Na het kerstreces schuift de Haagse politiek half januari voor korte tijd weer aan de vergadertafel. Nauwelijks een maand later, vanaf 12 februari, gaan de Kamerleden het land in vanwege de verkiezingen. Op naar een nieuwe ronde. Tijdens deze parlementaire pauzes wordt er door onze ministers en staatssecretarissen gewoon doorgewerkt. Achter de voordeur van het Catshuis buigen zij zich over lastige dossiers die zich maar moeilijk laten doorschuiven naar een volgende regeerperiode.
Denk aan het moeilijke dossier over de MH17. De onderste stenen liggen nog steeds niet boven. Of aan de aardbevingen in Groningen. Er zijn miljoenen doorgepompt naar Groningen om de schade van de gaswinning te herstellen. Die komen via allerlei zijkanalen en leidingen wel terecht bij de ingenieursbureaus die het proces moeten regelen. Maar herstel van barsten in muren en funderingen, van al het psychische leed? Dat laat in veel gevallen op zich wachten.
En dan het eindverslag van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK). Onze bewindslieden kijken elkaar diep in de ogen. Wat gaat er nu gebeuren? Een aantal van de aanwezigen rond de tafel krijgt het flink voor de kiezen. Volgens de bevindingen van het rapport gaat het allemaal veel verder dan alleen maar ‘politieke verantwoordelijkheid’. Huidige en vroegere ministers en staatssecretarissen hebben behoorlijke steken laten vallen.
Hoe nu verder? Ongetwijfeld wordt de vraag gesteld: ‘Ga jij nog door?’ Of, wat directer: ‘Vind je niet dat jij nu naar de Koning moet om jouw ontslag aan te bieden?’. Misschien wordt er zelfs gesproken over een vallend kabinet. De komende dagen horen we welk besluit door de voordeur van het Catshuis naar buiten komt.
Ons land kent nog andere voordeuren. Die van duizenden ouders die ten onrechte zijn aangemerkt als fraudeurs in de toeslagenaffaire. Op de mat daarachter zal nu wel de brief zijn neergeploft waarin staat dat deze mensen het bedrag van 30.000 euro wordt uitgekeerd. Voor sommigen betekent dat eindelijk een oplossing van veel problemen. Maar voor velen kan dit ook nog wel eens het begin zijn van heel veel nieuwe ellende.
De naaste familie weet dat er nu wat geld binnen gaat komen. ‘Wie gaan we eerst betalen? Oom Wim? Is nichtje Agnes bereid nog langer op haar geleende geld te wachten? De tandarts, die ene deurwaarder die zo ongeveer elke maand weer op de stoep staat? Kopen we nu eindelijk nieuwe schoenen? Of toch maar kijken of de huisbaas tevreden is met tenminste één of twee maanden achterstallige huur? Hoe dan ook, met die paar rotcenten krijgen we onze eigen flat niet terug of wordt ons door de crisis gestrande huwelijk niet gerepareerd.’
Onze bewindslieden kijken elkaar diep in de ogen. Wat gaat er nu gebeuren?
De leden van de regering kijken elkaar over die glanzende mahoniehouten tafel in het sjieke verblijf van de premier diep in de ogen. Natuurlijk is die afschuwelijke ellende, die nu wel zichtbaar is geworden, ook aan hen niet voorbijgegaan. Ook politici kennen ‘koude kleren’. Maar is aftreden een optie? Vast en zeker gaat die vraag door de hoofden.
Opstappen? Weer een nieuwe staatssecretaris of minister, een week voor het verkiezingsreces? Een gang van de premier naar Zijne Majesteit om ontslag aan te bieden van zijn voltallige regering? Nee, dat is vast niet wat de ploeg rond de heer Rutte wil. Bovendien staat een aantal van de aanwezigen bovenaan de verkiezingslijsten. Juist zij worden vanaf volgende maand door de partijen als prominenten het land ingestuurd.
Wat dan? Met zoveel aangerichte en onopgeloste schade doorgaan? Voor de echte bestuurder, de echte bewindspersoon is het geen kwestie van móeten of wíllen doorgaan. De ware gezagsdrager kent, met deze dossiers op tafel, maar één vraag: ‘Kán ik wel doorgaan?’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!