Het gaat goed met het CDA. De partij heeft maar vijf zetels in de Tweede Kamer, maar staat in de laatste peilingen op 18 zetels. Dit succes is mede te danken aan fractievoorzitter Henri Bontenbal, die het redelijke midden vertegenwoordigt. Maar wie is Henri Bontenbal? En wat kan hij betekenen voor onze samenleving en vooral voor biculturele Nederlanders? Hoofdredacteur Mehmet Cerit spreekt met de CDA-leider.
U groeide op in Rotterdam-Zuid, als vierde van acht kinderen. Welke waarden en lessen uit uw jeugd hebben u het meest gevormd?
‘Opgroeien in een groot gezin betekent dat je moet leren inschikken. Het draait niet om wie het hardst roept. Je leert dienstbaarheid, verantwoordelijkheid en rekening houden met elkaar.
‘Wat me ook sterk is bijgebleven is hoeveel tijd en energie mijn ouders in het gezin staken. Ze hebben zichzelf vaak weggecijferd om acht kinderen op te voeden en kansen te geven. Dat zie je pas echt goed als je zelf ouder wordt: hoeveel ze hebben opgeofferd in termen van tijd, carrière, hobby’s en ontspanning, om ons groot te brengen.
‘We leefden van één salaris. Dat betekende dat er weinig geld was voor luxe. Vakanties waren beperkt, cadeaus bescheiden, merkkleding had ik niet. Vaak droeg ik kleren van mijn oudere broers. Maar mijn ouders vonden het belangrijker dat we ons konden ontwikkelen. Daarom mochten we bijvoorbeeld wél op muziekles.
‘Dat leert je ook iets over armoede. Armoede gaat niet alleen over een laag inkomen, maar ook over sociaal kapitaal. Heb je een omgeving die je ondersteunt, die meedenkt, en bijspringt als je het moeilijk hebt? Mijn ouders gaven ons dat mee. En dat is van onschatbare waarde geweest.’
Wat hebben de keuzes van uw ouders met u gedaan, op de lange termijn?
‘Tachtig procent van hoe ik denk, komt voort uit het ethos van mijn ouders. Daarom ben ik ook nooit liberaal geworden, maar christendemocraat. Een liberaal begint bij vrijheid. Maar voor mij begint het met verantwoordelijkheid – vooral bij degenen die het beter hebben. Vrijheid is niet simpelweg ‘doen wat je wilt’. Vrijheid betekent: de mogelijkheid om het goede te doen. Vrijheid en verantwoordelijkheid zijn bij mij onlosmakelijk met elkaar verbonden.’
‘In de katholieke sociale leer draait het om het algemeen welzijn’
Hoe vertaalt u dat naar uw politieke keuzes vandaag de dag?
‘Ik probeer altijd het algemeen belang voorop te stellen. Dat is een kernbegrip binnen het CDA. In de neoklassieke economie zie je vaak het idee dat als iedereen zijn eigen belang nastreeft – als een soort homo economicus – dat dit vanzelf leidt tot het beste voor de samenleving. Maar in de katholieke sociale leer draait het om het algemeen welzijn. En dat is méér dan de optelsom van individuele belangen. Dat idee van gemeenschapszin, van verantwoordelijkheid voor elkaar.’
U noemt zichzelf weleens een ‘protestant met een katholiek hart’. Wat bedoelt u daarmee?
‘Ik ben protestants – lid van de Protestantse Kerk in Nederland. Maar in het katholicisme zie ik iets wat mij diep aanspreekt: het laat ruimte voor het mysterie. Het relativeert de menselijke rede en het verstand.
‘Zeker in onze tijd, waarin we zoveel weten – ook over andere religies en levensbeschouwingen – is het belangrijk om je eigen overtuiging te hebben, maar tegelijk mild en open te zijn naar anderen. Die bewustwording van onze menselijke beperktheid, dat wij nooit alles kunnen begrijpen of overzien, is voor mij een belangrijke religieuze waarheid. Het helpt me ook om mensen met andere overtuigingen – onder wie moslims – met openheid en respect tegemoet te treden.’
Wat bedoelt u?
‘Dat je erkent dat waarheid niet alleen binnen je eigen religieuze stroming te vinden is. Er zijn ook andere waarheden en waarden, andere manieren om te zoeken. En juist dat woord – ‘waarde’ – vind ik mooi. Je gaat op zoek naar de waarde die je herkent in andere religieuze stromingen.
‘En daarbij weet je ook: elke religie heeft zijn donkere kanten. Ook het christendom. Dat besef helpt om een bescheiden houding aan te nemen. Tegelijk: het CDA is natuurlijk een christendemocratische partij. En dat is iets anders dan een christelijke partij. Daarom zal je mij vaak horen teruggrijpen op de kernwaarden van het christendemocratisch denken, maar veel minder op de religieuze bronnen daaronder. Omdat ik denk dat dat gezonder is. Als politicus moet je zoeken naar het gemeenschappelijke – het goede dat je deelt met anderen.’
‘Ook moslims, mensen van andere religies of zonder religie, kunnen zich daarin herkennen. Als ik sommige moslims vraag naar wat voor hen belangrijke waarden zijn, dan noemen ze rentmeesterschap, solidariteit, gerechtigheid – en dat zijn ook christelijke waarden. Dus in het CDA zie je die pluriformiteit ook terug. In de leden, in de manier waarop we naar de samenleving kijken. En dat helpt enorm bij het verbinden. En heel eerlijk: ik denk dat veel Nederlanders, ongeacht achtergrond, zich in die waarden herkennen.’
Hoe staat u tegenover de zogenoemde ‘joods-christelijke traditie’? Sluit je daarmee niet moslims uit?
‘Daar zou ik twee dingen over willen zeggen. Eén: je hoeft je afkomst niet te verloochenen. Natuurlijk heeft Nederland een geschiedenis. Natuurlijk is ons denken geworteld in het joods-christelijk denken. Dat is gewoon een feit. Net zoals dat er ook humanistische invloeden zijn. Maar, en dat is twee, het wordt problematisch als je die erfenis gebruikt om anderen uit te sluiten.

‘Sterker nog, het is eigenlijk nog veel complexer dan alleen die joods-christelijke traditie. Neem bijvoorbeeld iemand als Thomas van Aquino – een hele invloedrijke denker binnen het christelijk denken, zowel op het gebied van ethiek als van dogmatiek. Maar als je goed kijkt, zie je dat hij heel duidelijk is beïnvloed door de Griekse filosoof Aristoteles. De hele deugdenethiek, die wij nu als iets christelijks beschouwen, is voor een groot deel gebaseerd op Grieks denken. Dus je kunt niet zeggen dat die stromingen helemaal los van elkaar staan.
‘Onze samenleving is gevormd door het joods-christelijke denken, ja, maar óók door andere bronnen. Denk aan de Verlichting, denk aan de Romantiek – dat zijn allemaal tradities die ons ideeën hebben aangereikt over mens-zijn, over samenleven, over hoe je met verschil omgaat. En dat is ook relevant als we kijken naar de islam in Nederland. Want juist vanuit die bredere traditie hebben we kaders ontwikkeld om met andere religies in dialoog te treden.’
Wat is dan de basis waarop we elkaar als burgers beoordelen?
‘Dat is voor mij democratisch burgerschap. En de kern daarvan – echt het hart – zijn een paar hele fundamentele principes. Gelijkwaardigheid van ieder mens. Dat is een onopgeefbaar ingrediënt.
‘En dan gewetensvrijheid, in combinatie met vrijheid van godsdienst. Dat zijn basisprincipes die we met elkaar moeten delen. Het betekent dat niemand onder dwang mag geloven – maar óók dat je een ander niet mag beletten om te geloven wat hij of zij wil. En daarbij hoort ook de erkenning dat we in een pluriforme samenleving leven. Die pluriformiteit moet je niet willen wegdrukken. Integendeel: het is onderdeel van wie we met elkaar zijn.
‘Voor mij is het uitgangspunt niet wát iemand precies gelooft, maar hóé iemand zijn democratisch burgerschap vormgeeft. Dáár ligt het criterium. Dus als een moslim zijn of haar democratisch burgerschap serieus neemt – zich inzet voor de samenleving, de grondbeginselen onderschrijft – dan is diegene volwaardig onderdeel van onze samenleving. Punt.’
De vraag was: wanneer is het genoeg, wanneer mogen wij echt Nederlander zijn?
Zijn moslims potentiële kiezers voor het CDA?
‘Absoluut. Sterker nog, zij behoren tot onze kiezers. Dat zijn ze in het verleden ook altijd geweest.’
Sinds de gedoogconstructie met PVV in 2010 verloor het CDA veel van de islamitische achterban. Als de moslims kiezers van CDA zijn, hoe wilt u het vertrouwen herstellen en behouden?
‘Het jaar 2010 staat voor heel veel CDA’ers in het geheugen gegrift. Dit is niet het hoofdstuk in de geschiedenis van onze partij waar ze met plezier op terugkijken.
‘Ik heb er veel over gezegd. Ik was destijds geen voorstander van die samenwerking. Ik neem het de voorstanders ook niet kwalijk, want mensen maakten toen met allerlei motieven keuzes, maar we hebben wel een harde les geleerd. Ik ga met de PVV niet samenwerken.
‘Het gaat ons om de kernwaarden. Wil je een rechtvaardige samenleving? Wil je een samenleving waar mensen zich kunnen ontplooien? Waar mensen vrij zijn? Maar niet in de liberale zin van ‘doe maar wat je zelf wilt’, maar de vrijheid om het goede te doen, de vrijheid om je te ontwikkelen?
‘Iedereen die zich herkent in die kernwaarden, is welkom bij ons. En zeker ook moslims. Want ik merk daar ook een enorm engagement, bijvoorbeeld voor solidariteit en gerechtigheid. Ik zou het mooi vinden als mensen die net als wij willen strijden tegen onrecht, bij ons willen aansluiten en niet voor partijen kiezen die uiteindelijk alleen maar polariseren.’
Hoe bedoelt u dat, polariseren?
‘Kijk, het risico van deze tijd is ook identiteitspolitiek. Dat je kiest voor degene die het meest op jou lijkt en dus je eigen belang verdedigt. Maar ik denk dat we politieke partijen nodig hebben die zeggen: ‘Wij gaan voor het algemeen belang en niet voor één specifiek belang.’ Het is natuurlijk veel eenvoudiger je te richten op de belangen van één groep, bijvoorbeeld christenen, moslims, of dieren. Maar uiteindelijk drijft dat soort identiteitspolitiek de samenleving uit elkaar.’
Als het straks goed gaat en jullie bijna twintig zetels halen, geven jullie dan mensen met verschillende geloven en achtergronden een plek op de kandidatenlijst?
‘Dat weet ik nog niet of wij bijna twintig zetels gaan krijgen. Maar wij zijn wel een vrij brede volkspartij, met allerlei types mensen—theoretisch, praktisch opgeleid, arm, rijk, verschillende soorten geloven, wel of geen migratieachtergrond. Natuurlijk kan het beter. Dit is ook een opdracht voor de partij en voor mij, bijvoorbeeld in de selectie van mensen om dit goed te representeren.’
‘Wij zijn ook maar gewone mensen die weleens fouten maken’
Het CDA heeft niet alleen onder uw voorgangers, maar ook onder uw leiding keuzes gemaakt die biculturele Nederlanders niet begrijpen. Denk aan de steun voor de motie van VVD-Kamerlid Bente Bekker over het bijhouden van gegevens over ‘culturele en religieuze normen en waarden van Nederlanders met een migratieachtergrond’.
‘Wij hebben destijds vrij achteloos voor die motie gestemd. Dat leidde tot een stevige discussie. Het waren overigens mensen uit de CDA-achterban met een migratieachtergrond die bij mij aan de bel trokken. Hoewel ook anderen kritiek hadden. Dit geeft aan dat die tegenstem gelukkig binnen het CDA zit. Wij zijn ook maar gewone mensen die weleens fouten maken.’
Hoe moeten dit soort fouten worden voorkomen in de toekomst?
‘Door in de opbouw van je partij ook divers genoeg te zijn. Ik denk dat wij mensen met een migratieachtergrond kunnen aanspreken door het over het algemeen belang te hebben en een taal te spreken die niet polariseert, die niet mensen opsluit in hun etniciteit of geloof. De meeste mensen willen gewoon volwaardig burgers van Nederland zijn.
‘Want wat ik in die discussie daarna vaak heb teruggekregen, was niet dat mensen zeiden van: spreek mij nou eens aan als moslim, spreek mij nou eens aan als christen, spreek mij nou eens aan als Turk, Marokkaan of Antilliaan. De vraag was: wanneer is het genoeg, wanneer mogen wij echt Nederlander zijn? Dat heeft ons als fractie geraakt.
‘De ophef heeft ons dus wel geholpen. Het heeft ons bewuster gemaakt. En hierdoor zijn onze contacten met de mensen ook verbeterd.’
Polariserende motie
Een paar weken later kwam Denk met een motie om de eerder aangenomen motie van Bente Becker in te trekken en u steunde deze motie niet. Kun u toelichten wat uw afwegingen waren?
‘Wat mij betreft is het duidelijk: wat Denk doet is in zekere zin het spiegelbeeld van wat de VVD doet. Ze kiezen bewust voor polarisatie. De reden dat wij de tweede motie van Denk niet hebben gesteund, is omdat we niet opnieuw in dezelfde val willen trappen. De motie had vooral een polariserend karakter. Wij willen bijdragen aan verbinding in de samenleving, niet aan verdeeldheid.
‘Sindsdien kijken we veel scherper naar moties. Soms lijkt een motie op het eerste gezicht een goed standpunt te nemen, maar als de motie bedoeld is om de groepen verder uit elkaar te spelen zullen wij die niet steunen.’
Betekent dit dat het CDA extra kritisch gaat kijken naar moties van partijen als PVV en Denk?
‘Ja, en dat geldt voor alle partijen aan de uiterste rechter- en linkerkant. We kijken ook goed naar de thematiek van een motie, omdat we weten dat bepaalde onderwerpen gevoelig liggen. In zulke gevallen benaderen we de motie dus met extra zorg.’
Nederland is een seculiere staat en u bent zelf actief christen. Hoe ziet u de rol van religie in de openbare ruimte? Kan geloof een verbindende kracht zijn?
‘Juist geloof is een verbindende kracht. Want geloof maakt vaak deel uit van wie mensen zijn, van hun identiteit. Ja, de overheid moet neutraal zijn in haar omgang met religies. Dat betekent dat de staat geen enkel geloof mag bevoordelen, bijvoorbeeld door lesmateriaal te gebruiken dat bepaalde religies voorrang geeft.
‘Geloof biedt steun, het creëert solidariteit binnen gemeenschappen en het zorgt er zelfs voor dat gemeenschappen solidair kunnen zijn met mensen buiten die gemeenschappen. Dus de staat mag dan wel neutraal zijn, maar dat betekent niet dat geloof geen rol speelt in de publieke ruimte. Sterker nog, ik denk dat we de publieke ruimte tekortdoen door geloof enkel achter de voordeur te plaatsen.’
Waar ligt voor u de grens, wat betreft geloofsvrijheid?
‘Als mensen andere mensen die vrijheid niet gunnen. Als een ouder een kind verbiedt om zijn of haar eigen geloof te kiezen, dan ligt daar de grens. Ook geweld en andere extremen zijn uiteraard niet acceptabel. Dit geldt voor alle geloofsovertuigingen.’
