3.8 C
Amsterdam

Zonder economische sancties is Erdoğan niet te stoppen

Mehmet Cerit
Mehmet Cerit
Hoofdredacteur.

Lees meer

Zonder de Turkse president Recep Tayyip Erdoğan hadden we nu waarschijnlijk meer democratie en meer moslimdemocraten in Turkije. Het begon zo mooi in 2002: de AKP van Erdoğan was een partij waarin verschillende ideologieën samenkwamen. De partij veroverde kiezers met een geweldig verhaal van gelijkheid, anti-corruptie, armoedebestrijding, economische hervormingen en meer rechten voor minderheden, zoals Armeniërs, Koerden en alevieten. Zelfs de voormalige minister van Cultuur en Toerisme, Ertugrul Günay, maakte de overstap van het strikt seculiere CHP naar het islamistische AKP. Tegenwoordig kunnen minderheden naar hun rechten fluiten en is er van democratie nog nauwelijks sprake in het regime van Erdoğan. En niemand die hem kan stoppen. Als geniale politicus wist hij zijn positie te versterken op het internationale podium door te chanteren met Syrische vluchtelingen, flirten met Rusland en gebruik te maken van de onmisbare rol van Turkije in de strijd tegen IS.

Hoe heeft het zo ver kunnen komen? Waar is het misgegaan? Niemand die daarop een zinnig antwoord heeft. Persoonlijk denk ik dat Erdoğan de afgelopen vijftien jaar geduldig aan zijn project ‘het nieuwe Turkije’ gewerkt heeft. Hij is helemaal niet ergens halverwege vergiftigd door macht en hebzucht zoals velen schrijven en zeggen. Hij was nooit uit op echte democratie. Dat bevestigt hij met uitspraken als:”Democratie is een bus, bij de ene halte stap je in en als het je goed uitkomt stap je weer uit.” Een andere keer bezwoer hij weer dat hij echt voor de democratie streed. De meerderheid van de Turken geloofde in zijn woorden. Inmiddels is er geen twijfel meer mogelijk over zijn ware intenties. Het is jammer voor Turkije en bovendien ook een gemiste kans voor andere moslims in de wereld. Hij had de islamitische wereld kunnen laten zien dat islam en democratie samengaan. Hij heeft niet alleen Turken, maar alle liberale, progressieve en gematigde moslims bedrogen.

De vraag is hoe hij zijn plan heeft kunnen uitvoeren in een strikt seculier Turkije. Het is bekend dat hij de zogeheten ‘zwarte’ Turken, de nieuwe middenklasse moslims afkomstig van het platteland, goed kent: hij komt zelf uit zo’n milieu. Met verregaande hervormingen zoals meer rechten voor minderheden, vredesbesprekingen met de terreurorganisatie PKK en economische successen in combinatie met charismatisch leiderschap en geweldige speeches wist hij tot 2011 niet alleen conservatieven maar ook liberalen, sociaal-democraten, Koerden, en zelfs het Westen voor zich te winnen.

In die positie heeft hij de rol van het leger aanzienlijk verminderd. Daarna kon hij dankzij ongekende steun vanuit alle lagen van de bevolking maatregelen nemen die voorheen onbespreekbaar waren voor de seculiere elite. Een alcoholverbod en het opheffen van het hoofddoekverbod zijn daar voorbeelden van. De samenleving kreeg een islamitische sluier over zich heen gedrapeerd. De oppositiepartijen CHP en de nationalistische MHP keken passief toe. Ze vormden geen bedreiging voor de AKP. Selahattin Demirtaş, leider van de pro-Koerdische partij HDP, durfde het als enige wel aan. Hij wist bij de verkiezingen van 7 juli vorig jaar een einde te maken aan een AKP-meerderheid in het parlement. Lang kon hij er niet van genieten: na het opblazen van vredesbesprekingen met de PKK en met hulp van gewelddadige PKK-aanslagen wist Erdoğan de HDP te demoniseren. Demirtaş is begin deze maand gearresteerd vanwege steun aan de PKK. Volgens de CHP-leider Kemal Kılıçdaroğlu werken AKP en PKK samen. Ze werken samen om de HDP definitief de nek om te draaien omdat de democratisch gekozen Demirtaş het enige obstakel is voor het invoeren van Erdoğans presidentieel systeem.

De hamvraag is: hoever en hoelang kan Erdoğan nog zo doorgaan? Zijn doel is natuurlijk het presidentieel systeem in Turkije invoeren en in de Grondwet verankeren: een systeem dat alleenheerschappij mogelijk maakt. Dat is een kwestie van alles of niets.

Het maakt dat hij Turkije als een vrachtwagen zonder rem in een snelheid van 140 kilometer per uur aan het besturen is. De weg loopt onvermijdelijk dood, want Turkije is geen Libië, Afghanistan of Pakistan. Wat kunnen de Europese Unie en de Verenigde Staten doen om Erdoğann ervan te overtuigen dat hij verkeerd bezig is? Niet veel, denk ik. Tot nu toe heeft niets geholpen. Het opschorten van toetredingsonderhandelingen? Zelfs als ze daartoe overgaan is het de vraag of dat indruk maakt op Erdoğan. Er is maar één werkelijk pijnlijke maatregel denkbaar: economische sancties.

Dit opiniestuk is op 16 november gepubliceerd in de NRC.

Mehmet Cerit is hoofdredacteur van Zaman Vandaag en Zaman Hollanda. Volg hem op Twitter: @Ceritm

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -