3.7 C
Amsterdam

Het Westland trekt zich nergens wat van aan

Thomas von der Dunk
Thomas von der Dunk
Publicist. Cultuurhistoricus.

Lees meer

Als er een prijs zou bestaan voor de meest onsympathieke gemeente van Nederland, dan zou het Westland een grote kanshebber zijn. Het gemeentebestuur onderscheidt zich door mentale geborneerdheid, onverschilligheid jegens andermans gevoelens, een stuitend NIMBY-egoïsme en totale desinteresse in de rest van de wereld – tenzij men daar naar goed Hollands gebruik goed aan kan verdienen. Niet toevallig komt de gemeente de laatste tijd vaak negatief in het nieuws.

Conform het hedendaagse managersdenken leidt dat niet tot zelfreflectie en gedragsverbetering, maar tot een beschuldigende vinger naar ‘de linkse media’ van fractievoorzitter Remmert Keizer van GemeenteBelang West en een dure pr-campagne. Liefst 1,1 miljoen wil de gemeente besteden om haar imago op te vijzelen. De ‘merknaam Westland’, aldus VVD-wethouder Anko Goudswaard in het daarbij behorende bedrijfsjargon, heeft een impuls nodig, opdat overal het ‘goede verhaal’ wordt verteld – tot in de internationale media toe.

Kern van het Keizer-denken: we doen het al altijd zo en hebben schijt aan de rest. Vandaar de bekogeling van Kick Out Zwarte Piet-betogers met vuurwerk op 19 november 2023 in het dorp De Lier, getuige de verkiezingsuitslag de week daarop in eigen ogen vast een bolwerk van ‘joods-christelijke Nederlandse cultuur’. Westland is ook een van de gemeentes waar diezelfde welopgevoede vertegenwoordigers van de joods-christelijke Nederlandse cultuur met Oudjaar traditioneel uit hun dak gaan.

U weet, dit gebeurt in het kader van de door Dilan Yesilgöz in als mooie Hollandse traditie verdedigde nationale vuurwerkgekte, die de belaagde politie elk jaar met doodsangst vervult. In Zutphen staat nu een aantal van zulke Oudjaarsterroristen uit de Betuwse Biblebelt terecht.

We verdienen goed aan die sloebers, maar we willen ze niet als buren hebben

Waar de Amsterdamse belagers van racistische Israëlische hooligans enige weken terug van de regeringspartijen te horen kregen dat zij onvoldoende de ‘Nederlandse waarden’ onderschreven, is het stilzwijgen van PVV, VVD, BBB en SGP over die Nederlandse waarden in dit geval oorverdovend. Geen wonder, want dit zijn voor een groot deel (de kinderen van) hun kiezers. Ook in Westland scoorden deze vier partijen tezamen ruim boven de zestig procent.

Het gemeentebestuur van Westland heeft weinig boodschap aan de Nederlandse wet, gezien de evidente obstructie in 2022 bij de oprichting van een islamitische basisschool, en recent de openlijk aangekondigde weigering de spreidingswet uit te voeren: Ter Apel kan wat het Westland betreft gewoon stikken. De problemen van de rest van het land: niet ons probleem.

Wie wel welkom zijn, zijn via obscure constructies geworven arbeidsmigranten – althans, tot op zekere hoogte. De in het Westland breed aanwezige tuinbouw behoort tot die sectoren van het agro-industriële miljardencomplex waar de in 2020 door de commissie-Roemer geconstateerde misstanden met buitenlandse werknemers het grootst zijn. Aan het aanpakken daarvan schort het hier nog steeds; met de meeste aanbevelingen van Roemer is weinig gebeurd.

Dat komt mede door de immense materiële belangen van de tuinbouw bij goedkope slavenarbeid, die in de BBB hun parlementaire buikspreekpop hebben gevonden. Dat de hoofdsponsor van de VVD bij de laatste Kamerverkiezingen, Otto Workforce, eveneens tot in de nek in deze dubieuze constructies zit, zal ook niet zonder beleidsmatige gevolgen zijn. Voor wat hoort wat.

Slechts tot op zekere hoogte welkom: wel de lusten, niet de lasten – dat is de kern. Voor hun huisvesting voelt zich noch de sector, noch de gemeente bijster verantwoordelijk. Tien procent van de inwoners van buurgemeente Den Haag bestaat daardoor uit arbeidsmigranten die in het Westland werkzaam zijn en, over de eigen gemeentegrens geschoven, in kwetsbare oude stadswijken terechtkomen. Daar liggen de lasten van de glastuinbouw, niet bij de winstmakende bedrijven zelf: we verdienen goed aan die sloebers, maar we willen ze niet als buren hebben.

Het herinnert aan de mentaliteit van hun koloniale equivalent van voorheen, de slavenhouders in Suriname. Die wilden wel graag aan de slavenarbeid verdienen waarmee zij hun kapitale villa’s konden bekostigen, maar hielden de hutjes van hun arbeidskrachten zélf graag ver uit het zicht. Ook dat vormde, niet anno 2024, maar anno 1824, indertijd inderdaad een sprekend onderdeel van de joods-christelijke Nederlandse cultuur.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -