De Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog (1945-1949) zorgt nog steeds voor controverse. Dat bleek maandag bij de presentatie van het boek Het pijnlijke afscheid van de Indische Archipel, met een alternatief geschiedverhaal en conclusies die haaks staan op de uitkomsten van betrouwbaar recent onderzoek.
Jurist en oud-militair Bauke Geersing, die in het verleden directeur was van de NOS, voerde de redactie over het boek. De presentatie vond plaats in Café Nieuwspoort in Den Haag, in het gebouw van de Tweede Kamer.
Geersing verwerpt het grootschalige onderzoek naar de dekolonisatie van Indonesië, dat vorig jaar verscheen. Dat onderzoek leidde tot de conclusie dat Nederland zich in de koloniale oorlog van 1945 tot 1949 schuldig had gemaakt aan ‘veelvuldig en structureel extreem geweld, in de vorm van buitenrechtelijke executies, mishandeling en marteling, detentie onder inhumane omstandigheden, brandstichting van huizen en dorpen, diefstal en vernieling van goederen en levensmiddelen, disproportionele luchtaanvallen en artilleriebeschietingen, en veelal willekeurige massa-arrestaties en -interneringen’.
‘Historici met een antikoloniale agenda zijn opgetreden als de flagellanten, boetepredikers van onze tijd’, vindt Geersing. ‘Ze willen ons doordringen van onze zonden uit het verleden. We moeten boete doen, excuses aanbieden.’ Hij vindt deze historici niet integer, omdat ze zich zouden laten leiden door een ‘eenzijdige antikoloniale politieke ideologie’. Geersing vindt zijn eigen bundel juist niet ideologisch, maar gebaseerd op feiten. En bovendien zegt de geschiedenis volgens hem ook iets over wie wij zijn en mogen we daarom ook trots op ons verleden zijn.
Hoe ziet de geschiedenis van de dekolonisatie van Indonesië in de versie van Geersing er dan uit? Allereerst is de onafhankelijkheidsdatum van de Republiek Indonesië volgens hem 27 december 1949, niet 17 augustus 1945. Daarnaast was de Bersiap, de aanvallen op Nederlanders, Chinezen en anderen door vaak jonge Indonesische nationalisten in 1945, vlak na het uitroepen van de Indonesische onafhankelijkheid, ‘een periode van wreed en genocidaal geweld’. De Indonesische leiders Soekarno en Mohammed Hatta, uit de eerste periode na onafhankelijkheid, streefden volgens Geersing ‘naar rekolonisatie van de gehele archipel onder leiding van ‘Java’’. Soekarno wilde een eenheidsstaat, waarin de Javanen andere volkeren uit de Indonesische archipel – Molukkers, Balinezen, Papoea’s en anderen – zouden overheersen. Dat was en is volgens Geersing het echte kolonialisme. Het doel van het Nederlandse leger was om de ‘wrede guerrilla, terreur tactiek van de verschroeide aarde te beteugelen’. Daarnaast pleegde het leger ‘veel humanitaire acties’. De massa-executies door de controversiële kapitein Raymond Westerling en zijn Depot Speciale Troepen in 1946 op Zuid-Celebes (het huidige Sulawesi) en het bloedbad op de dorpelingen in Rawagedeh op West-Java ziet Geersing als ‘reguliere militaire acties’, die niet kunnen worden aangemerkt als ‘symbolen van excessief geweld en oorlogsmisdaden’.
Moderne historici, Nederlands en Indonesisch, fronsen de wenkbrauwen over Geersings verhaal. Activisten worden er woedend van. Sterker nog, Geersing kreeg een week voor de boekpresentatie al een kritische reactie van Jeffrey Pondaag, een Indonesische activist die samen met mensenrechtenadvocaat Liesbeth Zegveld vanwege het bloedbad in Rawagedeh een rechtszaak tegen de Nederlandse staat aanspande en won. Nederlandse militairen moordden op 9 december 1947 in het dorp Rawagedeh 431 dorpelingen uit, waaronder vrouwen kinderen. Nabestaanden van de slachtoffers kregen in 2011 financiële compensatie, en Nederland bood officieel excuses aan voor deze oorlogsmisdaad. Pondaag vertelt de Kanttekening dat hij het een schande vindt dat café Nieuwspoort in het Tweede Kamergebouw dit event organiseerde. Daarmee geef je deze in zijn ogen zeer verwerpelijke kolonialistische geschiedopvatting een officieel podium. Hij liet de bijeenkomst dan ook aan zich voorbijgaan.
