De recente gebeurtenissen in Amsterdam tonen hoe sociale spanningen snel kunnen leiden tot institutionele discriminatie in Nederland. Wat begon met provocerend gedrag van Maccabi Tel Aviv-supporters, heeft geleid tot staatssteun voor het debat over het afnemen van het staatsburgerschap van Nederlands-Marokkaanse burgers. Dit wijst op een zorgwekkende breuk met de Nederlandse waarden van tolerantie en inclusiviteit.
De gebeurtenissen spreken boekdelen: Maccabi Tel Aviv-supporters riepen tijdens een wedstrijd anti-Arabische leuzen en verheerlijken geweld tegen Palestijnen. Hoewel de reactie van sommige Amsterdamse jongeren afkeurenswaardig was, werd deze uitvergroot om strengere maatregelen tegen de Nederlandse moslimgemeente te rechtvaardigen. Premier Dick Schoof noemde dit ‘terrorisme’ en pleit voor ruimere bevoegdheden om staatsburgerschap af te nemen, wat de staatsretoriek gevaarlijk opvoert.
Dit komt op een moment dat Nederland worstelt met zijn identiteit. In 2018 presenteerde het zich nog als een internationaal georiënteerd land dat talent aantrok in onderwijs, technologie en financiën. Nu zien we een drastische wending, met een regering die extreemrechtse ideologieën overneemt, in lijn met zorgwekkende trends in Europa.
De incidenten in Amsterdam laten drie belangrijke punten zien. Ten eerste wordt geweld verschillend beoordeeld: Maccabi-supporters die haat zaaien worden gezien als een veiligheidsprobleem, terwijl de reactie van Nederlandse-Marokkaanse jongeren wordt weggezet als een ‘integratieprobleem’. Dit toont institutionele vooroordelen.
Ten tweede schept de snelle uitbreiding van overheidsbevoegdheden een gevaarlijk precedent. Emeritus hoogleraar Jan Brouwer noemt het bestempelen van deze gebeurtenissen als terrorisme ‘volstrekt disproportioneel’. Het voorstel om dubbele staatsburgers het staatsburgerschap te ontnemen wegens antisemitisme creëert een ongelijke behandeling, waarbij sommige Nederlanders zwaarder worden gestraft voor dezelfde daden.
Een land dat trots was op progressieve waarden, overweegt nu beleid dat moslimburgers structureel zou discrimineren
Het meest zorgwekkende is hoe snel het politieke debat in Nederland is verschoven naar het zien van in Nederland geboren burgers als buitenstaanders. Zoals Farid Boussaid, docent aan de Universiteit van Amsterdam, zegt: ‘Dit zijn kinderen van de derde en vierde generatie… Gewoon Nederlandse kinderen met een Marokkaanse of islamitische achtergrond.’ De focus op ‘mislukte integratie’ bij deze burgers toont eerder staatsvooroordelen dan echte sociale problemen.
Deze ontwikkeling past in de bredere Europese trend naar nativistische politiek. Wat Nederland opvallend maakt, is hoe snel het veranderde. Een land dat trots was op progressieve waarden, overweegt nu beleid dat moslimburgers structureel zou discrimineren. Dit gebeurt terwijl systematische discriminatie al duidelijk is, zoals bleek uit het kinderopvangtoeslagschandaal dat etnische minderheden onevenredig trof. In plaats van hiervan te leren, lijkt de overheid deze discriminerende aanpak juist te versterken.
De internationale gemeenschap moet deze ontwikkelingen met bezorgdheid volgen. Als een democratie zoals Nederland burgerschap inzet als straf tegen specifieke etnische groepen, zet dat een gevaarlijk voorbeeld voor andere landen met diversiteits- en integratieproblemen.
Toch is er hoop. Maatschappelijke organisaties, academici en veel burgers verzetten zich tegen deze rechtse koers. Het publieke debat laat zien dat democratische instellingen, ondanks druk, nog steeds ruimte bieden voor verzet. Vooruitgang vereist het besef dat integratie een wederzijds proces is.
Socioloog Abdel ben Ahmed zegt: ‘Dit is een probleem van Nederlandse identiteitspolitiek en polarisatie, geen ‘Marokkanenprobleem’.’ De oplossing ligt niet in strafmaatregelen, maar in het herstellen van sociale cohesie en het aanpakken van de oorzaken van vervreemding bij jonge Nederlanders van verschillende achtergronden.
Als Nederland zijn reputatie als tolerante samenleving wil behouden, moet het de groeiende institutionele discriminatie aanpakken. De huidige crisis biedt de kans om de politiek van verdeeldheid af te wijzen en opnieuw te focussen op gelijk burgerschap en sociale rechtvaardigheid. De vraag is of Nederland deze kans zal grijpen en erkennen dat het niet gaat om mislukte integratie, maar om een test van zijn democratische inzet voor gelijke behandeling voor de wet.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!