Er gaat een verhaal rond over een kat. Geen gewone kat, maar een Transvaalse kat. Een kat die ooit door kinderen uit een Haagse wijk werd gekoesterd, door buurtmoeders werd omarmd, en na een dierenartsbezoek – zoals dat gaat in wijken waar mensen elkaar helpen – gewoon onderdeel werd van het gezin. Nu regeert deze kat in Vroondaal, een glanzende nieuwbouwwijk waar honden sidderen voor zijn onverschrokken blik. Het is een komisch beeld, maar ook een metafoor: wat gebeurt er als de veerkracht en trots van wijken als Transvaal andere, rijkere buurten bereikt?
De kat is namelijk geen eenling. Hij is een product van een gemeenschap waar mensen zoals mijn vriendin strijden voor kansengelijkheid in de medezeggenschapsraad, waar buurtmoeders het heft in eigen hand nemen, en waar een overleden buurtbewoner niet wordt vergeten – zelfs niet zíjn kat. Dat is de kracht van wijken waar mensen, vaak uit noodzaak, samen optrekken.
Toch verhuizen mensen uit deze wijken, zoals mijn vriendin, naar plekken als Vroondaal: groen, ruim, maar ook homogeen. Hoogopgeleid, wit, vaak minder gewend aan de rauwe vitaliteit van een kat (of mens) die zich niet aanpast. Maar kijk wat er gebeurt: die Transvaalse kat claimt zijn plek.
Intussen blijf ik hopen dat er in Vroondaal een buurtmoeder opstaat
Misschien is onderwijs het volgende hoofdstuk. Stel je voor dat dezelfde energie die de buurtmoeders uit Transvaal dreef – dat vuur voor gelijke kansen, dat oog voor wat elk kind nodig heeft – ook de scholen in Vroondaal zou inspireren. Een inclusief schoolplein waar het niet uitmaakt waar je vandaan komt of wie je ouders zijn. Waar ouders samen, net als vroeger in de medezeggenschapsraad, werken aan een plek waar elk kind, of het nu in een villa of flat opgroeide, zijn stem, kracht en dromen vindt.
Dit is geen pleidooi tegen verhuizen. Wel een oproep om te erkennen wat er verloren gaat als we wijken als Transvaal alleen zien als ‘probleemgebieden’. De buurtmoeders, de medezeggenschapsraden waar ouders vechten voor gelijke kansen, de informele netwerken die een kat adopteren omdat het gewoon moet – dát is de sociale infrastructuur waar Nederland trots op zou moeten zijn. En ja, inwoners en katten uit die infrastructuur kunnen verhuizen.
Misschien moet Vroondaal die kat maar omarmen als mascotte. Niet omdat hij zielig is, maar omdat hij laat zien dat echte verbinding begint bij het durven innemen van ruimte. En wie weet leert die wijk dan ook van Transvaal: dat kansengelijkheid niet uit rapporten komt, maar uit mensen die – net als die kat – gewoon beginnen.
Intussen blijf ik hopen dat er in Vroondaal een buurtmoeder opstaat. Een met een kopje thee, een luisterend oor en een onverschrokken blik. En dat ergens tussen de gloednieuwe gevels een school ontstaat waar de directeur, leraren en kinderen van nú leren wat de kinderen en ouders van Transvaal al wisten: een sterke wijk begint bij elkaar de ruimte gunnen.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!