Elke maand gaat de Kanttekening in gesprek met vluchtelingen en statushouders in Nederland. Hoe zijn ze hier gekomen? En hoe hebben zij hun nieuwe leven in Nederland opgebouwd? Deze maand: Sherwan Qasem. Hij moest zijn geliefde Syrië verlaten omdat het daar te gevaarlijk voor hem werd.
Sherwan Qasem studeerde Engels aan de universiteit van Damascus. Na zijn opleiding rolde hij de journalistiek in, maar hij schreef nooit over politiek. Bewust niet, want hij wilde niet in problemen komen. ‘De periode van 2004 tot 2010 was voor Syrië een bloeitijd, vooral voor Damascus. Toeristen konden Syrië steeds beter vinden. Vooral in de hoofdstad groeide het aantal hotels en restaurants. Damascus was the place to be, ook voor studenten. Studeren aan de universiteit kostte ongeveer 200 euro per maand, terwijl je in Amman of Beiroet voor diezelfde periode 600 à 700 euro kwijt was. Er kwam ook wat meer vrijheid. Meer dan vijftig jaar lang waren er in Syrië slechts drie kranten. Mede door de komst van internet waren er meer mogelijkheden om iets te publiceren, op voorwaarde dat je het niet over politiek had.’
Samen met twee vrienden had Qasem een website vol informatie voor studenten die in het buitenland wilden gaan studeren én voor studenten die juist naar Syrië wilden. Allemaal objectieve, nuttige dingen die studenten nodig hadden zonder politieke saus. Heel onschuldig. Dat wil zeggen: tot en met februari 2011.
Arabische Lente
In 2010-2011 brak de Arabische Lente uit. Het begon in Tunesië en breidde zich al snel uit naar Libië, Egypte en Jemen. Begin 2011 waren er in Syrië, onder andere in Damascus, demonstraties om de vrijheidsstrijders in het buitenland te steunen. ‘Dat werd niet op prijs gesteld. De gedachte daarachter was waarschijnlijk: als je eenmaal leert demonstreren, dan is dat op een moment ook voor jezelf. Al snel werd iedereen die een camera had als een potentieel gevaar beschouwd. Om te voorkomen dat mensen zelfgemaakte video’s op het internet plaatsten, werden sociale media geblokkeerd.’
Maar er was nog iets. Wie het beroep van journalist had, was automatisch in gevaar. Sherwan merkte dat er collega-journalisten ‘verdwenen’. Het was niet veilig meer voor hem. Hij wilde niet weg, maar hij móest weg.
‘In augustus 2012 ben ik vertrokken. Het moment waarop je je land moet verlaten, vergeet je nooit. Je stopt je hele bestaan noodgedwongen in een kleine rugzak. Ik dacht écht dat het tijdelijk was, maar dat liep anders af. Elke dag droom ik van een terugkeer naar Damascus. Mijn kleine broertje was tien jaar toen ik weg moest. Nu is het een volwassen man van 22 jaar. Ik heb hem niet zien opgroeien.’
‘Ik kon slechts één maaltijd per dag betalen’
Sherwan ging naar Turkije, wat niet zonder gevaar was. Bij grensovergangen lagen lijsten met Syriërs die gezocht werden. De enige reden dat hij op zo’n lijst kon staan, waren zijn werkzaamheden voor de website. Dat had immers het label journalistiek. Er was geen sprake van een arrestatiebevel, wel van een risico. Gelukkig ging alles goed en hij bereikte Turkije. Aanvankelijk bleef hij in de buurt van de grens in verband met de gedachte snel naar huis te kunnen gaan.
‘In landen als Tunesië en Egypte duurde het allemaal niet zo lang en je kon na een paar weken weer terug. Syrië vormde een ander verhaal. Op een gegeven moment ben ik naar Istanbul gegaan, want ik had dringend werk nodig. Ik had niet veel geld en kon slechts één maaltijd per dag betalen. Overigens kom ik van oorsprong niet uit Damascus. In het begin moest ik daar heel erg wennen aan al die auto’s en al die mensen. Maar ik was wel in mijn eigen land en sprak mijn eigen taal. Dat was in Istanbul natuurlijk heel anders én het is er totaal anders dan in Damascus met ongeveer 2 miljoen inwoners. Istanbul heeft 18 miljoen inwoners! Bovendien spreken niet zoveel mensen in Turkije Engels en ik sprak geen Turks.’
Gelukkig vond Sherwan in Istanbul een baan als reisleider en leidde, in het Engels, belangstellenden rond door Istanbul. Zo leerde hij twee mensen kennen die bij Artsen zonder Grenzen werkten. Ze complimenteerden hem met zijn uitstekende Engels. Waarom solliciteerde hij niet bij Artsen zonder Grenzen?
Sherwan nam het advies over en kreeg een baan als tolk Engels aangeboden. Iemand die bij Artsen zonder Grenzen werkt, heeft altijd het recht om een opdracht te weigeren. Alleen schrok Sherwan toen hij hoorde waar hij als eerste naartoe zou gaan: de regio Aleppo. ‘Ik was bang om twee redenen: ik was Syrië kort daarvoor ontvlucht én ik ben een Koerd. Ik liep dus extra risico. We hebben het besproken en ik ben gegaan. Alles verliep goed.’
Geen tournee langs azc’s
Hij bleef voor Artsen zonder Grenzen werken. Na een tijdje kreeg hij de functie van projectleider. In 2017 werd hem een nieuwe standplaats aangeboden, bijvoorbeeld in Londen of Amsterdam. ‘Ik koos meteen voor Amsterdam, want ik had in Syrië heel positieve ervaringen opgedaan met een Nederlandse organisatie. Toen ik naar Amsterdam verhuisde, hoefde ik me geen zorgen te maken over een werkvergunning en dergelijke. Dat regelt Artsen zonder Grenzen voor haar medewerkers.’
In feite was Sherwan Qasem een vluchteling, maar geen traditionele asielzoeker. Hij kwam dan ook niet in Ter Apel terecht, gevolgd door een tournee langs meerdere azc’s. Toch was hij een keer in het aanmeldingscentrum in Ter Apel. Alleen niet als asielzoeker, maar met Artsen zonder Grenzen.
Helaas stuitte Sherwan wel op problemen van andere aard. ‘De salarissen bij Artsen zonder Grenzen zijn niet zo idioot hoog. Het is immers een hulporganisatie. Er werd me verteld dat ik te weinig verdiende om een kennismigrant te worden genoemd. Daarvoor moest ik minimaal 64.000 euro bruto verdienen. In verband met de inflatie is het tegenwoordig 6.245 euro bruto per maand.’
Toen hij probeerde om een burgerservicenummer te bemachtigen, kon hij alle papieren overleggen. Op één ding na: een geboortebewijs. Daarom kon hij niet geregistreerd worden. De uitleg dat hij een vluchteling was en een terugkeer naar Syrië veel te gevaarlijk zou zijn was niet aan de IND besteed. Sherwan was volgens hen immers een expat, geen asielzoeker. Maar zonder dat geboortebewijs kwam hij geen stap verder. ‘Rond de plaats in Syrië waar ik mijn geboortebewijs moest halen werd in die periode behoorlijk gevochten. Toch is mijn vader met gevaar voor eigen leven dat geboortebewijs gaan halen. Hij vond het heel belangrijk voor me om in Nederland te blijven.’
‘Je alles persoonlijk aantrekken, dat kan niet’
Niet mogen werken
Sherwan was dolblij toen zijn vrouw naar Nederland kwam, maar er wachtte hen een onaangename verrassing. ‘Mijn vrouw, een modeontwerpster, en ik kenden elkaar al in Syrië. Ze is altijd economisch zelfstandig geweest. Tot onze schrik mocht ze hier niet werken. Stagelopen mocht wel, net als vrijwilligerswerk. Ze kreeg echter geen werkvergunning. Een enorme klap in ons gezicht, ook omdat Nederland de naam heeft om goed te zijn voor expats. Dit hadden we écht niet verwacht. Toch heeft ze van alles gedaan, zoals vrijwilligerswerk waarbij ze mensen leerde hoe ze kleding moeten repareren. Mijn vrouw is amazing. Toen ze in 2022 eindelijk wel mocht werken nadat we een permanente verblijfsvergunning kregen, én de Nederlandse nationaliteit, heeft ze zich meteen ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. In het begin verfde ze haar stof in onze keuken en maakte ze kleding in de woonkamer. Inmiddels heeft ze een eigen atelier.’
Vol trots laat hij een foto zien op sociale media van een bruidsjurk die zijn vrouw heeft ontworpen en gemaakt.
Zelf betalen
Voor elke asielzoeker is een budget beschikbaar voor het leren van de Nederlandse taal. Niet voor Sherwan en zijn vrouw, want ze zijn geen officiële asielzoekers. Cursussen Nederlands zijn vaak erg duur en een opleiding aan de universiteit is niet te betalen. Daarom kozen ze voor zelfstudie, zoals in een buurtcentrum.
Sherwan Qasem is betrokken bij wat hij doet, wat natuurlijk ook geldt voor zijn werk. ‘Toch moet ik uitkijken. Als je iemand ziet die gewond is, dan mag je niet denken dat het je oma, moeder of wie dan ook uit je omgeving had kunnen zijn. Betrokkenheid is prima binnen bepaalde grenzen. Je alles persoonlijk aantrekken, dat kan niet. Je helpt mensen het beste als je je concentreert op je functie. Wat wel heel moeilijk voor me is, is dat ik heel veel mensen kan helpen en mijn eigen vader niet. Hij verrichtte werkzaamheden aan een dak en is gevallen. Het ontbreken van behoorlijke medische hulp werd hem fataal. Heel moeilijk voor me, maar ik moet het een plek geven.’
Hij maakt zich ongerust over de vaak ontbrekende medische hulp in Syrië. Sherwan Qasem heeft een bestaan opgebouwd buiten Syrië, maar zijn land zit voor altijd in zijn hart.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!