Het plaatje toont een groepje ‘Marokkanen’. Bij een discotheek in de stad wordt hen de toegang geweigerd: ‘Jullie komen er niet in.’
De scholieren roepen in koor: ‘Dit is strafbaar.’ De officier van justitie knikt. ‘Inderdaad, dit is discriminatie wat strafbaar is.’ We gaan naar het volgende plaatje. Een karikatuur van de profeet Mohammed samen met Jezus. ‘Strafbaar!’ klinkt het opnieuw. ‘Nee’ zegt de officier deze keer. ‘Dit is niet netjes, maar het is niet strafbaar. Dit noemen wij vrijheid van meningsuiting.’ De scholieren kijken de officier verward aan. ‘Dit mag? Je mag de Profeet dus ongestraft beledigen?’
‘We hebben nog één plaatje. Ook weer een spotprent.’ De kinderen staren naar een afbeelding van Hitler naast Anne Frank samen in een bed. ‘Nee, dit mag toch zeker niet. Diegene die dit getekend heeft moet toch echt wel opgepakt worden.’ Opnieuw schudt de officier het hoofd. ‘Over deze plaat was veel te doen. Maar ook hiervoor geldt de vrijheid van meningsuiting.’
Nu schudt Jasmine haar hoofd. ‘Die vent heeft zoveel Joden vermoord. Ook Anne Frank. En u zegt dat dit mag?’ De officier doet nog één poging. ‘Ook dit is gezien de geschiedenis een heel onsmakelijke afbeelding. Maar vrijheid van meningsuiting is één van die vrijheden waar we heel zuinig op zijn.’ Net als de anderen in ons groepje haalt Jasmine haar schouders op. ‘Jullie zijn heel zuinig, maar dan wel op de verkeerde vrijheden! Ze kunnen me wat. Alles mag, beledigen, pijn doen, kwetsen, discrimineren. Totaal geen respect. Maar straffen? Ho maar.’
Niets staat het elkaar beledigen eigenlijk nog in de weg
Voor deze jonge mensen bestaat er die middag een gapende ruimte tussen wat ze niet willen en waar het strafrecht begint. Een ruimte die onbegrip schept.
Die woorden ‘totaal geen respect’ zingen nog steeds door in mijn oren. Jasmine begrijpt drommels goed wat er mis is binnen onze samenleving. Niets staat het elkaar beledigen eigenlijk nog in de weg. De totaal ontspoorde vrijheid van meningsuiting is daar mede debet aan.
Niet alleen voor Jasmine is het onmogelijk te begrijpen dat er zaken zijn in onze samenleving die heel onwenselijk en beschadigend zijn, maar toch niet strafbaar.
Vaak kijken we bij het ongestraft blijven in de richting van het Openbaar Ministerie of de rechter. De waarheid is dat wij onszelf moeten aankijken. Het OM kan niets anders dan strafbare feiten opsporen. Vervolgens komt de rechter aan de beurt.
Wij burgers zijn verantwoordelijk voor hoe de wet eruitziet. Wij kiezen de volksvertegenwoordigers die bepalen welke wetten er zijn en welke rechten en beperkingen die bevatten.
Ik ben het helemaal eens met die scholieren die vinden dat wij schromelijk tekortschieten. Ook de vrijheid van meningsuiting is een grondrecht die verantwoordelijkheden met betrekking tot andere grondrechten heeft. Hanteren we niet bij mogelijk schurende grondrechten de regel ‘behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet’? De uitvoering daarvan ligt bij de overheid. Met andere woorden, daar waar medeburgers beschadigd raken door de vrijheid van meningsuiting behoort de overheid in te grijpen en misbruik van vrijheden voor eens en altijd in te perken.
Vrijheid van meningsuiting is maar één voorbeeld van een recht dat inperking behoeft. Mijns inziens geldt dat ook voor het demonstratierecht. Alleen dan kun je voorkomen dat burgermeesters moeten toekijken hoe in de straten van hun gemeenten op de meest grove wijze misbruik wordt gemaakt van die gapende ruimte tussen wat wij met ons allen niet willen maar wat toch niet gestraft kan worden. Zoals de man in Arnhem die nu nog volkomen legaal een van de heilige boeken op straat publiekelijk in brand steekt. Terwijl de gezagsdragers hulpeloos aan de zijkant staan.
Jasmine, jong als je bent, jij begrijpt het. Nu nog de rest van onze samenleving.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!