5.1 C
Amsterdam

Op straat leven is voor niemand goed

Lees meer

Hij staat in de parkeergarage bij de AH en vraagt om lege blikjes en flesjes voor het statiegeld, of gewoon om geld dat gemist kan worden. Hij, Erick met een ck, is een welbespraakte man met een verzorgd uiterlijk. Hij is eenenzeventig jaar oud.

Vanuit het buitenland gekomen, bij zijn vriendin op het Noordereiland ingetrokken en heeft door de grote brand van 1 november 2024 in de Rotterdamse wijk alles kwijtgeraakt. Medicijnen, identiteitspapieren, alles. En omdat hij niet bij haar stond ingeschreven, is hij nu aangewezen op de opvang en het Leger des Heils.

Ik vraag of hij bekend is met Michelle van Tongerloo, de straatarts verbonden aan de Pauluskerk en haar stichting Lekker Geven. Nee, en hij heeft wel een arts nodig.

Ik geef mijn naam en telefoonnummer, neem zijn telefoonnummer en zeg toe de volgende ochtend contact op te nemen met haar stichting om te zien of zij kunnen helpen.

Dat Erick dakloos is, is zeer duidelijk en zichtbaar. In Nederland zijn er veel mensen die geen huis hebben en ergens op de bank of in logeerkamer tijdelijk mogen blijven, de zogenaamde bankslapers. In Rotterdam zijn er naar schatting vijfduizend mensen die zich in een dergelijke situatie bevinden. In Eindhoven hebben achthonderdvijftig bankslapers via opvangorganisatie Springplank040 een briefadres. Dat is naast de honderd mensen die in de opvang zitten. Tussen de 50 en 60 procent van deze mensen heeft een baan en wordt dus gezien als economische dakloos.

In heel Nederland is dit een groeiende groep mensen. Naar schatting zijn er rond de veertigduizend mensen dakloos en 20 procent daarvan heeft een baan. Scheiding, verlies van werk of bijvoorbeeld het overlijden van de ouders van een inwonend meerderjarig kind zijn situaties die ertoe leiden dat deze mensen gaan zwerven en  aangewezen zijn op hun sociale netwerk. Het tekort aan betaalbare woningen maakt het voor hen moeilijk om uit de thuisloosheid te komen.

Met enige regelmaat krijg ik de vraag of ik niet iemand een briefadres wil geven

Veel bankslapers hebben geen briefadres. Maar ingeschreven staan bij de gemeente is belangrijk, omdat je zonder inschrijving geen hulp kunt krijgen, geen BSN hebt, en zonder BSN geen bankrekening, uitkering, zorgverzekering of werk of scholing.

Meedoen in de maatschappij begint in Nederland met een briefadres.

Wettelijk zijn gemeenten verplicht om briefadressen te verstrekken, maar in de praktijk blijken er behoorlijk wat haken en ogen te zitten aan dit proces. Er zijn gemeenten die inwoners grote afstanden laten reizen naar een centraal punt in de gemeente om de post op te halen, wat zonder inkomen en vervoer voor problemen zorgt. Of er wordt helemaal geen briefadres verstrekt want ‘er is geen ruimte voor de brievenbussen beschikbaar’. Vragers worden dan naar buurgemeenten doorgestuurd. Hulporganisaties die briefadressen verstrekken, worden door de gemeente betaald en ontvangen een vergoeding per adres. Het verstrekte budget is echter beperkt, waardoor een hulporganisatie ‘vol’ kan zitten en geen briefadressen meer uitgeeft.

Met enige regelmaat krijg ik de vraag of ik niet iemand een briefadres wil geven. Als particulier mag je twee briefadressen per huishouden verstrekken, iets wat weinig mensen weten. Nu zijn particulieren hier niet erg happig op want de problemen van de briefadresvrager komen bij jouw voordeur, bijvoorbeeld in de vorm van een gerechtsdeurwaarder. Die kan dreigen met beslag en dergelijke en dat geeft stress en onnodige onrust, want een briefadres is geen verblijfadres. De briefadresvrager heeft geen bezittingen in het huis waarop de deurwaarder beslag kan leggen. Maar dat moet je dan wel weer uitleggen.

Ook hebben sommige gemeenten de vervelende gewoonte om na een periode van zes maanden het briefadres om te zetten naar een verblijfsadres, zonder de hoofdbewoner hiervan op de hoogte te stellen of te controleren of dit daadwerkelijk klopt. Als de hoofdbewoner zorgtoeslag, huurtoeslag of een uitkering ontvangt, wordt er gekort vanwege de kostendelersnorm. Die norm zorgt er ook voor dat mensen verzwijgen dat ze iemand helpen door diegene op de bank te laten slapen. Bang voor de financiële gevolgen van hun goede daad.

Ondertussen is er een groeiende markt voor briefadressen en verblijfsadressen. Voor een briefadres wordt aan particulieren al gauw €150 per maand betaald, en voor een verblijfsadres, zonder dat iemand daar echt woont maar alleen staat ingeschreven, rond de €250 per maand. Ik zou als huiseigenaar zonder recht op toeslagen een leuk zakcentje kunnen verdienen.

De email voor Erick wordt binnen een half uur beantwoord. Hij kan een afspraak maken voor het spreekuur van de straatarts. Ik stuur het bericht naar hem door. Ik hoop dat hij gaat en zo ja, dat hij snel geholpen wordt. Op straat of in de opvang leven is voor niemand goed.

En nu maar hopen dat al die onzichtbare dak- en thuislozen in 2025 ook een stap vooruit kunnen zetten. Dat begint bij gemeenten die ruimhartig briefadressen verstrekken en zorgen voor een betaalbaar huis voor iedereen. Maar dat laatste is waarschijnlijk meer een droom.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -