De recente implosie van Forum voor Democratie heeft zowel linkse als rechtse mensen opgelucht adem doen halen. Eindelijk lijkt de partij, die in veel opzichten een problematische koers vaart maar tegelijkertijd een formidabele uitdager van het politieke establishment leek, als een kaartenhuis in elkaar te storten, zonder veel hoop op herstel voor de aankomende verkiezingen.
Maar zullen zij die nu staan te juichen straks niet van een koude kermis thuiskomen? Forum voor Democratie mag dan misschien verdwijnen, maar dat geldt niet voor de ruim een miljoen mensen die vorig jaar op Thierry Baudet gestemd hebben. Hun dorst naar een partij die hún verhaal vertelt blijft.
Los van wat we van Baudet vinden, we kunnen niet ontkennen dat hij in staat was om zijn kiezers een groot verhaal voor te spiegelen. Hoe problematisch dat verhaal soms ook was. En het waren juist rechtse politici die in de afgelopen decennia duidelijke idealen wisten te formuleren, die grote groepen in de samenleving aan wisten te spreken en wisten te inspireren.
Maar niet alleen op rechts leeft de behoefte aan een groot verhaal. Dit is iets wat we samenlevingsbreed zien. Mensen hebben behoefte aan gemeenschap en aan identiteit. Ze zoeken naar inspirerende, idealistische politiek, ze willen politici die een groter verhaal kunnen vertellen, zoals Barack Obama en de Nieuw-Zeelandse premier Jacinda Ardern.
Deze inspirerende politiek gaat dan op links vooral over inclusie, over verbinding en het doorbreken van polarisatie. Op rechts gaat het eerder over nationalisme, over het behoud van identiteit, en normen en waarden in de samenleving. Maar geen enkele partij in Nederland weet tot nu toe een verhaal te formuleren dat beide perspectieven met elkaar verzoent. Het verhaal van een inclusief nationalisme, wat elementen kent die zowel kiezers op rechts als op links kunnen inspireren.
In mijn onlangs verschenen boek Ik hou van Holland: Pleidooi voor patriottisme ga ik in op dit vraagstuk. Ook kijk ik naar hoe deze behoefte aan zowel inclusie als het koesteren van het nationale te verzoenen. Ik zie een inclusieve, liberale vorm van nationalisme, die ik definieer als ‘patriottisme’ als uitkomst. Patriottisme staat voor verbondenheid met een natie die niet gebaseerd is op afkomst, maar waar iedereen los van etniciteit, culturele achtergrond of religie bij kan horen.
Juist hier lijkt in Nederland op dit moment behoefte te zijn. We zien enerzijds de behoefte aan erkenning van het belang van en waardering van het nationale, van traditie en van gemeenschapsleven, anderzijds het verlangen naar inclusie, erkenning van Nederlanderschap en het omhelzen van diversiteit. Een inclusief nationalisme zou aan beide perspectieven in de samenleving tegemoet komen. Sterker nog, juist een inclusief nationalisme is in staat om burgers met hele verschillende opvattingen en achtergronden op basis van een gezamenlijke identiteit toch met elkaar te verbinden.
Op links lijkt nationalisme nog te veel een taboe te zijn
De politieke partij die bij de aankomende verkiezingen hiervoor kiest, zal wellicht in staat zijn om de dorst naar dat grote verhaal onder veel kiezers te lessen. Dit zal niet Forum zijn. Niet alleen omdat de partij nu in scherven uiteen is gevallen, maar ook omdat het nationalisme wat deze partij propageerde allesbehalve inclusief is. Ook de meeste andere rechtse partijen laten het na een inclusief nationalisme te formuleren. En op links lijkt nationalisme nog teveel een taboe te zijn. Voorzichtige flirts van politici als Lodewijk Asscher en Jesse Klaver met een progressief patriottisme hebben nog weinig concreets opgeleverd.
Er blijft dus een onvervulde behoefte bestaan in de samenleving. Thierry Baudet zal deze behoefte niet gaan vervullen. De grote vraag is nu: wie wel?
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!