Home Kunst & Cultuur Verhaal Overnachten in Tbilisi

Overnachten in Tbilisi

Beeld: Aalmeidah/Pixabay

In de zomer van 1996 heb ik samen met mijn grote vriend Salih Kurban een reis gemaakt. We zijn in Istanbul, Kars en Agri geweest. We reisden met de bus. Ik las een boek of sliep. Arme Salih abi kon geen oog dichtdoen. Daarom is hij later internist-intensivist geworden. Hij staat altijd op wacht.

We waren in Posof. Veel Turkse Eindhovenaren komen uit Posof. Het is een soort straat gebouwd op een helling met rondom nog een paar steegjes. Als je niet oppast, val je van de helling. Posofieten zijn norse mensen. Net als Zwitsers en Andorrezen. Mensen in de bergen zijn nu eenmaal nors.

Bij de grens stapten we in de bus die via Tbilisi en Gence naar Bakoe ging rijden. De reizigers waren Azeri. Ze hadden koopwaar ingeslagen in Istanbul. Ze zouden het in Gence en Bakoe gaan verkopen. Wij waren de enige twee toeristen. Vlak na de grens waren er geen bergen meer. We reden door het heuvellandschap met vele kleine boomgaarden van Ahiska.

In Tbilisi stapten we uit de bus. Er was geen telefoon in de omgeving. We vonden een taxi. De chauffeur was een Armeniër die aardig Turks sprak. Hij leek op de toen bekende Turkse acteur Yilmaz Koksal. Hij reed ons naar het postkantoor om te bellen. In Istanbul hadden we het nummer van iemand gekregen. Deze was niet bereikbaar. We hadden geen adres. De taxichauffeur bracht ons naar een nachtclub. Daar zou iemand zijn die iedereen kende. We zaten met deze meneer en enkele vrouwen aan tafel. De taxichauffeur zei tegen hem: ‘Als Ragip abi ze niet kent, kent niemand ze.’ Ragip abi reageerde: ‘Als ik ze niet ken, kent niemand ze. Ik ken ze niet.’ Ragip abi was een ware kabadayi. Een soort kleine maffiabaas.

De chauffeur was een Armeniër die aardig Turks sprak

Ragip abi riep twee Turkse jongens. Het waren studenten. Zij brachten ons naar een studentenflat. Het was een kamer met twee bedden. Wij mochten daar overnachten. Zij gingen ergens anders naartoe. Aan de wand was een rek met veel cassettebandjes van Ruhi Su, een linkse zanger. Als vrome conservatieve moslims hadden we niet eerder van deze naam gehoord.

De volgende dag bereikten we onze contactpersoon. We gingen naar de school waar hij werkte. De mensen daar waren erg op hun hoede. Salih Kurban had een grote dure camera. Er was toen politieke onrust. De volgende dag was er een uitgaansverbod vanwege een volkstelling. Voor de overnachting stuurden ze ons naar een bakkerij. Boven de bakkerij was een woning waar we konden slapen.

Vroeg in de ochtend gingen we naar het busstation. Door de stad stroomde een riviertje. Overal waren er kiosken waar ze drank verkochten. Twee vrouwen die Koerdisch spraken veegden de bushaltes op het station. Een jongeman met fors overgewicht zat daar met een fles drank. Het communisme had het volk met alcohol verdoofd.