3.7 C
Amsterdam

Wat zou ik graag zien dat dit jaar het woord wat minder agressief beladen is

Lees meer

Wat ik van Marokko leer is dat er meer dan een manier is om je ongenoegen kenbaar te maken. En niets zeggen is vaak een geweldige manier om te de-escaleren. Je hoeft niet altijd het hoogste woord te hebben.

In Nederland ligt er een sterke nadruk op verbale en talige competenties. Hoe sterker iemands taalvermogen, hoe groter het ontzag. Dat verklaart ook waarom sociale media, althans de sferen waarin ik verkeer, bij uitstek geschikt zijn voor mensen die snel kunnen associëren, hun hand niet omdraaien voor een paar felle argumenten en hoogdravende standpunten durven in te nemen. Ik hoor de vingers tikken op het scherm – het vlamt! Het nadeel van zoveel zelfbewustheid is dat het steeds verleidelijker wordt om de morele grenzen op te zoeken. De ingebeelde macht die woordkunst geeft is verslavend. Je maakt een reactie los, krijgt aandacht, pookt de emoties op!

Zo is het schelden tot kunstvorm verheven. Onder mijn volgers zitten de zogenaamde anti-volgers, die mij enkel volgen om me de huid vol te schelden, sommigen doen dat zo welbespraakt dat ik er om kan glimlachen. Het is uiteindelijk vooral zielig, dat vertoon van onmacht.

‘Taal is hier gek genoeg minder belangrijk dan het non-verbale’

Feit is dat het grootste deel van de wereldbevolking met een wat kleiner hamertje slaat om haar punt duidelijk te maken. De geletterdheid in Marokko stijgt elk jaar, maar dat betekent niet dat iedereen dan maar aan het communiceren slaat. Taal is hier gek genoeg minder belangrijk dan het non-verbale. Het kan makkelijk gebeuren dat ik na een kort gesprek met onbekenden toch het gevoel heb echt een ontmoeting te hebben gehad. In een eettentje spreekt een man ons aan, complimenteert onze dochters en laat foto’s van zijn eigen dochter zien. Een kort, spontaan moment. Hoeveel zinnen zijn er uitgewisseld? Tien? Nog geen twintig? Maar de gelaatsuitdrukking zei alles, de blik in de ogen, de glans op de pupil, de brede glimlach. Dan is taal totaal volstrekt overbodig.

Het is niet zo dat ik taal overboord wil gooien. In ons hoogopgeleide Westen hebben we hoogopgeleid en vooral sociale intelligentie in zo’n grote mate aan taalkennis- en taalvaardigheid gekoppeld dat we vergeten zijn dat er nog heel veel andere manieren zijn om de boodschap over te brengen. Het andere nadeel van die fixatie op verbale assertiviteit is dat het door jongeren als een giftig machtsmiddel wordt gezien, een manier waarop een groep hoogopgeleiden hun wereld afbakenen- een soort van paspoort eigenlijk.

Ja, er wordt wat afgekletst in Marokko. Maar stilte is er ook. En ook vooral het vertrouwen dat er niet veel gezegd hoeft te worden om elkaar te leren kennen. Te vaak wordt taal ingezet als een wapen om elkaar te bestrijden. Dat is het natuurlijk ook, maar het is vooral een middel om vrede te maken. Taal was uiteindelijk de afsluitende procedure waarmee langlopende conflicten in een juridisch kader werden gevat. Dat kon schriftelijk, maar ook zeker mondeling. Bij geschillen rond land of eigendom kunnen twaalf getuigen opgeroepen worden om hun woord van vertrouwen te spreken. En dat is dat.

Wat zou ik graag zien dat dit jaar het woord wat minder agressief beladen is; we moeten een inspanning plegen om de taal te demilitariseren en dat begint ermee dat we ons bewust worden van de keuze die we hebben: spreken om te splijten of spreken om bij elkaar te houden.

En serveer vooral dat kopje thee erbij.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -