2.5 C
Amsterdam

Gebruik vioolmuziek in plaats van azan

Jan Jaap de Ruiter
Jan Jaap de Ruiter
Arabist aan de Tilburg University.

Lees meer

Mijn meest directe kennismaking met de oproep tot het gebed was toen ik in Caïro studeerde en woonde in de periode 1981-1982. Met twee andere studenten bewoonde ik een appartement op de bovenste verdieping van een flatgebouw op het eiland Roda. De luidspreker van de uiterst kleine moskee op de begane grond stond op het dak van onze slaapkamer die we samen deelden. Als we weer eens uit geweest waren in de nachtclubs bij de piramides, tegen de ochtend terugkwamen en ons bed in doken, hadden we de lakens nog niet over onze neuzen getrokken of de moskee ging ‘af’. Het ‘Allahu Akbar’ (God is groot) was niet van de lucht. Ik herinner me met name nog de zin ‘bidden is beter dan slapen’ van de azan (gebedsoproep). Wij draaiden ons echter om in de hoop en verwachting dat de oproep toch maar kort duurde, maar we hadden buiten de imam gerekend. Die liet immer de microfoon open staan en nadat het gebed verricht was hoorden we zijn luide gesnurk. De imam had waarschijnlijk niet de nacht doorgebracht in de nachtclubs, maar was ook maar een mens.

Die herinnering schoot me door het hoofd toen ik van de zomer in mijn tuin zat te genieten van de zon en de bloemen en ik een al te bekend geluid hoorde: de oproep tot het gebed, niet die van de vroege ochtend, maar die van de late namiddag. Ik was gefascineerd en tegelijkertijd geërgerd. Gefascineerd door de vaststelling dat de islam al zo geïntegreerd was in onze samenleving dat een oproep tot het gebed in de publieke ruimte blijkbaar mogelijk is geworden. Geërgerd omdat ik vind dat geen enkele uiting van religie in de publieke ruimte plaats zou moeten vinden. Bovendien stond de moskee minstens twee kilometer van mijn huis en uit de plaatselijke pers bleek ook wel dat er veel klachten waren over het geluidsniveau. De moskee verklaarde desgevraagd ‘eraan te werken’, wat ik een bizar antwoord vond want het ging toch alleen maar om het laagzetten van het volume? Hoe moeilijk kan het zijn.

De publieke ruimte is van iedereen en daar moeten we zorgvuldig mee omgaan. Hoe dan ook is geluidsoverlast een belangrijke kwestie in het dichtbevolkte Nederland. Maar inhoudelijk heb ik een ander argument. De vaststelling in de oproep tot het gebed dat God groot is iets, vind ik, wat niet in de publieke ruimte thuis hoort. Hoe deze kwestie op te lossen?

Ik heb erover nagedacht of er andere varianten mogelijk zijn voor de islamitische oproep tot het gebed. Een reden te meer om dat te doen is omdat we in Nederland ook te maken hebben met klokgelui van de christelijke kerken. Die roepen de mensen op ter kerke te gaan om de boodschap van het christelijke geloof te verkondigen. Het verschil zit hem natuurlijk daarin dat de kerken geen tekst rondbazuinen in de sfeer van ‘Jezus is de zoon van God, lomt tot het heil’. En dat hoeft ook niet want iedereen weet wat er in de kerken wordt gepredikt.

De islam is een – relatief – nieuwe godsdienst en er vindt veel debat plaats over deze religie en de plaats die het zou moeten of kunnen hebben in de samenleving. Mijn positie is dat we in dat debat niets moeten aantrekken van wat er gebeurt in islamitische landen en wat daar de gewoontes zijn met betrekking tot de islam. We zijn in Europa. De islam en moslims zijn in Europa. We gaan het Europees aanpakken.

Mijn voorstel is in de eerste plaats praktisch. Gebeden vinden vijf keer per dag plaats en dat zeven dagen per week. Dat zijn bij elkaar 35 oproepen. Om dan telkens het ‘Allahu Akbar’ te horen is veel te veel en daar is geen draagvlak voor. Dat wordt hoe dan ook opgelost door de talloze gebedsapps die in omloop zijn en die gelovigen in alle plaatsen en tijdzones ter wereld vertellen dat het weer tijd is voor het gebed. Daar heb je geen minaret voor nodig.

Maar om toch kleur te geven aan de islamitische traditie en die tegelijkertijd vorm te geven in de Europese context zou het mijn voorstel zijn dat op vrijdagen de oproep tot het gebed gerealiseerd wordt door een melodie gespeeld door, bijvoorbeeld, een violist. Dan hebben we niet te maken met het wat mij betreft onnodige ‘Allahu Akbar’ en kunnen de mensen genieten van de zoete klanken die moskeeën dan verspreiden. Niet realistisch? Islam is een zeer diverse religie, horen we moslimvoorlieden immer zeggen. Dus waarom niet gaan voor de door de viool gespeelde gebedsoproep?

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -