Israël, het Jodendom en het zionisme zijn drie verschillende dingen en vallen zeker niet met elkaar op één lijn te stellen. Ik heb dat zelf in een recente column, gerelateerd aan mijn eigen deels Joodse familiegeschiedenis, gesteld, en er zijn ook veel anderen die dat benadrukken.
Dit niet in de laatste plaats in verband met een groeiend antisemitisme, waarbij tegen de achtergrond van een ontsporend Israël, wél steeds vaker van zo’n gelijkstelling sprake is. Met het bloedbad in Gaza als Israëlisch antwoord op de pogrom van 7 oktober is dat actueler dan ooit. Veel Joden buiten Israël distantiëren zich nadrukkelijk daarvan, en willen evenmin op de wandaden van Benjamin Netanyahu afgerekend worden als Europese moslims op die van Osama Bin Laden.
Door de met de globalisering samenhangende gewijzigde samenstelling van de Europese bevolking heeft de Israëlische kijk op het Midden-Oostenconflict, na vele decennia tamelijk onweersproken te zijn geweest, niet meer het rijk alleen. Nu de al een eeuw durende strijd om het gewezen Britse mandaatgebied Palestina een ongekend explosieve – en in elk geval ongekend vernietigende – fase lijkt te zijn ingegaan, lopen aan beide zijden de emoties hoog op.
Want zowel veel Europese Joden als Europese moslims voelen natuurlijk wel een zekere verwantschap met het ene of andere kamp, vaak als gevolg van familie die ginds nu letterlijk onder vuur ligt of lag. Daarbij wordt door beide strijdende partijen ook een beroep op solidariteit van hun soortgenoten elders gedaan.
Het is juist de Israëlische regering die stelselmatig Israël aan het Jodendom gelijk stelt, en zich daarvoor ook op de Holocaust beroept. Uiteraard is Israël zonder de Holocaust ondenkbaar, in elk geval in zijn huidige vorm en met zijn huidige ideologische legitimatie, omdat die als wereldwijd Joods immigratieland veel verder gaat dan een oplossing voor het territoriale verdelingsprobleem inzake de vóór de Tweede Wereldoorlog al ter plekke levende Joden, moslims en christenen. Dat was immers de opgave waarvoor men vanaf de ontbinding van het Ottomaanse Rijk voor het Heilige Land stond.
Dat Herzogs uitnodiging tot op het laatst geheim werd gehouden, duidt erop dat men wel degelijk nattigheid voelde
De historische claim die Israël steeds zo nadrukkelijk ter legitimatie van het eigen huidige handelen op de Holocaust legt, ook nu in de Gazastrook, maakt die omstreden in de ogen van veel sympathisanten van de Palestijnen. Zij beschouwen die als ‘smoes’ om de illegale Israëlische bezetting en omvolking van de Palestijnse gebieden te legitimeren.
Juist daardoor is de Holocaust in Europa op school als vanzelfsprekende lesstof onder druk komen te staan, zozeer dat sommige leraren die niet meer durven te behandelen vanwege de emotionele reacties van degenen die Joden nu niet als slachtoffers maar vooral als daders zien. Na 7 oktober meer dan ooit.
In het licht van het belang, om de nagedachtenis aan de Holocaust niet door de thans voor het Internationaal Gerechtshof gedaagde Israëlische regering te laten ontheiligen, en de Europese genocide op de Joden van het conflict in het Midden-Oosten te scheiden, is het onbegrijpelijk dat de directie van het nieuwe Holocaustmuseum in Amsterdam de president van de staat Israël voor de opening heeft uitgenodigd. Dat is terecht ook bij veel Nederlandse Joden in het verkeerde keelgat geschoten, die niets van de extreemrechtse regering in West-Jeruzalem moeten hebben.
Herzog maakt daarvan weliswaar niet direct deel uit, maar hij heeft zichzelf ook recent op zeer onfrisse wijze over de Palestijnen uitgelaten. En hij vormt nu eenmaal het officiële gezicht van Israël. Als men de directeur van Yad Vashem, Israëls officiële herdenkingsmonument van de Holocaust had gevraagd, was het al iets heel anders geweest. De uitnodiging dateert weliswaar van vóór 7 oktober, maar dat mag niet doorslaggevend zijn.
Poetin was er ook nog in november 2018 in Parijs bij, bij Honderd Jaar Eerste Wereldoorlog, maar kan sinds 24 februari 2022 terecht elke uitnodiging vergeten. Dat Herzogs uitnodiging tot op het laatst geheim werd gehouden, duidt erop dat men wel degelijk nattigheid voelde.
Herzog kon het bovendien niet laten toch weer indirect een verbinding tussen de Joodse ervaringen met Hitler en de Israëlische met Hamas te leggen, en daarmee dus precies die scheiding teniet te doen waaraan de Amsterdamse museumdirectie zo zegt te hechten. Met zijn komst is zodoende toch een forse smet op de opening gevallen, en dus op wat een ingetogen herdenking van ongekend leed had moeten zijn.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!