Home Columns De mens als gruis

De mens als gruis

In het nieuws over de bijna twee maanden oorlog tussen Israël en Hamas lees je weinig over de slachtoffers onder de strijders. Volgens Israëls opgave zijn er 390 Israëlische militairen omgekomen, de meesten tijdens de inval van Hamas bij Sedorot en Nahal Oz. Het leger heeft nu ook het aantal gedode Hamasstrijders genoemd: tussen de 1000 en 2000. Het heeft me verbaasd dat deze getallen tot weinig ophef leidden. Nog afgezien van de ronde cijfers, die slechts op een schatting duiden. Israël meent dat er in totaal 30.000 Hamasstrijders zijn, Hamas zelf heeft een getal van 50.000 genoemd.

Maken we een kosten-batenanalyse vanuit Israëls perspectief na haar langste oorlog tot nu toe, dan vallen de resultaten behoorlijk tegen. En dat terwijl Israël 350.000 reservisten aan de grens heeft, de helft van de luchtmacht heeft ingezet en ook de vloot heeft ingeschakeld. De Hamas-leiders zijn nog steeds niet gepakt, enkele ondercommandanten daargelaten, ook al beweerde het Israëlische leger drie weken geleden Yehyia Sinwar te hebben ‘omsingeld’. Het betekent dat Israël de grootste moeite heeft Hamasstrijders te vinden.

Door het uitblijven van militair succes groeit de toevlucht tot het woord. In de retoriek van bewindslieden zijn Palestijnen beesten, kakkerlakken en van Hamasstrijders moet de voorhuiden worden verzameld (sic). Het vrije woord lijdt: 57 journalisten zijn gedood, Israël valt Palestijnse media aan en wil het kritische geluid van de linkse krant Ha’aretz met sancties smoren.

Premier Benjamin Netanyahu plakte een makkelijke term op de dood van 14.000 Palestijnse burgerslachtoffers: ‘collateral damage’, oftewel ‘bijkomstige schade’. Het Palestijnse volk gereduceerd tot wat scherven, splinters en gruis. Westerse leiders hebben deze woorden tot zich genomen en verteerd. Al zijn Israëls diplomatieke verhoudingen met China, Rusland, de Arabische wereld en het zuidelijk halfrond ernstig verstoord. Woorden doen ertoe in een oorlog. Getallen ook. Toch gaat oorlog over mensen als u en ik. Tegen wil en dank misschien zijn ze er. Eerst de slachtoffers van Hamas. En nu, aan de andere kant, een moloch aan door het gruis van het puin grijs geworden Palestijnse burgers.

Ik belde vorige week met mijn Palestijnse zwager op de Westelijke Jordaanoever met de belachelijke vraag hoe het gaat naar omstandigheden. Hij zocht naar woorden, stamelde, viel stil, probeerde het nog een keer tevergeefs en zei toen: ‘Er zijn gewoon geen woorden voor.’ Het lukte hem gewoon niet de verschrikkingen van de oorlog en de machteloosheid te omschrijven. Daarom vertelde hij van zijn kinderen die om 4 uur ‘s nachts op moeten staan om naar school te gaan, omdat het Israëlische leger de checkpoints al om een uur of 6 ’s ochtends afsluit. Het is maar klein leed vergeleken bij wat er in Gaza gebeurt. Maar dat daar is zo onmenselijk en op zo’n schaal dat taal het laat afweten. Woorden die ooit zijn ontstaan om emoties uit te drukken, als middel van mensen met verschillende krachten om te kunnen samenwerken en om het leven mooier te maken.

En toen passeerden ineens de beelden die hoop geven. Van het kleine Israëlische jongetje. Een vrijgelaten gijzelaartje dat door de ziekenhuisgang in de armen van zijn vader huppelt. En het Palestijnse meisje met haar lange haren, nog in haar grijze jogginggevangenistenue, dat uit de metalen grijpers van het checkpoint in de armen van haar vader rent. Met hen kan iedereen zich identificeren. Ineens was niemand een algemene bewoording. Ineens was niemand meer collateral damage. De vijand kreeg het gezicht van een kind. Even gloorde er humaniteit door, compassie.

Het Palestijnse meisje met haar lange haren dat in de armen van haar vader rent

Maar Netanyahu haalde in Gaza tijdens de gevechtspauze weer de oude oorlogsretoriek tevoorschijn. Hij liet weten dat Israël zich tot doel heeft gesteld heel Hamas te vernietigen en de overwinning te zullen behalen. Extrapoleren we de eerdere cijfers even: in dit tempo gaat die vernietiging nog minstens vijftien maanden duren. Doen we dat ook voor het aantal burgerslachtoffers, dan zouden er meer dan 150.000 Palestijnse doden kunnen vallen op de Gazaanse killing fields. En de overlevenden opgesloten op een stuk grondgebied dat eruitziet als een maanlandschap.

Dehumanisering van een tegenstander gaat gepaard met sterke groepsloyaliteit, vaste normen en een speciaal vocabulaire, aldus psycholoog Herbert Kelman. En het is alleen op te lossen door bemoeienis van buiten. Inlevingsvermogen is nodig, om in de schoenen van de ander te staan, om de ander zijn pijn te erkennen. De strijdende partijen moeten weer samen hetzelfde doel hebben. Daar horen nieuwe woorden bij, een taal van wederkerigheid, met wederzijdse verzekering van elkaars bestaan en perspectief. Maar westerse leiders hebben Israëls narratief van een oorlog met menselijke nevenschade die niet te winnen is tot nu toe alleen maar geconsumeerd. Aan onze eigen bestuurders stel ik daarom nu deze vraag: hoe lang gaan jullie daar nog mee door?