Je bent altijd ten volle verantwoordelijk voor wat je doet, was de boodschap van de filosoof Jean-Paul Sartre. Ger Groot vertaalde een beroemde lezing.
Het was het moment waarop de Franse filosoof Jean-Paul Sartre echt doorbrak. Op 29 oktober 1945 hield hij een lezing in een overvolle zaal in Parijs met de titel L’existentialisme est un humanisme – existentialisme is een vorm van humanisme. Volgens Ger Groot aarzelde de organisator van tevoren of deze titel wel aansprekend genoeg was. Zou het publiek wel komen? Achteraf bleken dit onnodige twijfels, zegt Groot, die bijna tachtig jaar later de invloedrijke lezing vertaalde en er een inleiding bij schreef.
Sartre (1905-1980) was toen al wel beroemd om zijn ideeën over vrijheid, zegt Groot. ‘Hij had een dik boek geschreven, Het Zijn en het Niet, dat in 1943 werd gepubliceerd. Hoewel bijna niemand dat had gelezen, was zijn naam gevestigd als existentialist. Daarnaast had hij de succesvolle roman Walging (1938) gepubliceerd.’
Na de oorlog ging het snel met Sartre. ‘Hij schreef romans, toneelstukken, filmscenario’s en zelfs liedteksten, waarin hij zijn ideeën verwerkte. Je hoefde bij hem niet ingespannen te lezen om erachter te komen wat hij bedoelde. Het existentialisme werd een hype onder jongeren en verspreidde zich vanuit Frankrijk over heel Europa en Noord-Amerika. Existentialisten hadden een herkenbare stijl – zwarte coltruien, leren jassen – en luisterden naar jazzmuziek. In Parijs ontmoetten ze elkaar in kelderruimtes, terwijl ze in Nederland samenkwamen om Franse kaas te eten en visnetten aan de muur te hangen.’ Het was een nogal oppervlakkige levensstijl volgens Groot. ‘Sartre probeerde met deze lezing meer filosofische diepgang te bieden.’
Wat sprak zo aan in het denken van Sartre?
‘Sartre paste precies in de toenmalige tijdgeest. Frankrijk had het Frans-Duitse conflict en twee wereldoorlogen achter de rug. De maatschappelijke, maar ook morele orde van de negentiende eeuw was vernietigd. Miljoenen mensen waren omgekomen. Na de Tweede Wereldoorlog moest er een wereld worden opgebouwd, waarin de dingen opnieuw betekenis konden krijgen. Het was belangrijk dat mensen op een andere manier invulling konden geven aan hun bestaan en de vragen ten aanzien van goed en kwaad. Sartre stelde zich de vraag die hij zijn hele leven bleef stellen: hoe moet ik leven?’
‘Jouw keuze raakt immers ook het bestaan van andere mensen’
Wat is zijn antwoord?
‘Dat je in je leven, omdat je een mens bent, ook mens moet willen zijn. Dat klinkt heel logisch, maar hij onderscheidt twee manieren van bestaan. Er zijn dingen die bestaan en zijn wat ze zijn: zoals een boom is een boom. Voor mensen geldt iets anders. Zij zijn niet zomaar wat ze zijn. Zij zijn altijd, in zekere zin, op afstand van zichzelf. Dat wil zeggen, een mens heeft mogelijkheden om zich te ontwikkelen. Het leven biedt keuzevrijheid als het gaat om opleiding, werk en partnerkeuze, bijvoorbeeld.’
Kunt u dat uitleggen?
‘In tegenstelling tot objecten of eenvoudig leven, is een mens vrij. Dat is een specifieke bestaanswijze. Als dat zo is, zegt Sartre, dan moet je ook op die manier mens zijn. Dat wil zeggen, dan moet je ook de vrijheid ervaren. Dat is hét fundamentele kenmerk van het menselijk bestaan. Hij bedoelt eigenlijk dat je je verantwoordelijkheid moet nemen, je vrijheid moet grijpen en je eigen keuzes moet maken. Bovendien vindt hij dat je je ook bewust moet zijn van het feit dat wat je doet en bent, jouw keuze is. Hij verzet zich tegen de oude bourgeoismentaliteit van voor de oorlog, waarin je, bij wijze van spreken, hetzelfde beroep moet uitoefenen als je vader omdat je nu eenmaal voortgaat in de voetsporen van het verleden.’
‘Vrijblijvend is de vrijheid van Sartre niet. Als je keuze hebt, heb je tevens de verantwoordelijkheid om te kiezen. Die mag je dus niet afschuiven op iets of iemand anders. Wat je doet, daar ben je altijd ten volle verantwoordelijk voor. Je kunt nooit zeggen: ‘Ik moest dat doen van een ander, en daarom kun je het mij niet aanrekenen.’ Dat betekent ook dat je soms moet ingaan tegen de wens van je omgeving of je familie.’
Dat kun je ook als egoïstisch beschouwen.
‘Dat is ook een van de problemen waar Sartre mee worstelt. In dat grote geschrift dat hij tijdens de Tweede Wereldoorlog schreef, gaat hij uit van de individuele mens die keuzes voor zichzelf maakt. Na de Tweede Wereldoorlog realiseert hij zich dat er ook een samenleving en een toekomst moeten worden opgebouwd.’
‘In die lezing L’existentialisme est un humanisme uit 1945 probeert hij een brug te slaan tussen het individualisme en het humanisme, waarbij de gemeenschapsmens centraal staat. Hij probeert aan te tonen dat het existentialisme juist een filosofie van hoop is, een filosofie die de mens de mogelijkheid biedt om zichzelf en de wereld te vormen. Hij komt met het argument dat wanneer je voor jezelf een keuze maakt, je tegelijkertijd een keuze maakt voor de mensheid. Jouw keuze raakt immers ook het bestaan van anderen. Hij vindt dat je verantwoordelijk bent voor de wereld waarin je leeft.’
Vindt Sartre dat je je moet inzetten tegen al het onrecht in de wereld, of alleen in je eigen omgeving?
‘Sartre zelf zette zich in ieder geval in voor alle problemen in de wereld. Hij heeft waarschijnlijk het wereldrecord petitie-ondertekenen en demonstreren op zijn naam staan. Ook opinies en essays zijn voor hem een gevolg van keuzes.’
‘Een onderwerp dat hem sterk bezighoudt, is de onafhankelijkheidsstrijd van Algerije. Net zoals de huidige verdeeldheid rondom de Gaza-oorlog, was Frankrijk in de jaren vijftig gespleten over de vraag of Algerije onafhankelijk moest worden. Sartre vond dat Algerije onafhankelijkheid verdiende en sprak zich daar op alle mogelijke manieren voor uit in de pers. Dit maakte hem impopulair bij tegenstanders, wat leidde tot meerdere bomaanslagen op zijn huis. Hoewel hij zelf nooit gewond raakte, was een van die aanslagen zo ernstig dat een deel van een manuscript verloren ging. In de tijd dat hij zijn voordracht houdt, speelt dat nog niet; dan staat Sartre aan het begin van zijn carrière en moet zijn roem nog beginnen.’
Jean-Paul Sartre, Existentialisme is humanisme, vert. Ger Groot, Noordboek, 112 blz., € 17,90.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!