3.7 C
Amsterdam

Hoe Europa en Turkije kunnen profiteren van de situatie in Syrië

Lees meer

Als de term game changer in de geopolitieke context ergens op slaat, dan is het de huidige situatie in Syrië. De snelle ineenstorting van het Syrische regime slaat een grote bladzijde om in het door onrust geteisterde Midden-Oosten. Het opent de deur voor onvoorziene gevolgen, enorme kansen en grote risico’s.

Het kwam als een schok. Maar het meest betekenisvolle deel van de schok komt van de Syriërs, die enorm hebben geleden onder het regime, vooral in de dertien jaar durende burgeroorlog, en al diegenen die moesten vluchten.

Het is vergelijkbaar met de vreugde die Oost-Duitsers in 1989 ervoeren. Filosoof Karl Löwith bedacht de term ‘nu uit het niets’. Hij gebruikte deze uitdrukking om de paradox samen te vatten van hoe historische transformaties vaak onverwachts ontstaan, schijnbaar uit het niets, ondanks dat ze geworteld zijn in diepere historische contexten.

Op het moment dat ik dit schrijf, is het algemene beeld nog steeds in beweging. Maar een van de eerste kwesties die in me opkomt, is de situatie van de vluchtelingen. Deze crisis is nog steeds een van de grootste noodsituaties op het gebied van ontheemding wereldwijd. Sinds het begin van de Syrische burgeroorlog in 2011 zijn meer dan dertien miljoen Syriërs ontheemd geraakt. Dit totaal omvat ongeveer zeven miljoen mensen die naar het buitenland zijn gevlucht en nog eens zeven miljoen intern ontheemden binnen Syrië.

Buurlanden zoals Turkije, Libanon, Jordanië, Irak en Egypte hebben de meerderheid van de Syrische vluchtelingen opgenomen, waarbij alleen Turkije al meer dan vier miljoen mensen opvangt. Daarnaast hebben ongeveer 1,3 miljoen Syriërs asiel aangevraagd in Europa en andere regio’s.

Nu er een nieuwe tijd aanbreekt, ligt er voor alle genoemde landen een opdracht. Zij hebben er baat bij om de weg vrij te maken voor de vluchtelingen om veilig naar hun huizen terug te keren. De belangen van de Europese Unie in Syrië draaien om migratie, veiligheid en regionale stabiliteit. Een stabiel Syrië na Assad zou migratiestromen kunnen verminderen, waardoor de EU minder kan gaan investeren in noodhulp en meer in programma’s voor de langere termijn.

Dit komt overeen met de groeiende binnenlandse politieke druk in EU-landen om migratie in te dammen. Het is ook cruciaal, omdat een groot deel van de winst van extreemrechts in die landen te maken heeft met de komst van Syrische vluchtelingen. Turkije gebruikt de grote stroom van vluchtelingen als een middel voor politieke chantage.

Een verwant probleem heeft te maken met de gevangengenomen jihadisten – gelinkt aan ISIS – in door Koerden gecontroleerde gebieden in Noord-Syrië. Velen van hen hebben de Nederlandse, Deense, Britse of Franse nationaliteit. Hun lot zal meespelen bij pogingen van Europa om de regionale veiligheid te versterken, wat uiteindelijk de risico’s van polarisatie en religieus gedreven geweld binnen Europese landen zal verlagen.

Turkije zal er zeker op gericht zijn om de vluchtelingen terug te sturen naar de ‘bevrijde’ gebieden

Veel heeft te maken met de aspiraties van de Turkse president Erdogan. Nu het toekomstige bestuur van Syrië open ligt, staat Turkije op het punt een centrale rol te spelen bij het vormgeven van het politieke kader na Assad. De invloed van Ankara onder Syrische jihadistische groeperingen maakt dit land tot een belangrijke speler in de transitie van Syrië.

Er is nu onvermijdelijk veel speculatie over hoe Turkije als winnaar uit de bus zou kunnen komen na de val van het Assad-regime. Maar dat is misschien voorbarig. Als er één speler is wiens routekaart onduidelijk is, dan is het Turkije wel. Ankara heeft de ontwikkelingen tot nu toe verwelkomd. Het houdt afstand tot de SDF, de militante organisatie die de noordoostelijke kant van Syrië controleert, met minstens honderdduizend strijders, die vooral Koerdisch en seculier zijn.

Er is echter één aspect dat echt welkom is voor Erdogan en zijn regeringspartij, de AKP. Turkije herbergt meer dan vier miljoen Syrische vluchtelingen, wat een aanzienlijke sociale en economische last vormde. De anti-vluchtelingenmentaliteit is wijdverbreid onder het electoraat en verklaart voor een groot deel de afname van de populariteit van de AKP. Het plan zal er zeker op gericht zijn om de vluchtelingen terug te sturen naar de ‘bevrijde’ steden en plattelandsgebieden waar ze vandaan kwamen. Hoe eerder hoe beter. Dit zou, zo hoopt Erdogan, de rol van Turkije als dominante regionale macht versterken.

Maar het kan ook makkelijk misgaan. Zoals Steven Cook, een expert op het gebied van het Midden-Oosten bij de Council of Foreign Relations, opmerkte: ‘Een terugkerend kenmerk van Turkse uitstapjes naar het Midden-Oosten is dat, hoezeer Erdogan ook aandringt op de culturele affiniteit tussen Turkije en de Arabische wereld, de Turkse leider heeft laten zien dat hij de lokale en regionale politiek niet kan begrijpen. Het is helemaal niet duidelijk of Erdogan en zijn adviseurs volledig voorbereid zijn op de nieuwe realiteit van Syrië.’

Zal Erdogan zijn hand overspelen? Gezien zijn verleden is dat waarschijnlijk. De VS, die dit aanvoelen, geven al signalen af ​​dat ze de Koerdische militie van YGP/ PYD in het noorden zullen beschermen. Voor de EU zou de rode lijn ook hiermee in overeenstemming moeten zijn, want een ineenstorting van de Koerdische controle zou betekenen dat ongeveer 73.000 ISIS-leden en hun families vrijgelaten kunnen worden. Minstens tweeduizend van hen zijn EU-onderdanen.

Voor de EU is het van cruciaal belang om zich te richten op het faciliteren – via een consistente, welwillende dialoog met Ankara – van een weg voor de vluchtelingen naar huis. Europa zal de internationale inspanningen willen leiden om een ​​nieuw Syrië te vormen op basis van multi-etnische samenwerking.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -