CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt noemt de problemen van de Nederlandse rechtsstaat ‘groot en diep’. Aanleiding voor deze typering is de dramatische toeslagenaffaire, waarmee tienduizenden ouders jarenlang door de Nederlandse overheid onrechtmatig zijn behandeld en rechtstreeks de vernieling in zijn geholpen. Omtzigt heeft gelukkig een oplossing: een sociaal contract.
Zijn recent gepubliceerde boek draagt zelfs de titel Een nieuw sociaal contract. Al eerder liet Omtzigt in interviews en lezingen weten dat een sociaal contract tussen overheid en burger helpt om de macht van de overheid te verkleinen en die van de burger te vergroten. Maar een nieuw sociaal contract is geen panacee voor alle problemen.
‘Het sociaal contract zorgt ervoor dat die macht ook alleen voor dit doel wordt aangewend, en niet voor iets anders. De overheidsmacht is immers zo groot dat zij een leven of een bedrijf met een enkele pennenstreek kapot kan maken’, zei Omtzigt afgelopen oktober in een lezing. ‘Een nieuw sociaal contract, een nieuwe manier waarop overheid, bedrijfsleven en samenleving zich tot elkaar verhouden, is essentieel voor het behoud van de maatschappelijke vrede. We moeten de onvrede wegnemen door onze instituties te herbouwen, door checks and balances te herstellen.’ Eens, maar naar mijn idee is zijn oplossing nog ontoereikend.
Wat hebben de ouders van de inmiddels tienjarige Nadia, die op grond van hun Marokkaanse roots door de Belastingdienst zijn gediscrimineerd en ten onrechte als fraudeurs zijn bestempeld, eigenlijk aan zo’n sociaal contract? Helpt zo’n sociaal contract ook tegen het institutioneel racisme dat in diverse delen van de overheid onmiskenbaar aanwezig is? Een sociaal contract zal op korte termijn voor hen niets opleveren, al is het maar omdat de waarde van contracten afhankelijk is van het gedrag van contractpartners.
Anders gezegd: racisme en onrechtmatig handelen zit niet alleen ingebakken in overheidssystemen, maar veel meer nog in menselijk gedrag. In de mens- en maatschappijvisie van politici en ambtenaren. Zolang hun beeld van de multiculturele samenleving dominant negatief van aard en toon is wordt het lastig hen tot een ander ‘discours’ te verleiden. Sociaal contract of niet: het gaat om menselijk gedrag en om het leiderschap. De toon vanuit de politieke en ambtelijke top is doorslaggevend voor hoe ambtenaren op uitvoerend niveau met burgers omgaan.
Racisme en onrechtmatig handelen zit niet alleen ingebakken in overheidssystemen, maar veel meer nog in menselijk gedrag
Ik heb geen bezwaar tegen een nieuw sociaal contract, maar daar mag het niet bij blijven. De giftige retoriek van politici over de multiculturele samenleving en over specifieke groepen, zoals Marokkaanse Nederlanders, vluchtelingen of islamitische Nederlanders, is de wortel van het kwaad. Dit is wat bestuurskundigen ‘framing’ noemen.
Het frame bij de toeslagenaffaire was, simpel gesteld, dat Nederlanders met een migratieachtergrond vaker frauderen en bij voorbaat moeten worden gewantrouwd. ‘Fraudeurs moeten keihard worden aangepakt!’ Dat frame bepaalt vervolgens bewust en onbewust hoe ambtenaren met mensen omgaan. Zeker als de druk op het leveren van politieke prestaties groot is. Een nieuw sociaal contract tussen burgers en overheid is bij voorbaat gedoemd te mislukken zolang dit soort negatieve frames blijven bestaan.
Het is de toon die de muziek bepaalt. Binnenkort mag de Nederlandse kiezers de toon kiezen: kiezen we voor boodschappen van haat of van liefde? Kiezen we voor partijen en politici die hebben bewezen vooral tweespalt te zaaien, óf kiezen we voor partijen en politici die staan voor een inclusieve samenleving van en voor alle Nederlanders? Dat is een wezenlijke vraag die voorafgaat aan het wel of niet symbolisch ondertekenen van een nieuw sociaal contract.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!