Als directeur van Nationaal Jeugdfonds Jantje Beton kom ik in contact met kinderen door heel ons land. Arme en rijke kinderen, wit en zwart, meisjes en jongens, met en zonder beperking. Ook met kinderen die zijn gevlucht uit het buitenland kom ik in contact. Wat al deze kinderen gemeen hebben, is dat ze gelukkig willen zijn. Lekker en vrijelijk buitenspelen kan daarbij enorm helpen. Daar worden de kinderen niet alleen gelukkiger van, maar ook gezonder, creatiever en meer zelfverzekerd. Cruciale bouwstenen voor de empowerment van kinderen in de meest kwetsbare posities, zoals vluchtelingenkinderen. Een betere wereld begint bij spelende, gelukkige kinderen.
‘Waar kom je vandaan?’, vroeg ik op een regenachtige donderdag in een asielzoekerscentrum aan een Aziatisch uitziende jongen van een jaar of negen. ‘Korea’, antwoordde hij schuchter. ‘Bedoel je Noord- of Zuid-Korea?’. ‘Noord-Korea’. ‘Ben je hier alleen of heb je ook familie in Nederland?’. ‘Mijn moeder en zusje wonen hier ook.’ En toen was ik zo lomp om de volgende vraag te stellen: ‘Ik hoor dat het niet zo goed gaat in Noord-Korea, bijvoorbeeld door de nodige armoede en onveiligheid. Hoe was dat voor jouw familie?’ Op deze te direct geformuleerde vraag aan iemand die ik slechts enkele seconden kende, wilde de jonge knul geen antwoord geven – zo bleek uit het feit dat hij met het nodige oogvocht rechtsomkeert maakte, zijn nek gebogen en op zoek naar een veilig hoekje in de drukke gymzaal waar enige rust te vinden was.
Even later zag ik hem weer opfleuren, genietend van een muzikaal deuntje dat hem klaarblijkelijk beter beviel dan het korte gesprek met mij. Langzaam maar zeker bewoog hij zich over de gymzaal, die voor deze middag was omgetoverd tot danszaal. Er kwam beweging in de heupjes, zijn voeten gingen van links naar rechts en de somberheid op zijn gezicht maakte plaats voor een brede lach. Contact leggen met leeftijdsgenootjes deed hij niet, maar in zijn jongere zusje vond hij een ideaal dansmaatje. Hij was buiten deze danszaal overduidelijk de oudere, beschermende broer die het altijd voor zijn zusje opnam tegen de boze buitenwereld. Maar vanmiddag even niet. Samen mochten ze, net als andere kinderen uit verre landen als Eritrea, Syrië en Burundi, die middag genieten van het kind zijn. Een bekroning van een bijzondere en onvergetelijke vakantieweek in april. Die week mocht een groep kinderen in het asielzoekerscentrum namelijk actief deelnemen aan een dansworkshop. Onder leiding van enkele professionele dansinstructeurs leerden ze samen te werken, samen te spelen, samen te genieten en leerden ze ook dat het leven niet alleen maar serieus en spannend hoeft te zijn. Even waren ze niet meer die (volgens veel Nederlandse volwassenen in hun omgeving) zielige, kwetsbare kinderen die gevlucht zijn voor tirannie, terreur en tragiek in hun geboorteland.
Dansend en spelend het verdriet verdringen. Deze week stond in het teken van spelen, lachen, genieten, geloof in een betere toekomst, hoop en liefde. Aan het einde van deze week mochten de kinderen hun gezamenlijke danceact presenteren aan hun ouders en andere familieleden. Het plezier dat de kinderen lieten zien tijdens hun dansvoorstelling vond op de geïmproviseerde tribune zijn weerspiegeling in de trotse en adembenemende blikken van de mensen die het meest van hen hielden. Zelden heb ik zulke trotse papa’s en mama’s gezien als op dat moment. Het was ook meer dan trots alleen. Het was een mix van opluchting, dankbaarheid en ontroering die ik zag in die zaal. Een zaal die overigens behangen was met indrukwekkende teksten die tijdens de workshop waren beschreven door de kinderen. ‘Maak de volgende zin af: ‘Ik ben dankbaar voor…’’, had de workshopleider aan de kinderen gevraagd. Dat leverde indrukwekkende antwoorden op als: ‘dat ik er mag zijn’. Of: ‘als iemand mij helpt’. En: ‘mijn goede moeder en vader’. Kinderen in de meest kwetsbare posities in onze samenleving, woonachtig in een krappe kamer in een anoniem asielzoekerscentrum, waren zich in een met workshops gevulde vakantieweek meer bewust geworden van de mooie dingen en mensen in hun leven. Ze mochten eindelijk weer eens onbezonnen en op een leuke manier kind zijn. Daar in dat asielzoekerscentrum op die druiligere donderdagmiddag werd iets groots verricht. En dat in een tijd van verzuring, verruwing en vervreemding van het maatschappelijk sentiment in Nederland in het algemeen en van de Nederlanders in de richting van vluchtelingen en asielzoekers in het bijzonder. Eens te meer blijkt de toekomst van onze beschaving geworteld te zijn in het geluk van een kind.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!