het Westen’.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!