6.1 C
Amsterdam

Hoezo ongecontroleerde massamigratie?

Leo Lucassen
Leo Lucassen
Directeur Onderzoek van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam. Hoogleraar Sociale Geschiedenis aan de Universiteit Leiden.

Lees meer

Onlangs mocht Thierry Baudet bij Jinek voor de zoveelste keer de kijker voorhouden dat er in de afgelopen decennia sprake is van ‘ongecontroleerde massamigratie’. En hij is niet de enige die de kiezer dit schrikbeeld voorhoudt. Ook de SP en de beweging Vrij Links, bij monde van Keklik Yücel, sluiten zich regelmatig bij dit koor aan. Het probleem met deze term en de negatieve associaties die deze oproept, is dat zelden helder wordt uitgelegd wat hiermee wordt bedoeld. De kijker mag dat zelf invullen, waarbij velen onmiddellijk zullen denken aan de ongehinderde komst van onintegreerbare moslims. Iets waar Baudet zelf overigens al op hintte,  door bij Jinek te spreken over een inmiddels onherkenbaar Nederland dat volhangt met satellietschotels.

Kijken we naar de feiten, dan spreken die echter een heel andere taal. Het idee dat de grenzen wagenwijd open staan en iedereen hier maar binnen kan komen is namelijk onzin. Dat laatste geldt alleen voor burgers van de EU, en vice versa ook voor Nederlanders die binnen Europa willen wonen en werken. Of dat wenselijk is, daarover kun je twisten, maar feit is dat we democratisch hebben besloten om binnen de EU vrij verkeer van personen mogelijk te maken. Maar die mede-Europeanen zijn niet de belangrijkste steen des aanstoots van politici die te pas en te onpas de term ‘massamigratie’ in de mond nemen. Dat zijn nieuwkomers van buiten Europa, en met name uit islamitische landen.

En laat die controle zich nu uitgerekend tot die categorie uitstrekken. Zo hebben opeenvolgende bewindslieden, van PvdA, D66 tot VVD, zich ingespannen om het aanzienlijk moeilijker te maken voor migranten van buiten de EU om zich hier te vestigen. Dat begon met maatregelen tegen huwelijksmigranten, zoals uitvoerig uit de doeken gedaan in het proefschrift Grens en Gezin (2007) van Saskia Bonjour. Het ging daarbij met name om migranten uit Turkije en Marokko die met hier geboren kinderen van voormalige gastarbeiders wilden trouwen. Die migratie werd door het tweede kabinet Balkenende, onder invloed van de Fortuynrevolte, in hoge mate beperkt, vastgelegd in de Wet Inburgering in het Buitenland (2005). Niet alleen moest een inburgeringsexamen worden afgelegd voorafgaand aan de komst naar Nederland, maar daarnaast werd de inkomenseis verhoogd naar honderdtwintig procent van het minimumloon. Het gevolg was het vrijwel opdrogen van deze migratiestroom. Overigens gold deze wet voor alle huwelijkspartners en werden ook veel, niet zelden laaggeschoolde, Nederlanders die bijvoorbeeld met een Russische of Thaise vrouw wilden trouwen (of reeds getrouwd waren) met de restrictieve effecten geconfronteerd. Een tweede categorie immigranten die zich aan controle moet  onderwerpen zijn arbeidsmigranten van buiten de EU. Voor hen geldt dat zij alleen worden toegelaten als er geen mensen in Nederland zijn voor bepaalde banen. Vaak gaat dat dan om hooggeschoold werk, zoals IT-specialisten bij ASML in Veldhoven, maar het kan ook lager geschoold werk in sectoren met een chronisch personeelstekort betreffen, zoals de zorg. Deze papieren grens, waarbij mensen alleen op een normale manier naar Nederland kunnen komen om hier legaal te wonen en te werken als ze daarvoor een visum in hun paspoort hebben, is een veel krachtiger controlemiddel dan velen zich realiseren.

Blijft over het enig overgebleven loket waarlangs nieuwkomers van buiten de EU zich in Nederland kunnen melden: de asielwetgeving. Hoewel de tijdelijke crisis in 2015, toen de burgeroorlog in Syrië zijn hoogtepunt bereikte, anders zou kunnen doen vermoeden, is ook hier wel degelijk controle. Zo heeft de EU het sinds 2016 steeds moeilijker gemaakt voor asielzoekers om überhaupt het territorium van een EU-staat te bereiken. Inmiddels ligt de grens feitelijk in Turkije en bezuiden de Sahara, waar autoritaire regimes met EU belastinggeld worden betaald om Afrikaanse migranten tegen te houden. Met als gevolg dat ieder jaar duizenden mensen verdrinken in de Middellandse Zee dan wel verdrogen in de Sahara. Wat men van dit beleid verder ook moge vinden, het is wel degelijk een vorm van controle. En dat geldt ook voor degenen die wel de finish halen van de steeds morbider wordende hindernissenrace en zich in Nederland melden. Om te beginnen zijn de aantallen sinds 2015 weer sterk afgenomen, maar minstens zo belangrijk om te benadrukken is dat alleen zij die aan de criteria van het vluchtelingenverdrag voldoen zich hier mogen vestigen. Anderen, zoals mensen uit Marokko of Algerije, hebben geen schijn van kans op een verblijfsstatus. Het mag dan soms moeilijk zijn hen het land uit te zetten, op den duur zullen velen dat wel doen. Zo verblijft een derde van de aanzienlijke groep asielzoekers uit de jaren negentig niet meer in Nederland.

Kortom, discussie over het migratiebeleid is prima, maar dan wel graag op grond van feiten. Als Baudet of anderen spreken over ongecontroleerde massamigratie, is dat gewoon onzin en niets meer dan stemmingmakerij. En hierbij wordt bewust of onbewust ruimte gelaten voor allerlei, al dan niet racistische, spookbeelden.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -