16.1 C
Amsterdam

Opnieuw is er oorlog in Beiroet

Lees meer

Nu Libanon met voeten wordt getreden, gaan mijn gedachten terug naar de zomer van 2006, de laatste keer dat tanks het land binnentrokken. Ik was naar de stad gekomen om me bij mijn toenmalige partner te voegen, een kunstenares die in haar films vrouwen en mannen vroeg naar hun definitie van liefde. Intieme verhalen over persoonlijk contact.

We zouden die maand nog vaak de definitie van liefde proberen te vangen. Om de Libanese gesprekken bij te benen, besloot ik in het ‘Parijs van het Midden-Oosten’ mijn Arabisch naar een hoger niveau te tillen. ‘Volg dan Koranlessen bij een sjeikh’, zei de vriendin, ‘want dat deed Fairouz ook aan het begin van haar carrière om haar Arabische uitspraak perfect te krijgen’. Fairouz is een van de grote sterren van de Arabische wereld, haar muziek bereikt miljoenen en wie wil er niet spreken als Fairouz. Dus toog ik naar een kamertje waar een geestelijke ons, een groepje van vier man en vrouw, onderwees in de correcte uitspraak van het Koranisch Arabisch. Ik had daarvoor een speciale Koran aangeschaft waarin de uitspraak van de woorden wordt gemarkeerd met verschillende kleuren. Sommige medeklinkers worden langer aangehouden dan andere, andere letters worden juist weer helemaal ingeslikt. De mond is een klankkast waarin engelen vliegen.

De geestelijke kwam speciaal uit Damascus voor de lessen. Terwijl wij uit de Koran voorlazen, viel de goede man in slaap. Althans, daar leek het op want ik zag hem wegdommelen, de ogen sloten zich terwijl wij krampachtig probeerden de uitspraak goed te krijgen. Wanneer een van ons klaar was met reciteren dan opende hij zijn ogen en corrigeerde hij ons onverbiddelijk. Na een half uurtje was ik moe van het citeren en luisteren; het voelde alsof ik opnieuw leerde lezen en misschien ben ik al mijn hele leven bezig om te leren lezen. Lees maar, er staat niet wat er staat.

‘De generatie van mijn vader is de generatie van de Arabische oorlogen’

De zomerdagen trokken als vlinders voorbij, tot die ene dag waarop Hezbollah aan de zuidgrens van Libanon een aantal Israëlische soldaten doodde en ontvoerde. De minister-president van Israël reageerde meteen erop met een ferme uitspraak: ‘We houden heel Libanon verantwoordelijk.’ Ik was aan het fitnessen toen ik Ehud Olmert op Al Jazeera dreigend hoorde spreken; zijn gezicht kwam van alle schermen af. Ik tilde nog een halter op.

Bij het verlaten van de sportzaal was het effect waarneembaar. Mensen liepen geagiteerd; in de hoofden borrelde het van vluchtplannen want ze wisten dat met de dreiging de oorlog naar Beiroet ging komen. In de uren die volgden, stonden lange rijen voor de pinautomaat en de apotheek. Heb genoeg medicijnen en contant geld in huis! Families trokken de bergen in.

Die avond at ik met haar een Indiase rijstmaaltijd. We kuierden terug over de Corniche; de lucht was warm en zwoel. Ik ontving op mijn Nokia-telefoon een tekstberichtje van mijn zus waarin ze me de woorden van mijn vader overbracht. Hij spoorde me aan zo snel mogelijk Beiroet te verlaten want er ging oorlog komen; vanaf de bank in Rotterdam had hij de kriebels gekregen. De generatie van mijn vader is de generatie van de Arabische oorlogen. Ik vertaalde het bericht voor haar, en vroeg of mijn vader gelijk zou krijgen waarop ze zei: ‘Perhaps.’

We namen afscheid van elkaar. Ik trok me terug in mijn muizenhol, waarvoor ik 500 dollar per maand betaalde.

Die nacht werd ik wakker geschrikt door het geluid van een F-16, een indringend, gekweld geluid. Er waren knallen. Ik zette de televisie aan en zag een jongen in een bebloed shirt. De oorlog was gekomen. ‘For sure’.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -