Waar denk je aan bij Israël? Ik vermoed: de Palestijnse kwestie en het begrip start-up nation. Maar denk je ook aan de welvaartsdiscriminatie van Afrikaanse migranten? Met het begrip ‘Palestijnse kwestie’ doel ik op het Israëlisch-Arabisch conflict, dat draait om het grondrecht op het Palestijnse gebied en de zogenaamde tweestatenoplossing. Met start-up nation doel ik op het feit dat Israël een superieure positie heeft ten opzichte van de buurlanden als het gaat om innovatie en technologie. Het land is niet voor niets zestiende op de VN-index voor menselijke ontwikkeling. Dat komt omdat Israëliërs (zowel Joods als Arabisch en andere minderheden) hard hebben gewerkt om hun land op te bouwen, ondanks de gespannen relatie met hun buren en de rest van de wereld. Deze welvaart trekt migranten – ook uit het Afrikaanse continent. Maar de Israëlische overheid heeft geen goede reputatie als het gaat om de manier waarop ze met deze Afrikaanse migranten omgaat.
De Israëlische autoriteiten hebben er geen geheim van gemaakt dat ze geen Afrikaanse migranten willen. Ze zijn daarin niet uniek. Zo is de EU zelfs bereid om samen te werken met Afrikaanse dictators om Afrikaanse migranten in Afrika te houden. In een ontnuchterende reportage in de NRC beschrijft correspondent Bram Vermeulen hoe Niger, het armste land op aarde, de dupe wordt van Europees migratiebeleid dat gericht is op het weren van Afrikaanse migranten. De EU geeft Niger honderden miljoenen euro’s om Afrikanen te weren naar Europa door te reizen en op te vangen. Een soort ruilhandel. ‘Wij zijn de vuilnisbak van Europa geworden’, aldus een Nigerese mensenrechtenactivist tegenover Vermeulen.
Terug naar Israël. Het land heeft aan het begin van deze eeuw een toestroom van ongeveer veertig- à vijftigduizend migranten uit Afrika gezien. De meeste migranten beweren dat ze geweld en vervolging ontvluchten. De Israëlische overheid denkt er anders over. Ze noemt deze migranten economische vluchtelingen en ‘infiltranten’ die een bedreiging vormen voor het Joodse karakter van het land. Slechts circa één procent van deze Afrikaanse migranten krijgt asiel in Israël. De rest moet wat de Israëlische overheid betreft worden gedeporteerd. Om deze migranten op te vangen is een detentiecentrum midden in de woestijn gebouwd. Het detentiecentrum wordt door gevangenispersoneel bewaakt. De migranten mogen er maximaal twaalf maanden verblijven. Daarna moeten ze naar hun land van herkomst gaan of naar een ‘derde veilig land’, op vrijwillige basis. Anders komen ze permanent in de gevangenis, recht tegenover het detentiecentrum.
Mensenrechtenorganisaties stellen dat de Israëlische overheid het vluchtelingenverdrag schendt en dat die deportaties naar ‘derde veilige landen’ (Oeganda en Rwanda) helemaal niet vrijwillig zijn. Uit diverse berichtgeving blijkt dat migranten helemaal niet veilig in die landen terechtkomen. Hun documenten worden in beslag genomen en ze worden aan hun lot overgelaten. Door deze cocktail van repressieve beleidsmaatregelen dagen mensenrechtenorganisaties de Israëlische overheid regelmatig voor het Israëlische hooggerechtshof.
Vorig jaar heeft de Israëlische overheid een wet ingesteld die werkgevers verplicht om twintig procent van het salaris dat ze aan asielzoeker geven te korten. Het is de bedoeling dat dit percentage in een fonds terecht komt. Asielzoekers kunnen daar dab aanspraak op maken als ze vrijwillig Israël verlaten. Heel creatief vind ik deze dubieuze maatregel, maar discriminatoir is de juiste benaming. De maatregel is ingesteld om asielzoekers te ontmoedigen om in Israël te blijven en vrijwillige terugkeer te stimuleren. Dat was nodig, omdat het Israëlische hooggerechtshof kritisch was over de plannen van de Israëlische overheid om migranten op te sluiten en gedwongen terug te sturen.
Ik heb de neiging om ‘afrofobie’ te roepen, angst voor het zwarte lichaam. Bij zowel de EU als Israël lijkt dat het geval. Maar ik denk ook gelijk terug aan mijn reis naar Zuid-Afrika eerder dit jaar. Ik heb met mijn eigen ogen gezien hoe Zuid-Afrikanen omgaan met andere ‘zwarte’ Afrikanen. Mensonwaardig. De onvermijdelijke conclusie is dat geld en welvaart de belangrijkste bron van discriminatie zijn. En dat zie je ook terug in Israël. Waar blijft het morele kompas?
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!