6.1 C
Amsterdam

Gewone mensen

Lody van de Kamp
Lody van de Kamp
Rabbijn en publicist.

Lees meer

Bent u weleens met de politie in aanraking geweest? De meesten van ons hoeven het vakje dat achter deze vraag staat niet aan te kruisen.

Zelf mag ik op die vraag inmiddels met een stevig ‘ja’ reageren. Kom ik wel eens met de politie in aanraking? Ja, vaak wekelijks, soms dagelijks. Maar dan wel in positieve zin.

De afgelopen jaren brachten mij bij mijn dagelijkse bezigheden op school, op straat en in de stad vaak in contact met de mens in dat blauwe uniform. En zo leerde ik een prachtorganisatie kennen. Deze duizenden medewerkers zijn ook nog eens gewone mensen, zoals u of ik.

We lezen en horen dat het niet altijd loopt zoals wij mogen verwachten van onze blauwe hoeders van het ‘waakzaam en dienstbaar’ zijn.

Lang voordat ik in mijn huidige bestaan met onze politie begon samen te werken, werd ik geconfronteerd met zo’n moment waarop het even helemaal niet goed ging. Ik moest langs het politiebureau. De man achter de balie, wit en Nederlands, was bezig. Onderhand kwam een andere collega langs. Deze had een zichtbare migratieachtergrond – ben ik nu aan het etnisch profileren?

De witte collega: ‘Hé, wat doe jij hier? Je had je toch ziek gemeld?’

‘Ja, ik ben ook niet in orde’, antwoordde de ander. ‘Maar ik kom toch nog even langs. Deze documenten moest ik nog afleveren.’

De witte man haalde zijn schouders op. ‘Je bent ziek of je bent niet ziek. Jullie doen maar wat. Daarom hebben wij zo’n hekel aan jullie soort.’

Wij, als bezoekers van het politiebureau, keken elkaar verbijsterd aan. Wat gebeurde hier voor onze ogen?

Ja, er gebeuren soms heel verkeerde dingen, ook bij de politie

Later bezochten we met een groep jongeren, die een ‘gloeiende hekel’ zeggen te hebben aan de politie, de Politieacademie. Een jonge agente vertelde over haar ervaringen. ‘Vorige week kreeg ik een oproep voor een reanimatie. Een klein meisje had onze hulp nodig. Ik ging aan de slag. Twee collega’s probeerden de familie wat te kalmeren. Het was allemaal behoorlijk heftig. De ambulancemensen ontfermden zich even later over het arme kindje en ik liep terug naar mijn auto. Een meneer kwam op me af. ‘Mevrouw, kunt u me vertellen wat de kortste weg naar het station is?’ Ik antwoordde: ‘Nee meneer, vraag het even aan een van mijn collega’s.’ Natuurlijk had ik in mijn telefoon kunnen kijken naar de kortste route. Maar ik was in gedachten nog helemaal bij dat kleine kind. Mijn hoofd stond er echt niet naar.’

Een van de leerlingen in ons gezelschap, een veertienjarig meisje, had niet alleen maar een hekel aan de politie. Ze had een daadwerkelijk trauma. Niet lang daarvoor was een arrestatieteam haar huis binnengevallen.  Om vijf uur in de ochtend, met alle heftigheid die daar vaak bij komt kijken.

Luisterend naar het verhaal van de politievrouw over haar, wat zij zelf noemde, ‘onprofessionele gedrag’, stapte ze naar voren. Ze legde haar arm over de schouder van de agente. ‘Meid, je bent toch een gewoon mens, zoals we allemaal gewone mensen zijn!’

Politiemensen zijn gewone mensen, zoals u en ik. Zoals ook dat kind van veertien jaar, met al haar negatieve herinneringen aan de politie. En ja, er gebeuren soms heel verkeerde dingen, ook bij de politie. Maar er gebeuren ook veel heel goede dingen.

Verkeerde zaken worden niet altijd op de juiste manier gecorrigeerd en recht getrokken door de collega’s.

Jan Struijs, de voorzitter van de Politiebond, legde onlangs voor de NOS op een treffende manier uit hoe dat komt. Hij deed dit naar aanleiding van een recent racistisch incident binnen het politiekorps. ‘Onze mensen werken nauw met elkaar samen. In moeilijke situaties, geweld, vechtpartijen en gevaar, komen ze voor elkaar op en beschermen elkaar. Ze zorgen samen dat ze er veilig doorheen komen. Als diezelfde collega dan later ineens iets stoms doet, of iets helemaal verkeerd, ja, dan kan het best lastig zijn om elkaar dan daarop aan te spreken. Dat doe je dan niet zo gemakkelijk.’

‘Waakzaam en dienstbaar’ is het motto van die grote blauwe familie. Niet altijd lukt dat. Dat veertienjarige meisje weet ons te vertellen wat de waarheid is. ‘Je bent toch een gewoon mens, zoals we allemaal mensen zijn!’ Gewoon mens zijn is geen excuus om foute dingen te doen. Maar het is is wel een feit.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -