Minister Plasterk van Binnenlandse Zaken had al vóór de Keulse oudjaarsnacht in de azc’s Arabische vertalingen van de Nederlandse Grondwet uit laten delen om ”onze normen en waarden” duidelijk te maken. En de afgelopen weken zijn er in Zuid-Nederland en de katholieke delen van Duitsland ook allerlei handleidingen voor Syrische vluchtelingen verschenen, met het oog op het gewenste gedrag tijdens carnaval. Respect voor de waardigheid van vrouwen maakte daar een essentieel onderdeel van uit.
Bij de zin van Plasterks actie vallen wel kanttekeningen te plaatsen, want de Grondwet, dat is niet het punt. De Syrische Grondwet ziet er vast ook heel prachtig uit, wat over de praktijk echter bitter weinig zegt evenals als dat indertijd voor de voorbeeldige constitutie van de Sovjet-Unie gold. En is de Turkse niet indertijd sterk op de Franse geïnspireerd? De Turkse minister Çavu?o?lu van Buitenlandse Zaken verkondigde dienovereenkomstig in de NRC van 6 februari dat democratie en vrijheid in zijn land versterkt zijn, terwijl daar door steeds meer journalisten en academici in het land zelf toch echt anders over wordt gedacht.
En respect voor vrouwen? Juist orthodoxe gelovigen zowel christelijke zwartekousen-calvinisten als chassidische joden als salafistische moslims benadrukken keer op keer dat zij juist heel veel respect voor vrouwen hebben, meer dan wie anders ook! Alleen hoort daar altijd wel een klein ”maar” als basisvoorwaarde bij: mits die vrouwen zich ook zélf respectvol gedragen. En over wat dat is en waarover geen Grondwet gaat hebben zij dan zo hun eigen ideeën. Het door hen als ”vrijpostig”, en in strijd met hun heilige boek ervaren gedrag van moderne westerse vrouwen valt daar namelijk niet onder en juist in dat verschil schuilt de crux. Een strenge salafist heeft, in eigen ogen, immers zóveel respect voor vrouwen dat hij ze zelfs niet met eigen ogen wil zien en daarom een boerka voorschrijven wil. Respectvol gedrag van de vrouw vergt voor de respectvolle salafist dat zij zichzelf onzichtbaar maakt.
De verantwoordelijkheid voor de hormoonhuishouding van de man wordt in orthodox-islamitische kringen in hoge mate bij de vrouw gelegd: zij moet zich eerzaam gedragen, geen aanstoot geven, op haar rust de taak om niet door onkuisheid haar familie te schande te maken en de eer van de familie te schenden. In extremere gevallen kan dat tot strafmaatregelen in eigen kring als eerwraak leiden, om het maatschappelijk aanzien van de familie te herstellen. Bij verkrachting krijgt dan vaak niet de dader, maar het slachtoffer de schuld. In enkele islamitische landen staat dat zelfs letterlijk zo in de wet. Daar ligt de essentie van veel culturele wrijvingen die zich kunnen voordoen als mensen met een niet-westerse achtergrond zich in Europa vestigen.
Hoe actueel dat is, kwam dezer dagen weer naar voren bij de rechtszaak tegen de moordenaars van een jonge vrouw van Pakistaanse herkomst in Rotterdam, die binnen haar gedwongen huwelijk geen leven had en stelselmatig mishandeld werd. Zij bleek omgebracht te zijn door haar man, die door haar gedrag de familie-eer bezoedeld achtte, waarop volgens hem maar één antwoord paste. Zoals het er nu uitziet, was het dus een kwestie van eerwraak.
Door sommigen wordt dat laatste gelijkgesteld aan wat anders als slechts een ”crime passionel” wordt afgedaan. Dat is ten onrechte, er bestaat qua motivatie een cruciaal verschil. Bij de eerwraak, is er de maatschappelijke druk van de omgeving, of tenminste de angst ervoor, die tot doodslag leidt: de familie zal op het ongewroken laten door de samenleving worden aangekeken, haar eer is aangetast. Bij de crime passionel gaat het om persoonlijke gekwetstheid, niet om een zich conformeren aan een maatschappelijke norm. Anders gezegd: zal een door een vrouw verlaten man die geen eerwraak pleegt waar dat wel gangbaar is, maatschappelijke verachting ten deel vallen, de door een vrouw verlaten man die daarop geen crime passionel pleegt, zal op medelijden kunnen rekenen.
Het is de ”logica” van de eerste reactie, die momenteel moedige vrouwen in tal van islamitische landen proberen te doorbreken. Ook de genoemde moord op de Pakistaanse lijkt in de Pakistaanse gemeenschap in Nederland eindelijk de geesten rijp voor verzet te hebben gemaakt. Dat is extra moeilijk, omdat zij ook nog de hete adem van hun verwanten in hun herkomstland in de nek voelen, waar de oude normen nog vanzelfsprekend zijn. Daar is het begrip voor de moordende man vaak groter dan voor de vermoorde vrouw.
De hardnekkigheid van verschijnselen als eerwraak en gedwongen huwelijken in een land als Pakistan valt niet los te zien van het patriarchale, collectivistische karakter dat veel niet-westerse samenlevingen van de westerse onderscheidt, die juist sterk egalitair en individualistisch is. Kort gezegd: als de familie zwaarder weegt dan het individu, zijn de belangen van het individu aan het aanzien van de familie ondergeschikt. En als de pater familias door de buitenwacht op het gedrag van zijn familieleden afgerekend wordt, dan wil die daar natuurlijk ook wat over te zeggen hebben, waarvan vooral vrouwen met wier kuisheid de familie-eer staat of valt het slachtoffer vormen.
Het is dat gevecht tegen taaie waarden en gedragspatronen, dat verlichte in salafistische ogen ”vrijpostige” en dus weinig respect verdienende vrouwen thans in tal van islamitische landen voeren, en, als gevolg van de immigratie van de afgelopen decennia, nu ook in het Westen binnen moslimgemeenschappen moet plaatsvinden. Dat wordt ook de culturele kern van de integratie opgave die Europa en de honderdduizenden vluchtelingen wacht en die veel tijd vergen zal.
Thomas von der Dunk is publicist en cultuurhistoricus.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!