Twee gebeurtenissen wierpen deze week licht op de aanhoudende problematiek van de Europese moslimidentiteit en radicalisering. De eerste was het verscheuren van de Koran in Nederland, en de tweede was een herziening van Prevent, een omstreden antiradicaliseringsprogramma van de Britse regering.
Beide gebeurtenissen laten zien dat er nog steeds acute problemen zijn met het erkennen van moslims als gelijkwaardige burgers. Zowel Nederland als het Verenigd Koninkrijk hebben te kampen met moslimdiscriminatie. Moslims ervaren een bredere structurele en maatschappelijke uitsluiting. Ze zijn veelal onzichtbaar in de maatschappij, tenzij het gesprek gaat over extremisme of radicalisering.
Het verscheuren van een Koran door Pegida in Den Haag leidde tot verontwaardiging bij de Nederlandse moslimgemeenschap. Dit gebeurde ongeveer een week nadat Rasmus Paludan, leider van de Deense extreemrechtse politieke partij Stram Kurs (‘Harde Lijn’), in naam van de vrijheid van meningsuiting een exemplaar van de Koran had verbrand voor de Turkse ambassade in Stockholm. Daarbij hield hij een litanie van een uur over de verschrikkingen die in het boek zouden staan. Deze daad van vijandigheid en gebrek aan respect voor een religieuze tekst van meer dan een miljard mensen wereldwijd, is reden tot ernstige bezorgdheid.
Het voorval was niet alleen een aanval op het moslimgeloof, maar ook op de waarden van tolerantie en diversiteit die de kern vormen van een bloeiende pluralistische samenleving. De reactie van de Nederlandse moslimgemeenschap op deze daad van agressie was er een van veerkracht en verzet. In plaats van toe te geven aan angst en woede, kozen zij ervoor hun geloof en waarden opnieuw te bevestigen. Zij organiseerden een vreedzame demonstratie en een open en respectvolle dialoog met leden van andere gemeenschappen om begrip te kweken en bestaande scheidslijnen te overbruggen.
Wij kunnen een meer open en vreedzame samenleving voor iedereen creëren door de verschillende culturen, religies en overtuigingen van onze gemeenschappen te erkennen en te aanvaarden.
De reactie van de Nederlandse moslimgemeenschap op deze daad van agressie was er een van veerkracht en verzet
Ondertussen leidt in het Verenigd Koninkrijk de recente herziening van Prevent tot verhitte discussies en kritiek. Deze herziening is inmiddels uitgesteld tot april 2023.
Volgens critici maakt het programma plannen voor de Britse moslimgemeenschap zonder rekening te houden met bredere zorgen over integratie en inclusie. Er is kritiek op het feit dat Prevent de onderliggende oorzaken van radicalisering niet aanpakt, zoals sociaaleconomische achterstand, gebrek aan kansen en politieke marginalisering. Ook negeert het de rol van het buitenlandse beleid en het optreden van de Britse regering in landen als Irak, Afghanistan en Syrië bij het aanwakkeren van radicalisering.
Kwalijk is verder dat het rapport – zo stellen critici – de Britse moslimgemeenschap wegzet, door te suggereren dat moslims van nature geneigd zijn tot extremisme. Dit heeft het gevoel van vervreemding en discriminatie van de moslimgemeenschap versterkt en het vertrouwen in de regering aangetast. Ten slotte stellen critici dat het rapport een middel is om de aandacht af te leiden van de opkomst van rechtsextremisme in het Verenigd Koninkrijk, en de bedreiging hiervan voor de nationale veiligheid.
De Britse regering heeft wel een mening over moslims, maar weigert te kijken naar de werkelijke oorzaken van radicalisering. Ook wil ze niets doen om inclusie en tolerantie te bevorderen.
Zowel de actie van Pegida in Den Haag als de herziening van Prevent in Londen zijn verwerpelijke en racistische praktijken die de levens van ons, Europese moslims, elke dag teisteren.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!