Damya Laoui heeft met haar team een nieuwe techniek ontwikkeld om kanker te bestrijden. ‘De resultaten zijn veelbelovend, we zien dat we kanker echt kunnen vertragen.’
Het wordt gezien als een doorbraak in de medische wereld: een lichaamseigen vaccin tegen kanker. De Algerijns-Belgische Damya Laoui (32) is postdoctoraal onderzoeker de Vrije Universiteit Brussel en het VIB-UGent Centrum voor Inflammatieonderzoek. Samen met haar team doet ze onderzoek naar deze nieuwe therapie. Dat is niet onopgemerkt gebleven. Onlangs is ze genomineerd voor de award Innovators Under 35 Europe, een initiatief van het technologietijdschrift van de Massachusetts Institute of Technology. De Kanttekening sprak haar.
Laoui doet samen met vijf anderen onderzoek naar het immuunsysteem en hoe dat kanker kan beïnvloeden. Ze werken met dendritische cellen. Die maken deel uit van ons immuunsysteem. Door kanker kunnen ze beïnvloed worden. Het is volgens Laoui de kunst om de goede cellen uit tumoren te halen en ze vervolgens opnieuw in het lichaam te injecteren. ‘We zien vaak dat patiënten eerst kanker overwinnen, maar dat de ziekte na een aantal jaar terugkomt. De goede cellen die we eruithalen kunnen we als een soort persoonlijk vaccin terugzetten om dat te voorkomen.’ Deze werkwijze is volgens haar effectiever dan chemotherapie. ‘Bij chemotherapie worden alle cellen behandeld, dus ook de goede. Daardoor verzwakt de patiënt. Met onze therapie kun je heel doelgericht de kanker aanpakken en worden de goede cellen juist aangevuld.’
Het onderzoek begon vier jaar geleden en wordt momenteel op muizen getest. ‘De resultaten zijn veelbelovend, we zien dat we kanker echt kunnen vertragen. Nu komt echter het moeilijkste gedeelte, we moeten namelijk de preklinische bevindingen naar de kliniek vertalen.’ Daarvoor zoekt het team bedrijven, ziekenhuizen en patiënten. Laoui’s nominatie voor Innovators Under 35 Europe helpt daarbij. ‘Het heeft veel publiciteit opgeleverd. Dat maakt het voor mensen makkelijker om naar de kliniek te gaan.’
Het was een verrassing voor Laoui dat ze geselecteerd was voor de award. Een onbekende heeft haar opgegeven voor de nominatie. Na een aantal selectierondes mocht ze een presentatie geven voor een jury en publiek. ‘De therapie is nu een hot topic voor de jury. Ze vonden mijn project het meest mensgericht. Dat sprak ze erg aan. De andere kandidaten hadden projecten die te maken hadden met het milieu, het ontdekken van nieuwe planeten, GPS-systemen en big data management.’ In het juryrapport staat dat Laoui’s aanpak ‘grote potentie heeft om kankerpatiënten over de hele wereld te helpen die niet kunnen profiteren van thans beschikbare therapeutische alternatieven’. Vanuit het publiek kreeg Damya ook positieve reacties. ‘Iedereen kent wel iemand met kanker, dus het sloeg erg aan. Ik vind het mooi dat mensen ons bedanken voor wat we doen. De nominatie is een eer voor. Het is een waardering voor ons werk. Wetenschappelijk onderzoek is niet iets dat je alleen doet, je doet het met een team.’
‘Werken in een laboratorium is fantastisch’, vindt Laoui. ‘Het is fascinerend. We weten niet hoe ons lichaam werkt, dat kan je in het lab ontdekken. Al op jonge leeftijd was ik geïnteresseerd in geneeskunde, maar ik wilde geen arts worden. Ik was bang dat ik te emotioneel zou worden met patiënten. Het lijkt me echt moeilijk om mensen slecht nieuws te brengen en om dan met de reacties van patiënten om te gaan.’ Ze besloot om een master in het lab te doen. Zo kwam ze op haar huidige werkplek terecht. Ze werkt in het team van professor Jo van Ginderachter, die het onderzoek mogelijk heeft gemaakt en haar de kans heeft gegeven teamleider te worden. In het team zitten professor Martin Guilliams van het VIB-UGent Centrum voor Inflammatieonderzoek, expert in dendritische cellen, en Jiri Keirsse, één van haar doctoraatsstudenten met wie ze de nieuwe immunotherapie heeft ontwikkeld.
De sfeer in het team is voor Laoui van groot belang. ‘Ik werk met gemotiveerde mensen. We doen echt iets wat goed is voor de maatschappij. Dat blijft ons motiveren.’ Ook de vrijheid spreekt haar aan. ‘Je bent heel vrij. We kiezen zelf welke kant we opgaan in het onderzoek.’ Maar het is ook wel eens zwaar. ‘Het zijn vaak lange dagen. We werken met levende cellen, dus die kan je niet in de koelkast zetten. Een experiment kan zes uur duren, maar het kan ook zestien uur duren. We weten waarvoor we het doen, daarom blijven we doorgaan.’
Laoui hoopt nog jaren door te kunnen gaan met het onderzoek. Daarvoor moet ze wel eerst professor worden. ‘Je moet professor worden om levenslang onderzoek te kunnen blijven doen. Ik heb alles op mijn cv staan om professor te worden, maar het is ook een kwestie van geluk en goede timing. Ik hoop dat het lukt en dat we over dertig jaar kunnen zeggen ‘kijk die mensen zijn gered door ons onderzoek’.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!