Er zijn in elk geloof kleine groepen die zich niet willen aanpassen en niet willen meedoen in de samenleving. Dat geldt voor orthodoxe moslims, joden en christenen. Toch wordt vooral bij de islam vaak zo’n radicale groep eruit gepikt en gezien als voorbeeld voor de hele gemeenschap. Wat vindt u daarvan?
‘Het klopt, dat is iets wat we in alle religies tegenkomen. Ook binnen het christendom en het jodendom bestaan dergelijke extremistische groepen.
‘Wij proberen zo genuanceerd mogelijk te zijn en niet toe te geven aan de verleiding om in zwart-witbeelden te spreken. Dit maakt onze positie soms lastig, omdat we dan vaak het verwijt krijgen dat we niet duidelijk genoeg zijn. Maar de realiteit is vaak ingewikkelder en kent vele schakeringen.’
Kritischer op Israël
Israël wil geen tweestatenoplossing. Ziet het CDA dan nog een toekomst voor een Palestijnse staat? En moet Nederland die staat nu gewoon erkennen?
‘Het CDA is altijd voor de tweestatenoplossing geweest, dus voor een zelfstandige Israëlische staat en een zelfstandige Palestijnse staat. Momenteel is de situatie veel ingewikkelder geworden door de ellende die er nu plaatsvindt. Desondanks blijven wij pleiten voor die oplossing.
‘Wat de kolonisten doen op de Westbank is niet acceptabel’
‘Onze boodschap aan Israël is duidelijk: hoe je het ook wendt of keert, je zult ruimte moeten maken voor een Palestijnse staat. Mijn collega Derk Boswijk werd de afgelopen tijd steeds kritischer, bijvoorbeeld over het Israëlische nederzettingenbeleid. Wat de kolonisten doen op de Westbank is niet acceptabel. Derk Boswijk is daar geweest en heeft gezien hoe mensen van hun land worden verdreven, hoe het land wordt ingepikt, hoe wegen worden afgesloten en waterputten worden dichtgegooid. Hij heeft die ellende met eigen ogen gezien.
‘Ook op sociale media heeft hij zijn kritiek geuit, bijvoorbeeld over de beschieting van een ambulance. We proberen onze woorden daar wel zorgvuldig te kiezen. We kiezen niet voor polarisatie, ook niet in het parlement. We kijken precies naar de situatie en steunen soms moties die kritisch zijn op Israël. Zo hebben we bijvoorbeeld moties gesteund die pleitten voor het onderzoeken van sancties via de EU.’
Het CDA is dus kritischer geworden op Israël.
‘Inderdaad. Maar het is tegelijkertijd zo tragisch, en je voelt je machteloos. Wat kun je als Nederland doen? Ook het opvolgen van het arrestatiebevel van het Internationaal Strafhof tegen Benjamin Netanyahu hebben we gesteund. Wij zeggen: als je internationaal recht belangrijk vindt, kun je niet selectief zijn. Het was voor ons als fractie ingewikkeld, want niet iedereen in onze achterban vindt dit even makkelijk, maar je moet wel principieel blijven.’
Tot slot: waar hoopt u over tien jaar te staan als politicus en partijleider? Welke doelen wilt u dan bereikt hebben, vooral op het gebied van saamhorigheid en de positie van religieuze minderheden?
‘Ik hoop dat de huidige geopolitieke crisis een soort ommekeer teweeg brengt, dat we de waarden die echt belangrijk voor ons zijn weer durven koesteren en verdedigen. Dat betekent samen leven, solidariteit, en burgerschap.
‘Ik hoop komende tien jaar dat andere partijen zullen inzien hoe waardevol het is om gemeenschappen te vormen en iets over te hebben voor een ander. Juist dat raakt aan de essentie van wat mensen zijn. En ik hoop dat ik samen met andere partijen ertoe kan bijdragen dat het individualisme afneemt en dat wij een echte samenleving worden!’
En wat heeft u persoonlijk over tien jaar bereikt? Is de heer Bontenbal minister-president van Nederland?
‘Nee, dat kan nooit het doel op zich zijn. Dat is aan de kiezer.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!