Sinds de eeuwwisseling is het in ons land in ieder geval al drie keer gebeurd dat burgers die de islam als hun geloofsgoed beschouwen, zich gedwongen wisten te distantiëren van misdaden die gepleegd werden in de naam van hun geloof.
Op 11 september 2001 worden door Al Qaida bijna drieduizend mensen gedood bij aanslagen op het World Trade Center in New York en op nog een aantal plaatsen in de VS.
Ook hier in Nederland heeft dit gevolgen voor de plaats van moslims binnen onze samenleving. Heel veel van onze islamitische medeburgers werd te verstaan gegeven dat zij met hun godsdienst bijna als medeplichtigen worden beschouwd van deze terroristische beweging. Al Qaida verklaarde immers dat daden als deze vanuit het islamitische gedachtengoed werden gepleegd.
En zo bleek al gauw dat je je maar het beste openlijk kon distantiëren van het vreselijke wat daar gebeurd was. Dit om te voorkomen dat je in de tram, op school, op kantoor of gewoon wandelend met de kinderen in het park werd beschimpt om wat ‘jouw geloof’ allemaal voor ellende in de wereld veroorzaakt.
Een herhaling van zetten op 2 november 2004. Nu veel dichter bij huis, in de Amsterdamse Linnaeusstraat, werd filmmaker Theo van Gogh door Mohammed Bouyeri vermoord. Opnieuw veel vingerwijzing in de richting van de overige moslims in het land. Kijk waar de ‘islam’ allemaal toe in staat is.
En dan is het 7, 8 en 9 januari 2015. Opnieuw laat Al Qaida op een afschuwelijke manier van zich horen. Eerst op het hoofdkantoor van het satirische weekblad Charlie Hebdo in Parijs. Daarna de moord op een politieagente en tenslotte een aanslag en een gijzeling op een nabijgelegen Joodse supermarkt. In totaal 17 doden. Ook deze ellende werd uitgevoerd in de naam van deze ‘islam’.
Er zijn allerlei manieren om te helpen het onrecht uit de wereld te helpen
Opnieuw flinke druk op islamitisch Nederland om hard te roepen dat zij dit soort terreur van zich afwerpen.
De druk om zich tegen misdaden uit te spreken die in deze gevallen op deze geloofsgemeenschap werd uitgeoefend, beviel mij toen al niet. Waarom moet iemand die in gewone dagelijkse religieuze toewijding zijn of haar geloof belijdt, gedwongen worden afstand te nemen van misstanden of misdaden die nu eenmaal op allerlei plekken binnen gemeenschappen plaatsvinden? Ook binnen religies.
Gaan wij ook van trouwe bezoekers van de heilige mis eisen dat zij zich onomwonden moeten uitspreken tegen misbruik dat binnen die kerk heeft plaatsgevonden?
Enkele dagen na het verhaal in Parijs zijn we in gesprek met studenten over de moordpartijen die Al Qaida bij Charlie Hebdo heeft gepleegd. Toen al kwam ik twee waardevolle meningen tegen.
Nordin verklaart consequent geen enkel woord vuil te maken aan de moordpartij. ‘Ja, ik ben zelf een moslim. Zover ik kan, bid ik vijf keer per dag. Ik leg geld opzij om op een goed moment naar Mekka te kunnen gaan voor de Hadj, de bedevaart. Natuurlijk eet ik alleen maar halal. En ik probeer goed te doen voor mijn medemens. Kortom, ik probeer een religieuze moslim te zijn. Wat daar gebeurd is in Parijs? Dat heeft niets met mijn Koran te maken. Er bestaat voor mij geen enkele band tussen mijn islam en wat die moordenaars daar hebben uitgehaald. Klaar. Niks geen distantiëren. Zoek maar een ander op die zich daarover uitspreekt.’
Meyra staat meteen op. ‘Nordin, ik ben het helemaal niet met jou eens!’ Meyra wijst op haar hoofddoek. ‘Iedereen weet dat jij en ik religieuze moslims zijn. Natuurlijk worden wij hier ook deze keer weer aangekeken op wat anderen met de Koran in de hand allemaal voor misdaden plegen. Daarom spreek ik me onomwonden uit. Ik veroordeel dit.’ Nordin en Meyra zijn het tijdens dat gesprek niet met elkaar eens geworden.
Voor mij was deze discussie op zichzelf waardevol. De vrijheid die wij elkaar gunnen binnen de Nederlandse samenleving moet zich ertoe lenen dat wij elkaar niet alleen de ruimte verlenen om een mening te hebben. Ook vraagt die vrijheid om de ander het recht te geven zich van een mening te onthouden of niet uit te spreken. Voor mij had Meyra gelijk, én stond Nordin in zijn recht om zijn visie voor zich te houden.
Er zijn allerlei manieren om te helpen het onrecht uit de wereld te helpen, hoe kleinschalig deze soms ook kunnen zijn. Een ander echter dwingen om de eigen mening uit te spreken is een eerste stap om ook hier heel dicht bij het recht van die ander in te perken. En dat kan weer het begin zijn van verdere ellende.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!