De stiefmoeder van mijn opa is overleden. Pire Fate heeft de honderd aangetikt. Ik herinner me haar als een glimlachende oma. Mijn moeder zei dat ze heel aimabel was. Ook vertelde ze dat Pire Fate vroeger de bevallingen in het dorp begeleidde – een vroedvrouw dus. Ze zou nooit iets over de bevalling of over wat ze in het huis zag aan anderen hebben verteld. Een soort eed van Hippocrates, zonder ooit op een basisschool gezeten te hebben. Ik heb mijn moeder nog niet gevraagd of ze ook bij mijn geboorte aanwezig was. Moge Pire Fate, mede vanwege haar discrete hulpverlenerschap, de velden in het paradijs betreden.
In de huisartsenpraktijk hoef ik niet vaak op huisbezoek bij patiënten. We hebben wel tachtigers in de praktijk, maar zij hebben een sterk netwerk van mantelzorg. Kinderen slepen vader of moeder mee naar het spreekuur, en dat is maar goed ook. Een medewerker van de thuiszorg zei me eens dat wij artsen geduldig moeten zijn bij doktersbezoek van ouderen. Ouderen willen van de dokter horen dat het goed met hen gaat.
Een patroon begon zich af te tekenen
Echte ouderen zie ik vooral tijdens de diensten bij de huisartsenpost. Toen ik gevraagd werd om op visite te gaan bij een 98-jarige, bekroop me een gevoel van onwil. Ik ben geen katholiek, maar anders zou ik misschien bij de pastoor van de Sint-Jan biechten dat ik het prettiger had gevonden als de begrafenisondernemer eerst was langsgegaan.
Toen ik echter bij de 98-jarige binnenstapte, kon ik mijn ogen niet geloven: een kwieke, vrolijke dame die haar klachten zowaar bagatelliseerde.
98, 99, 100, 101 – bij al deze leeftijden ben ik inmiddels langsgegaan. Een patroon begon zich af te tekenen. Het waren allemaal vrouwen. Ze waren mager. En ze waren allemaal vrolijk.
Vrolijke, magere vrouwen zullen ons allemaal overleven.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!