‘Ze willen ons doordringen van onze zonden uit het verleden. We moeten boete doen, excuses aanbieden’
Wie de boekpresentatie wél bezochten? Allereerst waren dat militairen, oud-militairen en Molukkers wiens (groot)ouders in het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) hebben gevochten. Ook waren de Kamerleden Martin Bosma (PVV) en Simone Kerseboom (Forum voor Democratie) aanwezig, net als oud-Kamerlid Ralf Dekker (FvD) en Palmyra Westerling, de jongste dochter van de Raymond Westerling, die de daden van haar vader gepassioneerd verdedigt. Westerling was verantwoordelijk voor moordpartijen, waarbij Indonesische vrijheidsstrijders en anderen massaal werden afgeslacht, met duizenden doden als gevolg. Maar volgens Palmyra Westerling ligt het allemaal net even anders. Ze vertelt dat de inwoners van Zuid-Sulawesi haar vader als de Ratu Adil, rechtvaardige vorst, zagen. Bovendien was hij volgens haar ‘een lieve man met humor en creativiteit’, die ‘zichzelf altijd recht in de spiegel aankijken’ kon. In haar speech, die met een daverend applaus wordt ontvangen, maakt ze geen woord vuil aan de moordpartijen.
Geersing noemt de executies op bevel van Westerling wel. Het gaat volgens hem om ‘256 slachtoffers van een noodzakelijk militaire actie’. Hij hekelt de Indonesische ‘propaganda’, die over tiendduizenden slachtoffers spreekt. De Nederlandse historici Willem IJzereef en Jaap de Moor schatten dat het om zo’n 1.500 slachtoffers ging, waarvan 388 moorden door Westerling en de rest door zijn bloeddorstige luitenant Jan Vermeulen.
Geersing vindt daarnaast dat Nederland nooit excuses had moeten aanbieden voor het bloedbad van Rawahgedeh. En daarbij zijn volgens hem geen 431 mensen vermoord – het zou gaan om ‘slechts’ 150 slachtoffers bij ‘een noodzakelijke militaire actie’. Historici die zeggen dat er meer doden zijn gevallen, maken zich volgens Geersing schuldig aan ‘nepinformatie en laster’.
Een vijfennegentigjarige Indië-veteraan, een van de weinigen uit die tijd die nog in leven is, vertelt de zaal dat de Nederlandse militairen duizenden patrouilles uitvoerden. Waarom schrijven historici daar niet over, vraagt hij, maar wel over patrouilles waarbij het mis ging? Hij vindt dat historici meer aandacht moeten geven aan al het goeds wat Nederlandse militairen hebben gedaan, en ook naar de oorlogsmisdaden van Indonesische zijde. ‘Trouw waren wij. Bereid, ook na 36 maanden nog. Bereid, ook na 75 jaar.’
Uitgever Perry Pierik van uitgeverij Aspekt, die de bundel van Geersing uitgeeft, is blij met de nieuwe publicatie. De overheid besteedt volgens hem veel geld aan onderzoek naar ‘Nederlands-Indië’ – doelbewust gebruikt hij de koloniale naam van Indonesië ook voor de periode van dekolonisatie, waarin het land al onafhankelijk was. Maar die onderzoeken zijn niet neutraal en laten zich te veel leiden door ‘kritische theorie’ en de ‘woke-ideologie’. Dit past volgens de uitgever in een breder patroon: Nederland draagt al decennialang macht af aan Brussel en de Verenigde Naties, de geschiedenis wordt herschreven, straatnamen genoemd naar historische figuren worden veranderd. Het gaat volgens Pierik niet meer om de feiten, maar om een nieuwe moraal die aan ons opgelegd wordt. ‘Daarachter zit een politiek verhaal, dat macht wil verwerven.’ Daarom vindt Pierik de bundel van Geersing belangrijk, want dit boek – waaraan vooral niet-historici en militairen meeschreven – gaat volgens hem over feiten. De enige bekende historicus die aan de bundel meeschreef is emeritus-hoogleraar Piet Emmer, die onder vuur ligt vanwege zijn volgens critici apologetische kijk op het Nederlandse slavernijverleden.
Wat opvalt is dat een tegengeluid op deze bijeenkomst totaal ontbreekt. Er zijn geen historici uitgenodigd die het boek toetsen aan de wetenschap. En er is ook geen ruimte voor kritische opmerkingen of vragen vanuit de zaal. Alleen tijdens de borrel is er gelegenheid om kritische vragen te stellen aan de auteurs.
Een Indonesische advocate vertelt na afloop van de bijeenkomst dat ze dit heel storend vindt. ‘Dit was een geschiedenisverhaal dat vanuit een nationalistisch Nederlands perspectief verteld wordt, heel eenzijdig. Het publiek was heel homogeen, er waren geen Indonesiërs, geen kritische historici en ook geen vertegenwoordigers van de civil society aanwezig, zoals bijvoorbeeld mensen van Amnesty International of Human Rights Watch. Een deel van Nederland houdt heel erg vast aan het verleden.’
De stelling van Geersing, dat Indonesië opnieuw gekoloniseerd werd door Java is, volgens haar de omgekeerde wereld. ‘De conclusie van dit boek stond van tevoren vast: het Nederlandse leger deed niets verkeerd. Hier is vervolgens geen enkele kritiek op. Deze bijeenkomst is echter georganiseerd in het gebouw van de Tweede Kamer, een huis waar gedebatteerd wordt. Waarom is er dan geen discussie?’
Naar aanleiding van: Het pijnlijke afscheid van de Indische Archipel. Trauma – discussie – herstel, onder redactie van Bauke Geersing, verschenen op 13 april bij uitgeverij Aspekt.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!