6 C
Amsterdam

Oranjegevoel in postcoronatijd

Dave Ensberg-Kleijkers
Dave Ensberg-Kleijkers
Vicevoorzitter stichting Johan Ferrier Fonds.

Lees meer

Naarmate steeds meer Nederlanders zijn gevaccineerd en de overheid in evenredig rap tempo de coronamaatregelen versoepelt, ontstaat het beeld dat we weer terug gaan naar het oude normaal. En daar snakt iedereen naar. Tegelijkertijd is het oude normaal niet in alles iets om naar terug te verlangen. Want Nederland was voor corona niet altijd zo’n leuk en gezellig landje.

‘Ikke, ikke en de rest kan stikken’, is het credo dat in meerdere opzichten de boventoon voerde. Zelfs über-liberaal Mark Rutte hekelde in 2015 nog de ‘grote-dikke-ik-mentaliteit’ in ons land. Sommigen zeggen gekscherend wel eens dat alleen de Koning en het Nederlands voetbalelftal dit land bij elkaar houden. Maar ik durf én wil dat betwijfelen. Wij kunnen een land zijn van en voor iedereen.

Op Koningsdag maakte de NOS duidelijk dat het vertrouwen van Nederlanders in onze koning is gedaald. Terwijl het Nederlands elftal voor het eerst in jaren op een eindtoernooi verschijnt, is maar 2 procent van de straten totaal oranje. De Koning bezocht recentelijk de Mooiste Oranjestraat van Nederland, de Marktweg in Den Haag. ‘Het samenbindende effect, de saamhorigheid, de eenheid die het uitstraalt, dat is precies waar Oranje voor staat’, zei de koning. ‘Dat is waar het Nederlands elftal voor staat. Waar Nederland voor staat. (…) Ook na de coronatijd is iedereen weer samen.’

Oranje kan inderdaad een belangrijk verbindend symbool zijn voor Nederland en Nederlanders. Maar hoe geven we dat oranjegevoel elke dag vorm en inhoud?

Aan het begin van de coronapandemie, in het voorjaar van 2020, wisten we het. Er ontstonden in wijken, buurten en dorpen allerlei spontante initiatieven van Nederlanders, voor Nederlanders. Buren brachten een zieke buurman of buurvrouw een warm kopje soep. Een zangkoor liep door de wijk om de harten te verwarmen met prachtige liederen. Voor kinderen ontstond een berenspeurtocht met beren langs het raam van menig huishouden. En we bedankten massaal alle hardwerkende toppers die in de zorg werken.

Waarom hebben we als mensen toch altijd een afschuwelijke crisis nodig om te realiseren hoe belangrijk compassie is in het leven?

Maar hoe staat het nu met deze initiatieven? En vooral met ons gevoel van solidariteit richting mensen in nood? Mijn beeld is dat minder lockdown en minder maatregelen ook minder naastenliefde hebben opgeleverd. Nee, ik verlang niet terug naar het rantsoeneren van mijn bezoekers of de avondklok. Maar waarom hebben we als mensen toch altijd een afschuwelijke crisis nodig om te realiseren hoe belangrijk compassie is in het leven?

Waarom kunnen we onze harten niet elke dag vullen met zachtheid, dienstbaarheid en nederigheid? Waarom gaan we toch zo graag terug naar de oude prestatiemaatschappij, waarin het maken van een snelle carrière en het verdienen van veel geld zo’n prominente plek innemen? Massaal boeken we weer vakanties naar het buitenland om te vervallen in oppervlakkig, hedonistisch gedrag. Terwijl tegelijkertijd vele Nederlanders en hun gezinnen deze zomer doorbrengen in armoede en al blij zijn als ze met hun kinderen een dagje kunnen ontspannen in de nabijgelegen en gratis toegankelijke speeltuin of kinderboerderij.

We zijn ziende blind voor de armoede, onrechtvaardigheid en onveiligheid die zich om ons heen bevindt. We denken dat de overheid de solidariteitsmachine is om mensen in deze kwetsbare posities vooruit te helpen, en miskennen daardoor de kracht en betekenis van persoonlijke, intermenselijke solidariteit.

Echte solidariteit zit niet in het stemmen op een linkse politieke partij die namens jou wel voor deze mensen zorgt. Echte solidariteit zit in het opmerken van het verborgen leed van de mensen uit je eigen sociale omgeving, en daar iets mee doen. Een luisterend oor aanbieden, iemand uitnodigen om samen naar een voetbalwedstrijd te kijken, of door die eenzame dame op leeftijd net als in het voorjaar van 2020 te verblijden met een kopje zelfgemaakte soep.

Het oranjegevoel van saamhorigheid en verbinding zit niet alleen in het Koninklijk Huis of in het Nederlands elftal. Het oranjegevoel zit in potentie in ons allemaal. Zolang we de lokroep van het ‘grote-dikke-ik-monster’ maar weten te weerstaan, en ons realiseren dat een mens pas betekenis krijgt in relatie tot de ander. Wij mensen zijn sociale wezens. In crisistijd, maar zeker ook daarbuiten. Op naar het nieuwe normaal, op naar het nieuwe oranjegevoel.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -