11.4 C
Amsterdam

Jonge moslima’s hebben onze solidariteit nodig

Saida Derrazi
Saida Derrazi
Mensenrechtenactivist. Coördinator bij S.P.E.A.K. en Comité 21 maart.

Lees meer

Moslimvrouwenorganisatie S.P.E.A.K. startte een campagne tegen moslimhaat. Op billboards in Amsterdam staan foto’s en verhalen van vrouwen die islamofobie hebben meegemaakt. Dit is het verhaal van Saïda Derrazi.

De lucht boven de stad is grijs, alsof zelfs de wolken het verdriet van generaties met zich meedragen. Mijn gedachten dwalen af naar vroeger, naar de verhalen die ik keer op keer heb gehoord van mijn moeder. Terwijl ik de djellaba over mijn schouder draag, denk ik aan haar: een vrouw van staal, verweven met de tijd, die haar eigen strijd voerde in een land dat ze niet kende, met een taal die haar vreemd was.

Mijn moeder was de sterkste vrouw die ik ooit heb gekend. Een Marokkaanse vrouw die met niets meer dan haar dromen en doorzettingsvermogen eind jaren 60 samen met mijn vader naar dit land kwam. De taal van dit land was haar vreemd, maar ze leerde het. De cultuur voelde koud, maar ze doorstond het. Ze bouwde, werkte en vocht – niet met wapens, maar met geduld en volharding. “Sterk blijven,” zei ze altijd, “want de wereld buigt niet voor zwakte.”

Maar ondanks alles bleef de wereld haar duwen. Racisme en discriminatie waren nooit ver weg. Of het nu in de fabriek was, waar ze lange dagen maakte, op straat, of toen ze haar laatste adem uitblies, het leek alsof haar waarde als mens steeds weer werd betwist. Niet omdat ze iets verkeerd deed, maar omdat ze er simpelweg was.

Nu, decennia later, sta ik in dezelfde schoenen als mijn moeder. Hetzelfde land, dezelfde vooroordelen. Ik heb mijn diploma’s, mijn kennis, mijn talent. Maar in plaats van open deuren zie ik sloten en muren. Het is alsof er in al die jaren niets veranderd is. Dezelfde pijn die mijn moeder ooit heeft gevoeld, snijdt nu door mijn eigen hart.

Toch voel ik ook hoop. Waar mijn moeder ooit alleen stond, staan we nu samen. Moslimvrouwen zoals ik, met dromen, ambities en een niet-aflatend verlangen naar een samenleving die ons accepteert zoals we zijn. Ik zie jonge meisjes die dezelfde obstakels trotseren, maar die sterker zijn dan ooit. Zij verdienen meer. Zij verdienen beter.

We zijn sterke, intelligente vrouwen, met wortels die diep in deze samenleving liggen

Als ik aan de toekomst denk, sluit ik mijn ogen. Mijn wens is eenvoudig: een samenleving waarin de dochters van morgen niet dezelfde strijd hoeven te voeren als ik en mijn moeder. Een plek waar ze niet langer de muren van vooroordelen hoeven af te breken, maar waar ze vrij kunnen bloeien. Ik verlang naar solidariteit, naar acceptatie, naar kansen en gelijkwaardigheid.

Wat hebben we daarvoor nodig? Het antwoord is eenvoudig, maar zwaar: solidariteit. Niet alleen van onze eigen gemeenschappen, maar van iedereen. We moeten samen bouwen aan iets groters. Fatima, Leila, Khadija – namen die ooit gefluisterd werden in de schaduw – moeten naar voren stappen in het licht. Want wij, moslimvrouwen, zijn meer dan de hijab. We zijn deel van het weefsel van deze samenleving, van Nederland. Wie weet wat we kunnen bijdragen als we de kans krijgen? Misschien zullen we wel de toekomst veranderen, oplossingen vinden voor problemen die nu onoplosbaar lijken. Misschien zullen we zelfs ziektes genezen, zoals iemand ooit een medicijn tegen aids vond. Maar dan moet de samenleving ons die ruimte geven.

Ik denk aan de dochters en de jonge vrouwen van de toekomst. Wat geef ik hen mee? Hun eigen kracht. Ik wil dat ze zich bewust zijn van hun potentie, van hun waarde. Wat ze ook tegenkomen, ze moeten hun dromen vasthouden. De obstakels zullen blijven komen, maar met volharding en zelfvertrouwen kunnen ze elke drempel overwinnen. Niet alleen voor zichzelf, maar voor ons allemaal.

Ik weet dat de strijd voor gelijkwaardigheid nooit eenvoudig zal zijn. Er zullen altijd mensen zijn die ons blijven veroordelen, die zich vastklampen aan oude vooroordelen en angsten. En hoewel ik hoop dat islamofobie ooit zal verdwijnen, weet ik dat het waarschijnlijk een lange weg zal zijn. Misschien, over eeuwen, zal de samenleving begrijpen dat de islam in zijn kern vreedzaam is, dat het niemand uitsluit, maar iedereen omarmt.

Toch geef ik de strijd niet op. Voor mezelf, voor de kinderen, voor de gemeenschap, voor Amsterdam, voor heel Nederland. Ik hoop dat de boodschap die ik uitdraag tijdens deze campagne een verschil kan maken. Dat het de ogen van mensen zal openen voor onze waarde. Moslimvrouwen zijn zoveel meer dan alleen een hoofddoek of de religie die we volgen. We zijn sterke, intelligente vrouwen, met wortels die diep in deze samenleving liggen. We zijn hier om bij te dragen, om samen een betere toekomst te creëren.

Met een laatste blik op de grijze lucht adem ik diep in. De strijd is nog lang niet voorbij. Maar met elke stap die ik zet, wordt de toekomst een klein stukje helderder.

En ergens, ver aan de horizon, zie ik de schim van mijn moeder. Nog steeds sterk, nog steeds vol hoop. Ik glimlach, en weet dat ik haar erfenis van kracht met trots zal voortzetten.

Lees ook:

Amsterdam: moslimvrouwen voeren campagne tegen discriminatie

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -