Vanuit de Spaanse binnenlanden, waar ik tot voor kort mijn vakantie vierde, volgde ik vol afgrijzen het nieuws over Afghanistan. De beelden van vluchtende mensen, van vliegtuigen waar Afghanen op proberen te klimmen, van de Taliban die Kabul overnemen: ze raakten mij. Hoewel ik zelf nooit in Afghanistan ben geweest, heb ik als Nederlander toch automatisch een band met het land. Niet alleen vanwege de vele Afghaanse Nederlanders die er hun roots hebben, maar vooral ook omdat de afgelopen twintig jaar Nederland nauw betrokken is geweest bij het wel en wee van Afghanistan. Ons land heeft meerdere malen bijgedragen aan pogingen om het land verder op te bouwen.
Dat alles is nu weg. Twintig jaar van investeringen zijn in enkele maanden teniet gedaan. En de manier waarop dat is gegaan kan alleen omschreven worden met één woord: afgang. Of beter gezegd: afgaan. Want dat is wat we nu doen: afgaan. De recente gebeurtenissen in Afghanistan vormen één grote afgang. Een afgang voor de Afghaanse regering, het Afghaanse leger of wat daarvoor door moest gaan. Het is ook een afgang voor de VS en voor Joe Biden, een afgang voor het Westen, een afgang voor de NAVO en last but not least ook een afgang voor Nederland.
Als Nederlander schaam ik mij voor de manier waarop wij met deze crisis zijn omgegaan. Hoe we veel te laat op de ontwikkelingen aldaar anticipeerden. Hoe er blijkbaar geen plannen klaarlagen voor dit mogelijke scenario. Hoe we in het holst van de nacht ons eigen ambassadepersoneel uit Kabul weghaalden, maar de Afghaanse medewerkers lieten zitten die vervolgens de volgende dag voor een dichte ambassadedeur stonden. Hoe we allerlei evacuatievluchten organiseren waar maar een handvol mensen op zitten, terwijl honderden Nederlanders zich nog steeds in Kabul bevinden. En hoe we deze mensen vroegen om op eigen houtje naar het vliegveld te komen – met alle risico’s voor hen van dien – terwijl andere landen probeerden om hun eigen onderdanen uit Kabul op te halen en naar het vliegveld te brengen.
Deze gebeurtenissen zijn een schandvlek op ons nationaal blazoen. Je zou denken dat we na het drama van Srebrenica als Nederland zijnde ons wel op alle mogelijke manieren in zouden spannen om te voorkomen dat dergelijke debacles ooit nog een keer voor zouden komen. Maar blijkbaar hebben we hier onvoldoende van geleerd. We blijven ons als Nederland maar steeds aan dezelfde steen stoten. We zijn onvoldoende voorbereid op dergelijke crises. We kunnen niet zonder de hulp van bondgenoten onze eigen boontjes doppen. En we laten de mensen daar gewoon zitten, terwijl we zelf ons eigen hachje redden.
Dat is het beeld wat bij mij, en bij veel anderen, blijft hangen. Natuurlijk, er zijn ook veel Nederlanders die zich keihard inspannen om te redden wie en wat er te redden valt. Maar het beeld van een nationale afgang overheerst. Dat al onze inspanningen die we in het verleden geleverd hebben om dit land beter te maken plotsklaps teniet zijn gedaan. We hebben gefaald voor onze veteranen en voor alle andere Nederlanders die in Afghanistan actief zijn geweest, maar we hebben vooral gefaald voor de Afghanen zelf. In het bijzonder voor diegenen die voor Nederland hebben gewerkt en daarvoor de nodige risico’s hebben genomen.
We blijven ons als Nederland maar steeds aan dezelfde steen stoten
De tijd zal het leren wat de impact van deze afgang op Nederland en de Nederlandse politiek zal zijn. Wellicht komt er in de toekomst een enquête Afghanistan en valt er zelfs nog een kabinet over. Voor nu zal mij dat een zorg zijn. Waar we ons nu voor moeten inspannen is dat we deze afgang niet nog erger maken. Dat we in ieder geval alles doen wat nodig is om onze mensen uit Afghanistan te halen, voordat het daarvoor te laat is. Als we daar als Nederland in slagen, kunnen we wellicht ons blazoen nog een beetje oppoetsen. Al zal dat de manier waarop we als land in Afghanistan af zijn gegaan zeker niet ongedaan maken.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!