4.2 C
Amsterdam

Vaccin tegen radicale islam

Kiza Magendane
Kiza Magendane
Schrijver. Publicist. Politicoloog. Beleidsondernemer.

Lees meer

Een reactie op een terreurdaad is nooit afdoende. Het is meestal te laat, en pakt vaak alleen symptomen aan in plaats van de grondoorzaken. Kijk maar naar de barbaarse moord op de Franse onderwijzer Samuel Paty afgelopen week en de reacties die daarop volgden.

Tijdens een les over de vrijheid van meningsuiting vertoonde hij cartoons van profeet Mohammed. Dat leidde tot boze reacties van enkele leerlingen en hun ouders. De prijs die Paty hiervoor betaalde was te groot. Hij werd buiten zijn school onthoofd door een achttienjarige Tsjetsjeense migrant. Volgens de Franse minister van Binnenlandse Zaken had de vader van een schoolmeisje en een bekende islamitische militant de dader aangezet om Paty te vermoorden. Zij hadden een fatwa tegen de leraar uitgeroepen, aldus de minister.

De Franse president Emmanuel Macron sprak van een ‘islamitische terreuraanslag’ en riep de Fransen om samen te staan tegen extremisme. ‘Een van onze landgenoten is vermoord omdat hij kinderen de vrijheid van meningsuiting leerde, de vrijheid om wel of niet te geloven’. De Fransen gingen terecht de straat op. Ze demonstreerden voor de vrijheid van meningsuiting en betoonden hun eer aan de overleden docent. Ook de islamitische gemeenschap bleef niet stil. Verschillende imams brachten een bezoek aan de school van de overleden docent en legde bloemen om hun respect te betuigen. Daarnaast riepen ze Franse moslims om zich achter de vrijheid van meningsuiting te scharen en islamisme ten volste te veroordelen.

Uiteraard dwingt de tragische moord op Paty ons tot nadenken over de veiligheid van docenten en leerlingen op school. Daarom heeft de Franse president niet voor niets aangekondigd om scholen beter te gaan beveiligen. Toch is dit symptoombestrijding. Je kunt camera’s en bewapende politiemensen op het schoolplein zetten, maar het is de vraag of je daarmee radicale krachten buiten de samenleving houdt. Het probleem waar wij in de Europese samenleving mee kampen is dieper dan het gebrek aan veiligheid. Wij lijden aan de paradox van vrijheid.

De sensationele H.J. Schoo-lezing van Edith Schippers, oud-minister van de VVD, uit 2016 droeg de titel ‘De paradox van vrijheid’, omdat zij daarin betoogde dat de samenleving soms vrijheidsbeperkende activiteiten moet verbieden om werkelijk vrij te zijn. Jouw vrijheid eindigt waar de vrijheid van de ander begint. Schippers hield dan ook een warme pleidooi voor het stellen van grenzen tegen conservatieve en radicale islamitische krachten die volgens haar de Nederlandse rechtsstaat bedreigden.

Als we de verspreiding van de radicale islam als een virus zouden behandelen, welke preventieve maatregelen zouden wij dan als samenleving moeten nemen?

De paradox van vrijheid wordt dus gekenmerkt door een scheve balans tussen het private en het publieke leven. Aan de ene kant mag de overheid zich niet bemoeien met wat burgers achter gesloten deuren uitspoken. Belijd jouw geloof. Denk en zeg wat je wilt. Verenig je met wie je wilt. Je hebt grondrechten. De grondwet garandeert dat de overheid jouw private sfeer niet mag binnendringen. Tegelijkertijd heeft diezelfde overheid de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat dat alle burgers zich veilig voelen in de publieke ruimte. Daarom moet de overheid soms de vrijheid van het individu inperken om de collectieve vrijheid te waarborgen.

De manier waarop de overheid de coronacrisis aanpakt is daar het voorbeeld van. Je bent vrij om naar de kerk of moskee te gaan. Je mag ook met vrienden een feestje vieren. Maar omdat deze handelingen op dit moment de volksgezondheid in gevaar brengen, heeft de overheid het recht en de plicht om jouw vrijheid in te perken.

Daarom rijst de vraag: als we de verspreiding van de radicale islam als een virus zouden behandelen, welke preventieve maatregelen zouden wij dan als samenleving moeten nemen? Wat zou de rol van de overheid zijn? En de rol van organisaties en individuen?

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -