7.9 C
Amsterdam

Süvari Öztürk: ‘Ik zie dat mijn muziek hoop geeft’

Tayfun Balcik
Tayfun Balcik
Journalist en historicus.

Lees meer

Süvari Öztürk is een Turks-Nederlandse zanger die Anatolische rockmuziek maakt. In zijn politiek geëngageerde album Enkaz neemt hij het Turkse regime op de korrel. ‘Ik sluit mijn ogen niet voor het onrecht in Turkije.’

Afgelopen zaterdag gaf Süvari Öztürk in het uitverkochte Theater Zuidplein in Rotterdam een denderend concert voor honderden voornamelijk Turks-Nederlandse bezoekers. Hij mengt traditionele Turkse folklore met moderne rockmuziek. ‘Dat ging super,’ zegt Öztürk. ‘Ik kan er nog lange tijd van nagenieten.’

Trad je voor het eerst op in Nederland?

‘Nee, zeker niet. Maar mijn ensemble en ik keken er wel met veel enthousiasme naar uit.’

Ik heb je album beluisterd en je interviews gelezen. Mijn eerste gedachte was: ‘Oh, dit is een van onze Turkse rockers.’ Hoe ben je in de Anatolische rock terechtgekomen?

‘Wat mooi dat je dat zo verwoordt. Het maakt me blij dat mijn muziek op de juiste manier overkomt en als ‘onze’ wordt omarmd. Ik denk dat dit genre in mijn aard ligt. Enerzijds houd ik vast aan de traditionele Anatolische klanken en volksliederen; anderzijds heb ik een progressieve, liberale en soms opstandige kant.

Wat bedoel je?

‘Ik laat het diepgaande, sentimentele en simpele karakter van het traditionele samengaan met het vrije, energieke en kleurrijke karakter van het moderne. Het behoud van volksliederen vind ik belangrijk. Daarin liggen onze historie, normen en waarden geborgen. Het is de taak van maatschappelijk betrokken songwriters om deze erfenis te beschermen en de huidige verhalen in eigentijdse, maar passende, vormen te gieten.’

Wie zijn je helden uit de Anatolische folklore?

‘Mijn grootste inspiratiebronnen zijn artiesten die, net als ik, hun inspiratie putten uit het maatschappelijk realisme en pleiten voor rechtvaardigheid. Namen als Cem Karaca, Ahmet Kaya, Zülfü Livaneli en Mahsuni Şerif zijn daar enkele voorbeelden van.’

‘Ik leefde in stille bewondering voor het mooie land Turkije’

Sommige liedjes ademen ook de status van het vreemdeling-zijn, gurbet. Voel jij je een vreemdeling in Nederland?

‘Ik ben in Nederland geboren, opgegroeid, heb hier mijn opleiding gevolgd en mijn leven opgebouwd. Ik citeer graag de dichter Jan Prins:

Te Rotterdam ben ik geboren
onder de adem van de Maas
en liep in mijn eigen stilte
te midden van het straatgeraas.’

Ah, je kent ook de Nederlandse klassiekers. Maar toch zing je in het Turks, en ook in het Grieks, hoorde ik.

‘Jazeker. In mijn vwo-jaren had ik, wat toen zo genoemd werd, een talenknobbel, en heb ik zowel de Nederlandse als de Duitse literatuurgeschiedenis geleerd. Hoewel ik het als een voorrecht beschouw om in dit prachtige land te wonen als een gelukkige, goed geïntegreerde en goed opgeleide burger, voel ik me eerlijk gezegd niet verbonden met één specifieke nationaliteit. Als ik het toch een naam moet geven, zou ik mezelf een Turkse Nederlander noemen. Maar in plaats van mijn focus te leggen op nationaliteit, richt ik me op het mens-zijn en vooral op het streven om een goed mens te zijn. De tweede song van mijn album heet dan ook Derdim insandır benim (de mensheid is mijn zorg, red.).’

‘Wat betreft het Grieks: mijn liedje, Feridun, ach pedi mou, heb ik in twee talen gezongen. Het gaat over een achtjarig jongetje, Feridun Maden, dat in november 2017 samen met zijn ouders en twee zussen, van elf en dertien jaar, verdronk in de Egeïsche Zee, op de vlucht voor het onrecht van het huidige Turkse regime. (Ze werden door de Turkse staat vervolgd vanwege vermeend lidmaatschap van de Gülenistische beweging, die in Turkije categorisch verantwoordelijk wordt gehouden voor de couppoging in 2016, red.) Uiteindelijk waren het de Griekse mensen die hun bleke lichamen uit het water hebben gehaald. In Turkije werd hun dood destijds als het ware toegejuicht. Ik vind het nog steeds een van mijn meest terechte en oprechte beslissingen om de nagedachtenis van Feridun Maden en zijn familie op deze manier een plek te geven in mijn muziek.’

Tragisch. Maar hoe zit het met gurbet, zie je dat zelf ook zo?

‘Naar mijn mening zou sürgün, oftewel ballingschap of verbanning, een betere benaming zijn. In mijn muziek verwerk ik voornamelijk geëngageerde thema’s. In sommige liedjes vertel ik de verhalen van gezinnen die onterecht hun huis en haard hebben moeten verlaten en helaas levensgevaarlijke routes niet hebben overleefd. Wat betreft het vreemdeling zijn, kan ik het volgende zeggen: ik ben geboren als eerste kind van een vader die in 1978, op achttienjarige leeftijd, als gastarbeider naar Nederland kwam, en een moeder die in 1980, als weeskind op vijftienjarige leeftijd werd uitgehuwelijkt.’

Een situatie van armoede dus?

‘Nederland bood toentertijd meer kansen dan een dorpje hoog in de Anatolische bergen, dus kwamen ze hierheen samen met mijn opa en oma. Hun jaren tachtig gingen voorbij met heimwee naar thuis, hunkerend naar de zeldzame bezoeken die slechts om de twee of drie zomers mogelijk waren. Elke heenreis werd gekenmerkt door een steeds groter wordend verlangen en tranen, die alleen maar in hevigheid toenamen naarmate de afstanden korter werden en het moment van hereniging naderde. Het is moeilijk te ontkennen dat de muziek van iemand die zijn kindertijd in deze omgeving heeft doorgebracht, altijd vergezeld zal zijn van de melancholie van het verre thuis, en dat deze gevoelens onbewust zullen doorklinken in de muziek.’

Oké, gurbet is duidelijk. Nu sürgün. De Turkse politieke situatie, de onvrijheden, spelen een grote rol in je album Enkaz. Hoe is dat gekomen?

‘Eerlijk gezegd hield ik me, tot grofweg mijn studietijd, weinig bezig met de Turkse politiek. Ik leefde in stille bewondering voor het mooie land Turkije. Ik voelde me verbonden met de taal en cultuur. Nog steeds. Jarenlang zag ik de mensen in Turkije grotendeels als tolerant en liefdevol, met een oprechte glimlach op hun gezichten.’

Het romantische idee over Turkije, dat veel immigrantenkinderen hebben over het land van herkomst.

‘Ja, maar opgroeiend in Nederland hoor je ook andere verhalen. De officiële geschiedenis van het land hield veel verborgen. Onder de glimlachjes gingen stille kreten schuil. Volkeren zijn onterecht verbannen, dorpen geplunderd en verbrand. Jonge zielen opgesloten en gestorven in eenzame cellen. Kinderen vermoord, artiesten en intellectuelen levend verbrand. Buren verrieden elkaar, sloten hun ogen voor het lijden van anderen en eigenden zich hun bezittingen toe. Dit is helaas in Turkije de harde en zware realiteit geweest voor vele Armeense, Koerdische en alevitische dorpen. Denk aan Diyarbakır, Dersim, Madımak, Maraş, Çorum, Cizre en helaas nog veel andere plekken.’

Hoe kwam je tot dat inzicht?

‘Tijdens mijn studietijd, en ook daarna, kwam ik met mijn muziek geleidelijk in bredere kringen. Ik ontmoette alevitische en Koerdische jongeren die een andere kijk hadden op de Turkse geschiedenis. Daarnaast hoorde ik in die tijd dat mijn grootouders de achtergelaten kinderen waren van verbannen Armeense dorpelingen uit Centraal-Anatolië.’

Zo…

‘Ja, inderdaad, dit heeft natuurlijk iets met me gedaan. Traditionele volksliederen die wij hier ‘consumeerden’ bleken jammer genoeg bloedige herinneringen aan het verleden te zijn, getuigen van diepe tragedies. Helaas zijn er geen lessen getrokken. Honderdduizenden mensen worden in het hedendaagse Turkije ten onrechte als landverrader of terrorist bestempeld en verliezen zonder reden hun baan en brood. Onschuldige mensen, zoals ouderen die op de rand van de dood leven, of moeders met kinderen en zwangere vrouwen, verpieteren zonder reden in de gevangenis. Sommigen sterven in hun cel of door marteling.’

‘Helaas zien sommige jongeren zelfmoord als enige uitweg’

In Turkije lijkt er geen genade te zijn voor mensen die zich tegen de staat zouden hebben gekeerd. Hoe kijk je daarnaar?

‘Ik denk dat die mensen het onrecht, de corruptie en onderdrukking door het heersende regime zat zijn. Helaas zien sommige jongeren, die hun hoop en levenslust hebben verloren, zelfmoord als enige uitweg. Voor gezinnen die gedwongen worden te kiezen tussen deze ellende of ballingschap, is het leed dat ze tijdens hun vlucht moeten doorstaan al een drama op zich. Het aantal mensen dat in de Egeïsche Zee of de Maritsa-rivier (Meriç in het Turks) is verdronken, is onbekend. Ik beschouw het als een verachtelijk drama voor de mensheid.’

Je neemt het voor ze op. Ben je niet bang dat je daardoor ook een doelwit wordt van de Turkse staat?

‘Helaas hebben we lange tijd gezien dat niemand voor deze onschuldige mensen opkwam. Zoals Shakespeare in zijn 66e sonnet uitdrukt, is de kunst, en vooral de muziek, verstomd geraakt door angst. Maar ik steek mijn kop niet in het zand en laat mijn muziek achter als getuige van het onrecht. Ik zie dat dit hoop geeft en opluchtend werkt voor onderdrukten. Ik wil dat de wreedheden die onschuldige mensen vandaag de dag worden aangedaan, niet worden vergeten en dat zulke tragedies nooit meer worden herleefd.’

Even tussendoor: heb je er ooit aan gedacht om een ander soort muziek te maken? Waarom heb je bijvoorbeeld geen Turkse rap gemaakt, zoals Cartel?

‘Ik houd me kennelijk vast aan traditionele volksliederen die türkü worden genoemd, waarbij de zang wordt begeleid door het Turkse snaarinstrument bağlama. Dit vormt voor een belangrijk deel de basis van Anatolische rock. Ik streef ernaar om in mijn muziek altijd mezelf te zijn en trouw aan mijn eigen kern te blijven.’

Met andere woorden, rap past niet bij jou?

‘Nou, dat zou ik niet zo stellen. Hoewel ik er weleens naar luister, denk ik niet dat ik een goede rapper zou zijn. Afgelopen zaterdag heb ik wel twee Turkse rappers uit België uitgenodigd, Grifon en Berkus, en met hen mijn podium gedeeld. Uiteindelijk gaat het mij om de houding die een artiest aanneemt, welke ideeën en gevoelens in de muziek worden uitgedrukt, en dat de muziek perfect past bij de aard of persoonlijkheid van die artiest, als een jasje dat voor hem is gemaakt.’

Van links naar rechts: Berkus, Süvari Öztürk en Grifon

Terug naar de traditie. In een van de nummers van je album Enkaz gebruik je islamitische bewoordingen (vertaald: ‘Hypocrieten en tirannen, in schijngebed zo wijs, hebben de gebedshuizen zo’n lot verdiend?’), waar ik wel even van opkeek. Wat bedoel je hiermee?

‘Ik probeer een oprechte en integere moslim te zijn, en ben ertegen dat het geloof zo wordt gepositioneerd en uitgebuit of misbruikt, dat het leidt tot sociale fragmentatie. Het woord enkaz betekent ruïne en is de titel van mijn belangrijkste protestlied. Enkaz is een reflectie van de omstandigheden in hedendaags Turkije en een opsomming van wat volgens mij het huidige regime in de afgelopen jaren teweeg heeft gebracht. Het weerspiegelt hoe menselijke waardigheid, rechtvaardigheid, liefde, respect en cohesie zijn geruïneerd en plaats hebben gemaakt voor onwetendheid, haat, egoïsme, hebzucht, afgunst en verdeling. In dit lied vestig ik de aandacht op schendingen van mensenrechten, met een bijzondere nadruk op de rechten van kinderen. Ik neem een duidelijke en protesterende houding aan tegen deze misstanden en omschrijf daarbij ook hoe politiek islamisme van het huidige regime in Turkije het geloof misbruikt.’

Oké, ben je nog wel in staat om naar Turkije te reizen?

‘Na de Gezi-opstand in 2013 begon het politieke landschap, en daarmee ook de politieke en sociale dynamiek, sterk te veranderen. De repressie nam toe; andersdenkenden werden zelfs vanwege een kritische tweet gearresteerd. De couppoging op 15 juli 2016, die volgens mij niet is ontstaan en gegaan zoals het huidige regime blijft indoctrineren, heeft deze situatie alleen maar verergerd. Derhalve vind ik het op dit moment wijs en verantwoord om als schrijver van protestnummers voorlopig even te wachten met een bezoek aan Turkije. Ik kijk er uiteraard naar uit om in de toekomst ook concerten in Turkije te geven.’

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -