Nederlandse Kamerleden huilden onlangs krokodillentranen. Ze reageerden op het nieuws dat Rwanda de nieuwe shirtsponsor van de Britse voetbalclub Arsenal wordt. Visit Rwanda valt de komende seizoenen op de shirts van de spelers te lezen. Schandalig, vinden de coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en CU. Gesteund door hun collega’s in de oppositie vinden ze het onacceptabel dat een land dat ‘ontwikkelingshulp’ van Nederland krijgt dertig miljoen euro aan een Engelse club gaat ‘verspillen’.
De Kamerleden hebben minister Sigrid Kaag van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking gevraagd de hulp aan Rwanda te heroverwegen of zelfs op te schorten. Het is potsierlijk, omdat de Kamerleden een ouderwets wereldbeeld hanteren. Vanuit Den Haag en andere westerse steden dicteren wij hoe landen in het zuiden hun geld moeten uitgeven.
De houding van de Kamerleden is onlogisch en selectief. Onlogisch, omdat Rwanda een soevereine staat is. Dat wil zeggen dat het land zelf mag bepalen hoe het zijn geld uitgeeft. Als je bedenkt dat het land in 2017 meer dan zeshonderd miljoen euro alleen al aan toerisme verdiende, hoe gek is het dan om dertig miljoen aan marketing uit te geven zodat het nog meer inkomsten uit toerisme genereert? Inkomsten die gebruikt kunnen worden om het land, dat de ambitie heeft om in 2020 een middeninkomensland te zijn, verder op te bouwen.
Het verhaal van de Rwandese economische ontwikkeling is wonderlijk. Na de gruwelijke genocide van 1994 werkten de Rwandezen hard aan herstel. Het is er niet perfect, maar inmiddels geldt het als een schoolvoorbeeld voor andere Afrikaanse landen wat betreft de economische ontwikkeling. Dat komt door het feit dat Rwandezen het heft in eigen handen hebben genomen en hebben besloten de meester over de eigen ontwikkeling te zijn.
Het is daarom bizar te veronderstellen dat je vanuit Den Haag over het lot van Rwanda kunt beslissen, omdat je een paar miljoen euro ‘ontwikkelingshulp’ stuurt. Geld dat overigens wordt gestuurd om onze eigen aanwezigheid en geostrategische belangen in de regio veilig te stellen. Het is vooral om dit geostrategische aspect dat politici in Den Haag selectief zijn in hun oordeel over de politieke keuzes van de Rwandese overheid. Want de steun blijft, ondanks dat Rwanda niet het braafste jongetje uit de klas is, integendeel zelfs. Gesteund door de internationale gemeenschap droeg Rwanda bij aan oorlogen in buurland Congo, met miljoenen doden als gevolg. En nog steeds. Want telkens weer melden de Verenigde Naties hoezeer het land betrokken is bij de financiering van rebellengroepen die het gezag van de Congolese overheid ondermijnen en chaos in Oost-Congo veroorzaken.
Rwanda is een regionale supermacht en een belangrijke bondgenoot van westerse landen in de zogenaamde strijd tegen het terrorisme in de regio. Deze geostrategische belangen verklaren de onvoorwaardelijke steun van Nederland en andere westerse landen aan Rwanda, ondanks de humanitaire schade die het land in Congo mede veroorzaakt. Ze verklaren ook de totale stilte van de Kamerleden. Vorig jaar bijvoorbeeld, toen bleek dat de Rwandese president Kagame de verkiezingen met bijna 98,8 procent had gewonnen. Onlangs bleek dat Diana Wigara, de enige serieuze tegenkandidaat, wordt vervolgd. Hetzelfde overkwam Victorie Ingambire, die acht jaar geleden vanuit Nederland naar Rwanda ging om zich als serieuze tegenkandidaat te positioneren. Zij eindigde in een Rwandese cel, iets wat Wigara nu ook dreigt te overkomen. Maar daar hoor je geen hond over in Den Haag.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!