De regering wil dat twee derde van het onderwijs aan bacheloropleidingen in het Nederlands wordt gegeven, afgezien van bepaalde vrijstellingen die universiteiten kunnen verkrijgen.
Studeren in Nederland is populair onder studenten uit het buitenland. Afgelopen studiejaar telde ons land 115.000 internationale studenten. Dat zijn er 3,5 keer zoveel als in het studiejaar 2005-2006. Aan de universiteiten is 40% van de eerstejaars afkomstig uit het buitenland. Minister Dijkgraaf van Onderwijs wil maatregelen nemen, die naar verwachting in september 2024 van kracht worden. Dit heeft veel reacties opgeroepen. Critici zijn van mening dat de plannen de voortgang van de Nederlandse wetenschap kunnen belemmeren, wat kan leiden tot een achteruitgang van de kwaliteit van het onderzoek. De strenge taaleis, menen critici, kan wereldwijd concurrerend talent ervan weerhouden om onderwijs aan Nederlandse instellingen te volgen.
Vanwege zorgen over capaciteit verzocht de regering eerder dit jaar universiteiten om hun actieve werving van buitenlandse studenten te verminderen. De regering uitte haar bezorgdheid over de verdringing van Nederlandse studenten uit het hoger onderwijs. De kritiek moedigde universiteiten aan om hun selectiviteit te verfijnen, gericht op die internationale studenten die waarschijnlijk na hun studie hier blijven en daardoor bijdragen aan de Nederlandse economie. Toch stuitte deze aanpak op weerstand en waarschuwden critici voor mogelijke schade aan de kwaliteit van het Nederlandse hoger onderwijs en onderzoek.
Het domein van het hoger onderwijs wordt steeds meer een theater van nationale identiteitspolitiek. Het overwicht van anti-internationalistische sentimenten, aangewakkerd door populistische anti-immigrantendiscoursen, heeft aanzienlijke gevolgen voor zowel nationale als internationale minderheidsstudenten. Dit fenomeen veroorzaakt een golf van racialisering in de academische wereld. Deze racialisering bevordert een ‘wij tegen zij’-dynamiek, waarbij studenten met een migratieachtergrond vaak worden onderworpen aan uitsluitingspraktijken. Dit kan leiden tot een intellectuele exodus als deze studenten, die zich onwelkom of gemarginaliseerd voelen, ervoor kiezen om Nederland te verlaten of hun opleiding hier stop te zetten.
Bovendien kan een dergelijke houding een zeer negatief effect hebben op de sfeer op de internationale faculteit. Internationale studenten en Nederlandse studenten met een biculturele achtergrond kunnen hun werkomgeving als steeds vijandiger ervaren.
‘Het domein van het hoger onderwijs wordt steeds meer een theater van nationale identiteitspolitiek’
De reactie van de Nederlandse regering lijkt de toenemende wereldwijde ambivalentie ten opzichte van globalisering te weerspiegelen. Enerzijds worden de economische voordelen van internationale studenten en medewerkers erkend. Anderzijds is er een impuls om in het hoger onderwijs voorrang te geven aan Nederlandse studenten en de Nederlandse cultuur.
Maar er is ook een aspect dat we nog niet genoemd hebben en het verhaal complexer maakt. Engelstalige bacheloropleidingen kunnen onbedoeld een afschrikkend effect hebben op Nederlandse studenten met een biculturele achtergrond. Zeker voor de eerste generatie migranten is het Nederlands de tweede taal. Het vooruitzicht om in het Engels te studeren werpt dan een extra barrière op. Dat geldt ook voor Nederlandse studenten die de eersten in de familie zijn die naar de universiteit gaan. Voor hen is de universitaire ervaring vaak behoorlijk intimiderend, een gevoel dat kan worden versterkt als colleges in het Engels worden gegeven.
Daarnaast is het essentieel om te verduidelijken dat het wetsvoorstel van de regering alleen betrekking heeft op bacheloropleidingen die officieel erkend zijn als Nederlandstalige opleidingen. Er blijft een mogelijkheid voor volledig Engelstalige bacheloropleidingen, mits ze vanaf het begin als zodanig worden opgezet.
Deze discussie, die zich bevindt op het kruispunt van migratie, hoger onderwijs en globalisering, heeft belangrijke potentiële implicaties. Nu anti-internationalistische sentimenten terrein winnen, lopen Nederlandse universiteiten het risico minder aantrekkelijk te worden voor toekomstige internationale studenten en docenten. Dit zou kunnen leiden tot een afname van diversiteit, een inkrimping van de intellectuele breedte en mogelijke schade aan het internationale aanzien van Nederlandse universiteiten.
De huidige strategie van het kabinet bedreigt de principes van inclusie en gelijkheid in het hoger onderwijs. De urgente uitdaging voor het hoger onderwijs is om een weg uit te stippelen die de Nederlandse eigenheid respecteert en tegelijkertijd de rijke diversiteit blijft koesteren die noodzakelijk is om als academie te excelleren.
Het is een controversieel wetsvoorstel, wat betekent dat hierover fundamenteel moet worden gediscussieerd in de Tweede en Eerste Kamer. Critici pleiten vurig voor beleid dat alle betrokkenen – studenten en docenten, Nederlands en buitenlands, autochtoon en bicultureel – recht doet. Dit onderstreept de ernst en complexiteit van de kwestie. Dat vereist dat we de discussie niet partijdig benaderen, maar met open vizier.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!