De Koerdische PKK heeft het besluit genomen om de wapens neer te leggen. De Turkse president Erdogan jubelt al over een ‘terreurvrij Turkije’. Maar is vrede met de Koerden wel mogelijk als er weinig democratie is? Drie experts geven hun mening.
Eerder deze maand maakte de PKK, de militante Koerdische beweging die op de terreurlijst staat van Turkije, de VS en de EU, bekend dat zij de wapens neerlegt en zichzelf wil opheffen. Op zich positief nieuws, maar het blijft een opmerkelijke beslissing in een tijdsgewricht waarin de democratie in het autoritaire Turkije steeds meer klappen oploopt. Zo is onlangs de burgemeester van Istanbul opgepakt op verdenking van corruptie en het leiden van een criminele organisatie. Ook zitten er nog duizenden journalisten en politici vast, onder wie de Koerdische politicus Selahattin Demirtas. Wat is er aan de hand?
‘Het is potentieel goed nieuws voor Koerden, Turken en de hele regio’, denkt antropoloog Bedel Bayrak. ‘Het feit dat men de intentie heeft of toont om zonder wapens verder te strijden of zich in te zetten voor een vreedzame oplossing, moet men niet licht opvatten. Maar wat de toekomst brengt, is niet zeker’, zegt hij voorzichtig.
‘Als het de regering uitkomt, mag Öcalan een publieke statement maken’
Socioloog Joost Jongerden van de Wageningen Universiteit is eveneens behoedzaam in zijn commentaar. ‘De PKK nam in 2015 al het initiatief tot het bijeenroepen van een congres waarin zij zichzelf zou opheffen. Dit gebeurde in de veronderstelling dat Turkije bereid zou zijn tot een vredesproces. Turkije koos er echter voor om de gesprekken over een politieke oplossing af te breken’, vertelt hij over het mislukte vredesproces van tien jaar geleden.
Stappen van Turkije
Over het recente besluit van de PKK wil Jongerden vooral stappen vanuit de Turkse staat zien. ‘Zoals ook in de verklaring wordt benadrukt, is de uitvoering van deze besluiten — het opheffen van de PKK en het beëindigen van de gewapende strijd — afhankelijk van stappen die Turkije nu moet zetten. De PKK verwijst daarbij onder meer naar wettelijke en juridische garanties. Mogelijk doelen zij hiermee op het recht op onderwijs in de Koerdische taal, het recht op lokaal zelfbestuur, de vrijlating van politieke gevangenen, en een wijziging in het gevangenisregime van Abdullah Öcalan’, zegt hij.

‘Als Turkije daadwerkelijk stappen onderneemt in reactie op dit principebesluit van de PKK, zou dat goed nieuws zijn voor iedereen. Het lijkt er echter op dat Turkije de opheffing van de PKK en het einde van de gewapende strijd ziet als een eindpunt, terwijl de PKK deze principiële besluiten ziet als een startpunt voor een politieke oplossing en een democratisering van Turkije. We zijn er dus nog lang niet’, zegt Jongerden.
Inzet van drones en warmtesensoren
Emeritus hoogleraar Martin van Bruinessen reageert vanuit Indonesië. ‘Turkije houdt Öcalan vast als een middel om invloed uit te oefenen; als het de regering uitkomt, mag hij een publieke statement maken’, zegt hij. ‘De PKK, bij alles wat je aan negatiefs over hen kunt zeggen, hebben de Koerdische kwestie – de politieke en culturele rechten van Koerden – beter op de internationale agenda gezet dan welke andere groep dan ook. Vroeger wisten ze de staat gevoelige slagen toe te brengen, maar door de technische ontwikkelingen op het slagveld, zoals drones en warmtesensoren, is hun militaire positie verzwakt.’
‘Turkije kan de Koerdische werkelijkheid niet meer ontkennen’
Bayrak vindt het ‘moeilijk’ te beoordelen of de Turkse staat nu wel te vertrouwen is. ‘Historisch gezien niet’, zegt hij. ‘Gaan ze bijvoorbeeld tijdens dit proces door met het bombarderen van Koerdische gebieden, zoals Rojava (in Noord-Syrië, red.)? Of gaan ze gevangenen vrijlaten? De tijd zal het uitwijzen.’
Hij denkt dat het besluit van de PKK een nieuw begin is voor Turkije en de Koerden. ‘Turkije kan de Koerdische werkelijkheid niet meer ontkennen, dus moet de politiek het wel een plek geven, en dat kun je alleen maar doen mét de Koerden. Welke plek dat zal zijn, autonomie, een gedeelde staat of iets daartussenin, is nog niet duidelijk. Het belangrijkste waar ze het over eens lijken te zijn, is dat het op een democratische manier moet gebeuren.’
Politiek probleem
Volgens Jongerden is het belangrijk om te erkennen dat de Koerdische kwestie ook een politiek probleem is, om zo vrede te bereiken. ‘Het Oslo Centrum in Noorwegen, dat zo’n vijftien jaar geleden bemiddelde tussen de PKK en de Turkse staat, identificeerde het gebrek aan politieke bereidheid van de staat als een belangrijk obstakel voor een onderhandelde vrede’, meldt hij.
‘Erdogan heeft er geen belang bij om de samenleving te democratiseren’
‘De Turkse staat koos voor militaire middelen en grootschalige economische investeringen in Koerdische regio’s — een strategie van stok en wortel, in plaats van een politieke oplossing. Een duurzame oplossing vereist dat de staat erkent dat het probleem dieper gaat dan de PKK alleen. De PKK is historisch voortgekomen uit een beleid van ontkenning en onderdrukking van de Koerden, en uit een breder tekort aan democratie. De kernvraag is dan ook niet of de staat te vertrouwen is, maar of zij bereid is te democratiseren — en als onderdeel daarvan de Koerdische kwestie politiek, in plaats van militair, op te lossen’, aldus Jongerden.
Van Bruinessen gelooft niet dat dit onder Erdogan zal gebeuren. ‘Hij heeft er geen belang bij om de samenleving te democratiseren. Zijn ultieme doel is politieke overleving. Als hij daarvoor een bondgenootschap met de MHP moet sluiten, doet hij dat. En als hij denkt dat de Koerden hem aan een verlenging van zijn presidentschap kunnen helpen, zal hij aan hen de minimale concessies doen die daarvoor nodig zijn’, merkt hij op.
Veel critici speculeren dat er achter de schermen wordt gewerkt aan een deal tussen de Koerden en de Turkse autoriteiten voor een verlenging van het presidentschap van Erdogan vanaf 2028. Precies datgene waarvoor Selahattin Demirtas tien jaar geleden terugdeinsde, en waarvoor hij nu een hoge prijs betaalt in gevangenschap.

‘Wil echte vrede een kans van slagen hebben, dan is het antwoord daarop democratisering’, zegt Jongerden. ‘Democratisering en de Koerdische kwestie zijn nauw met elkaar verweven. Omdat Turkije weigert de Koerdische kwestie via politieke middelen aan te pakken, blijft de politieke handelingsruimte in het land sterk beperkt. Een duidelijk voorbeeld hiervan is de aanhoudende praktijk waarbij na elke lokale verkiezing gekozen burgemeesters van de pro-Koerdische en pro-democratische partij worden afgezet. Inmiddels is deze praktijk uitgebreid naar burgemeesters van de CHP. Een duurzame oplossing van de Koerdische kwestie en een democratisering van Turkije zijn dan ook onlosmakelijk met elkaar verbonden’, aldus Jongerden.
Geen gezamenlijke rechten voor Koerden
Van Bruinessen denkt daar ietwat anders over. ‘Een functionerende liberale democratie in Turkije is ook heel goed denkbaar zonder een oplossing van de Koerdische kwestie. Helaas. Om alle Koerden volledig als Koerden in het politieke systeem op te nemen, moeten hun wensen worden gerespecteerd. Maar de overheid wil waarschijnlijk alleen individuele rechten geven, geen gezamenlijke rechten’, aldus Van Bruinessen.
‘Vrede met de Koerden is een van de eerste stappen’
Voor Bayrak hangt het in grote mate af van wat als vrede wordt gedefinieerd. ‘Als je echte vrede definieert als een democratische rechtsstaat, dan is een van de voorwaarden toch het ophouden van de gewapende strijd. Want die gewapende strijd wordt vaak aangehaald en misbruikt om mensen blijvend te onderdrukken, om ze in de gevangenis te gooien, en om heel veel andere dingen in de doofpot te stoppen. Heel veel ondemocratische maatregelen zijn op de een of andere manier genomen onder het mom van vaderlandsliefde en strijd tegen terrorisme.’
Daarom hangt de Turkse democratie samen met vrede met de Koerden, volgens Bayrak. ‘Vrede met de Koerden is een van de eerste stappen die nodig is om de democratisering van Turkije mogelijk te maken. Omdat het vijandbeeld over de Koerden decennialang als excuus is gebruikt om mensen te arresteren, vast te zetten, te beschuldigen van verraad, van willekeur in de rechtspraak en dus van heel veel ondemocratische maatregelen. Het wegnemen van die voedingsbodem, van het angstbeeld van de Koerden als vijand en dreiging, maakt volgens mij de weg vrij voor verdere democratisering van Turkije. Gaat dat automatisch? Nee. Er zitten nog steeds zoveel politici vast. Maar het is wel een voorwaarde.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!